Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Ook goeie morgen ...

Na een rampzalig verlopen nachtrust, waarbij ik net vóór het aanbreken van de nieuwe dag in een diepe slaap wegzak, word ik met een schok wakker.
“Waarvan werd ik wakker”, vraag ik me af.

Het antwoord volgt, zonder dat ik er ook maar iets voor hoef te doen, een ogenblik later. Het is de telefoon. De bel van de verrespreker in de huiskamer gaat. Volgens mij al voor de tweede keer. En als de bel vier keer is overgegaan, zo realiseer ik mij, duf als ik ben, dan schakelt het apparaat automatisch over naar het antwoordapparaat. Ik zou dus rustig in bed kunnen blijven liggen. Maar Aagje, van de nieuwsgierigheid, wint het van het oorkussen, van de ledigheid. Dus sla ik mijn dekbed open en spring ik uit bed. Terwijl de bel voor de vierde en laatste keer overgaat, gris ik net op tijd de hoorn van het toestel en meld ik mij, benieuwd naar wie de vroege beller is.

“Met Zuidema”, klinkt het krakerig in mijn oor.
“Met wie?”, vraag ik, omdat mijn brein niet direct optimaal werkt en noch in onze familie noch in onze vrienden-/ kennissenkring een Zuidema voorkomt.
“Met Zuidema”, klinkt het wederom krakerig, “ik bel u omdat u ons gebeld heeft.”
“Omdat u ons gebeld heeft ... ?“, galmt het door mijn langzaam tot leven komende brein. In het bed naast mij ligt, dat weet ik zeker, mijn vrouw en die, dat weet ik net zo zeker, heeft net zomin als ik een belletje gepleegd naar ene Zuidema, dus reageer ik, zoals ik denk te moeten reageren, met: “Het spijt mij, maar ik vermoed dat u een verkeerd nummer heeft gekozen.”
“Ik heb vijf-zeven-twee-twee-zeven-zes doorgekregen”, kraakt Zuidema licht verbaasd terug.
Dat ís inderdaad ons telefoonnummer, maar wij hebben het niet doorgegeven, dus zeg ik om het gesprek te beëindigen, dat het zojuist genoemde nummer wel ons telefoonnummer is, maar dat wij niet gebeld hebben.

De heer Zuidema reageert niet begrijpend. Maar, omdat hij in de gaten heeft dat hij met mij niet veel verder komt, breekt hij het gesprek af met de mededeling, dat hij uit zal zoeken wie er gebeld heeft, omdat zeker is, dat “iemand” hem gebeld heeft.
Nadat ik heb afgebeld en mijn plekje in bed weer heb ingenomen, klinkt vanuit het bed naast mij: “Wie was dat?”.
Ik beantwoord de vraag naar waarheid: “Ene Zuidema die ons nummer had gekregen om terug te bellen. Ik ken geen Zuidema.”
“Ik wel”, klinkt het gniffelend naast mij.
“O ja?”, vraag ik belangstellend, “Wie is dat dan?”.
“Dat is de begrafenisondernemer van hier”.
Ik richt me op op mijn ellebogen en kijk naar het breed lachende koppie in het bed naast mij.
“Zei hij nog wat?” klinkt het in mijn richting.
“Ja”, antwoord ik, “Hij zei: Tot ziens!”

Schrijver: hans uil, 24 augustus 2016


Geplaatst in de categorie: humor

3.0 met 8 stemmen 175



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Karel Jong
Datum:
24 augustus 2016
Geestig is het 'tot ziens' in de laatste regel. De weer beschreven slaapproblemen vind ik minder boeiend. Deze voegen voor mij weinig toe. Overigens, humor blijft een aalglad pad. Ook in de schrijverij. Hans kent zeker moed op dit punt.
Naam:
Joanan Rutgers
Datum:
24 augustus 2016
Ik vind je humor fantastisch, echt waar, maar ik word ook steeds nieuwsgieriger naar je opgevoerde vrouwlief, wie is zij? wat doet zij? weet ze wel dat jij over haar schrijft? is ze op de hoogte van je galgehumor? bestaat ze wel of heb je haar verzonnen?...

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)