Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

IN THE YEAR 4545

Het telekinetische ruimtevaartuig, met ongeveer soortgelijke vermenselijkte robots met verregaande telepathische krachten, landde op de planeet aarde, en na hun eerste bevindingen zond de bemanning de resultaten van hun onderzoek razendsnel weer terug naar Mars.

Na een crash destijds, in de informatievoorziening en archieven op Mars, was er een groot gedeelte van hun geschiedenis gewist. Dit dramatische gebeuren was al ergens rond het jaar 2525 gebeurd en men had toen op Mars grote problemen. De hele informatie-infrastructuur stond daar op z’n kop en moest eigenlijk weer zo’n beetje opnieuw opgezet en opgebouwd worden.
Nu in deze jaren had men bijna alles weer op orde en ontstond vanuit de restanten van een heel klein beetje primitief oermenselijkheid, de behoefte, om de antwoorden te zoeken op de vraag waar de Marsbewoners nou eigenlijk precies vandaan kwamen. Het gerucht ging al enkele eeuwen dat dat van de planeet Aarde was.
Nu was het dan eindelijk zover dat men dat gerucht c.q. theorie ging onderzoeken door het bovengenoemde ruimtevaartuig en bemanning erop uit te sturen.

Verrassend was voor hen te zien dat er vreemde verwilderde wezens rondliepen – wezens die in de verste verte iets op hen leken. Waren dit die zogenaamde ‘mensachtigen’ ? En er liepen ook andere merkwaardige wezens, zeer waarschijnlijk ‘dieren’ genaamd, waarvan men het bestaan niet kende.

Op Mars schrok men van de beelden. Een overwoekerde planeet die behoorlijk groen en waterig was, met een hoog zuurstofgehalte. Iets wat men op Mars minder voorhanden had en ook niet echt meer nodig. De mensen waren daar geëvalueerd naar nietiger wezens die minder behoeftes hadden.

De vraag rees: zou het echt kunnen dat we van die wezens afstamden? In de verste verte lijken we er wel een beetje op – maar opgravingen moesten aanwijzingen geven over het hoe en wat. Als het waar was – hoe en waarom zitten we nu dan op Mars?

Er werden aanwijzingen gevonden dat er vele grote ‘steden’ moesten zijn geweest. Er werden skeletten gevonden met gekke rechthoekige losse vormpjes met gekke tekens erop zoals Samsung, Iphone, Apple, LG, Huawei, Motorola en nog meer – wat het zou kunnen zijn, bleef vooralsnog gissen. Ze leken op bepaalde plaatsen wel heel extreem samen te hebben geklonterd. Grote groepen leefden waarschijnlijk op één plek. Wat was de reden daarvoor. En als ze dat deden, dan moesten ze zich in een systeem hebben gestort waarin ze heel erg afhankelijk van iets waren.

Na jaren van onderzoek en jaren van opgravingen en het vinden van gebouwen, kwamen ze er achter, dat uit stapels en pakken papier(waren dat dan die boeken) met volgeschreven bladen(dat wezen op Aarde stelde nog informatie te boek – erg primitief dus) bleek dat dat ‘iets’ zoiets als economie heette. Vermoedelijk waren ze daar aan ten gronde gegaan. Het moest iets belangrijks en groots zijn geweest, maar toch vermoedelijk had dat systeem z’n zwakke kanten. Anders was die samenleving niet kapot gegaan.

Jaren later kwam men erachter dat iets heel kleins waarschijnlijk de mogelijke oorzaak was geweest – het probleem van meerdere elkaar snel opvolgende virussen, vermoedelijk ontstaan uit overbevolking – wat wel de reden moest zijn. Daardoor was de ‘mensheid’, of wat er nog echt menselijks was, aan de toen al enigszins hybride mens, waarschijnlijk naar Mars uitgeweken.
Op Mars was door de tientallen eeuwen heen een heel ander type mens ontstaan, zoals gezegd – een nog verder doorontwikkelde hybride soort, die hoofdzakelijk in een virtuele omgeving leefde, weinig nodig had. Virtuele huizen die wel degelijk privacy en geborgenheid konden bieden. Ach, die mogelijke voorouder op Aarde zou het allemaal onmogelijk kunnen bevatten als ze hier op Mars zouden rondkijken. Het ging hun fantasie ver te boven. Door bepaalde telepathische en telekinetische en nog niet voor aardbewoners in woorden te vangen processen, werden de ‘mensen’ op Mars vermenigvuldigd.
Er bestond slechts één soort mens. Seks bestond amper en was iets vergelijkbaar als het aan je kont krabben of aan je neus peuteren. Lekker maar meer ook niet.

Plotseling schrik ik nadat dit laatste schokkende feit tot me doordrong bezweet wakker. Geen seks, dus vermoedelijk ook geen liefde!? De oerdrift waar de mensheid op is gebaseerd – gedoofd, uitgebannen?
Mijn droom spat als een zeepbel uiteen en langzaam vervaagt en zweeft de tekst, waarop mijn droom was gestoeld, naar de vergetelheid.
De tekst, van dat idiote liedje of misschien juist helemaal niet zo idiote liedje van Zager Evans:

In the year 2525, if the man is still alive.

Schrijver: catrinus
Inzender: C.A. de Boer, 28 maart 2020


Geplaatst in de categorie: overig

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 99



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)