Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De Calamity Jane van Amersfoort

Via de Hogeweg en de Stadsring sloeg hij de Blekerssingel in. Op de Heiligenbergerweg ging hij rechtsaf de Bisschopsweg op, waar hij zijn Lamborghini Veneno Roadster parkeerde. In een vorig leven woonde Everard Liefaard aan de Berliozstraat, maar die huizen zijn allang naar de vlakte gegaan. Er is nog wel een Berliozpad. Hij had vaak langs de Heiligenbergerbeek en in het Park Randenbroek gewandeld, even weg uit zijn armoedige woonomgeving, waar hij overigens met veel plezier woonde, want je kon er doen wat je wilde en als bohemien viel je nauwelijks op. Het was echt aan de rand van de stad, met het uitzicht op de E30. Sinds zijn doorbraak met zijn psychologische thriller 'Caleidoscopische Onderwereld' is het hem alsmaar voor de wind gegaan en publiceert hij de ene na de andere literaire bestseller. Hij is bevriend met bijna alle internationale schrijvers, die iets in de pap te brokkelen hebben. Gisteravond had hij nog een enerverend kroeggesprek met Tommy Wieringa en vorige week was hij nog op bezoek bij Cees Nooteboom. Zijn uitgever Mai Spijkers is helemaal idolaat van zijn werk en als een nederig hondje dartelt hij om hem heen, smekend om nog meer lekkers. Als multimiljonair hoeft Everard zich niet meer uit te sloven, maar het is natuurlijk niet het geld, wat hem drijft, maar de pure passie voor het zo literair mogelijk geschreven woord. Zijn internationale roem brengt hem dikwijls op adembenemend mooie plekken, waar hij vroeger alleen maar van kon dromen. De reden, waarom hij hier in het park loopt, is een afspraak met één van zijn allerliefste vriendinnen uit zijn verre verleden. Ze hebben elkaar wel zo'n 25 jaar niet meer gezien. Al is het al in de avond en had hij haar liever bij hem thuis ontmoet, 'Ze zal er wel zo haar redenen voor hebben!', denkt hij, 'en misschien komt ze wel later met me mee!'. In de verte ziet hij haar gelooft hij al staan. 'Eens even goed kijken', denkt hij, 'is dat ze? Ja, dat moet wel haast, diezelfde guitige blik en diezelfde stoere houding!'. Op enkele meters afstand roept hij 'Evelien?'. 'Ja, mafkees, ik ben het, ik had ook jou bijna niet meer herkend!', antwoordt ze vrolijk, terwijl haar goddelijke ogen meteen weer beginnen te glimmen. Ze kussen elkaar drie keer op de wangen en ze geven elkaar een lange en warme hug. 'O, meid, wat voelt dat weer als vanouds zo verdraaide lekker!', zegt Everard opgelucht en geëmotioneerd. Als reactie op zijn woorden knijpt ze hem nog eens extra stevig in haar krachtige en bijzonder tedere armen. 'Ben je met de fiets?', vraagt ze, terwijl ze diep in zijn verstrooide en ontwaakte ogen kijkt. 'Zoiets', antwoordt hij, 'maar laten we wat gaan wandelen!'.

Bij de tennisbaan gaan ze op het terras zitten en bestellen ze wat te drinken. Evelien was vroeger één van de aanvoersters op het Body & Soul Centrum in de bossen van Lage Vuursche en daar heeft Everard haar ontmoet. Hij was meteen al weg van haar, van hoe ze deed, hoe ze sprak, bewoog, lachte en danste. Ze zat gewoon superlekker in haar lenige vel en ze sprong van de hak op de tak en ze was vooral altijd in voor een geintje. Bovendien was ze bloedmooi en keek hij mijlenver tegen haar op, want volgens hem was zij toen een soort vrouwelijke Osho met door de Kosmos ingegeven tovergaven. Ieder woord van haar leek superbelangrijk en koesterde hij als een relikwie. Zij was zijn geestelijke leidsvrouw en zij leek uit magische oorden te komen. Zij moest wel ergens het licht hebben gezien en hij was haar zo dankbaar, dat zij op één lijn met hem wilde communiceren. Haar verlichte geest strooide onzichtbare elfjes en kabouters in zijn aura. 'Ik heb Maria Magdalena ontmoet!', dacht hij terecht, 'zij is een heilige van vlees en bloed!'. Natuurlijk kun je ook gewoon zeggen, dat Everard smoorverliefd op Evelien was, want dat was hij tot in al zijn jubeltenen. Het was niet alleen de smetteloze schoonheid van haar welgevormde lichaam, maar bovenal de serene uitstraling van haar zuivere, zachtaardige, onbevooroordeelde aura. Ze was uitermate broos, maar tevens oervrouwkrachtdadig onomstotelijk. Hij kijkt naar haar sierlijke voeten in haar slippers. Ze heeft haar tenen zachtroze gelakt. Terwijl ze van haar witte wijn drinkt, kijkt hij naar haar wulpse mond en het rijper geworden, oudere gezicht. 'Ik meen me toch te herinneren, dat je vroeger donker haar had of niet soms?', vraagt hij. 'Dat klopt, maar nu is het dit!', zegt ze, 'vind je het mooi?'. 'Jazeker!', zegt hij, terwijl hij even door haar haar strijkt. 'Wat harder opslaan, Alie!', schreeuwt een bierbuikvijftiger aan de andere kant van het tennisnet, terwijl Alie puft en hijgt. 'Alie's borsten gaan wel heel hard op en neer, dat lijkt me niet echt gezond!', zegt Everard. Evelien moet lachen. Een twee uur later begint het te schemeren en drentelen ze nog steeds door het park. Bij het duifhuis trekt Evelien hem naar zich toe en geeft ze hem een flinke tongzoen, terwijl ze haar rechterbeen om zijn middel knelt. Hij streelt haar vrijgevige borsten en ze smullen vol overgave van elkaar. Zij streelt hem over zijn kruis en hij weet haar slip onder haar jurk naar beneden te trekken. Ze trapt eerst de slippers weg en daarna haar slip. Ze belanden ergens in de bosjes. 'Straks kun je ze niet weervinden!', zegt hij bezorgd. 'Geeft niet, mallerd, ik heb er honderden!', roept ze en ze rent richting het Witte Huis, waar ooit de architect/kunstenaar Jacob van Campen woonde, die in de Sint-Joriskerk begraven is.

Bij het standbeeld 'Zonnewijzer/Ruiter te paard' van Aart van den IJssel haalt hij Evelien in. Ze stoeien wat met elkaar, terwijl het steeds donkerder wordt en ze elkanders gezichten moeilijker kunnen onderscheiden. 'Er hangt sex in de lucht!', grapt Evelien ineens, 'ruik jij dat ook?'. 'Jij, verrekte dondersteen, kom hier jij, dan zal ik jou beminnen, zoals je nog nooit door iemand bemind bent!'. 'Ach, mam, wat weet jij daar nou van, zie me eerst maar eens te versieren!', zegt ze, terwijl ze baldadig en ongegeneerd haar jurk uittrekt en die over de stalen ruiter gooit. 'Zo, die kan ons tenminste niet meer begluren!', zegt ze en ze grinnikt. 'Jij durft!', roept Everard manmoedig, terwijl hij zijn broek en onderbroek over de jurk heen gooit. Evelien draagt geen BH en zij stuurt zijn handen naar haar tedere bollingen met de geprikkelde tepels. Ondertussen friemelt zij aan zijn steigerende trompet. 'Volg me!', zegt ze ineens en weg is ze. Voor Het Witte Huis staat ze wijdbeens hem te imponeren. 'Twee pistolen erbij langs jouw stevige heupen en je bent sprekend Calamity Jane!', zegt hij adorerend. 'Je windt me op, cowboy!', reageert ze vurig, terwijl ze een ruit inslaat. 'Jezus, gek, wat doe je nou!', roept hij, terwijl hij verschrikt om zich heen kijkt, bang dat iemand het heeft gehoord. 'Spannend toch, cowboy, als je me zo graag wilt beminnen, probeer me dan eerst maar eens te pakken!', zegt ze, terwijl ze vliegensvlug in het grote huis verdwijnt. Bang voor glas in zijn voeten, stapt hij voorzichtig naar binnen en probeert hij zichzelf te oriënteren. Gelukkig wennen zijn ogen snel aan het donker en deels op de tast doorzoekt hij de kamers op de benedenverdieping. 'Daar ben je in ieder geval niet!', zegt hij hardop. Hij gaat een brede trap op, waar hij op de eerste verdieping weer alle kamers doorzoekt. Ook daar is zij niet te vinden. Zijn piemel is inmiddels gekrompen en het begint allemaal wat eng en spookachtig te worden, maar eindelijk is er de kans om met haar te kunnen vrijen en dat laat hij zich door niets afnemen. De treden van de trap naar zolder kraken enorm en hij luistert of er beneden niet toevallig gealarmeerden opdoemen. 'Blijkbaar houdt ze van spannende locaties!', denkt hij.

Hij vindt haar in één van de zolderkamers, waar ze een kleed heeft neergelegd, die op de eerste etage had gevonden. 'Kom nou maar eens lekker bij mij liggen, Lucky Luke, en doe maar met me waar je zin in hebt!', zegt ze met een intens zwoele stem. Daar hoeft hij niet lang over na te denken en hij gaat verheugd naast haar wat afgekoelde lichaam liggen. Ze strelen elkaar warm en ze tongzoenen minutenlang. 'Heb je de deuren goed op slot gedaan?', fluistert ze met een giechelllachje. 'Sttt!', zegt hij, 'er is verder niemand hier, laat me jou eens helemaal totaal verwennen!'. 'Graag, oude snoeperd, maar lik het lekkers er niet vanaf!', zegt ze met hijgende stem. Hun geslachtsorganen beginnen flink in beweging te komen en na veel gezoen, gestreel en gelik zit het voorspel er eindelijk op en gaat de werkelijke liefdesdaad van start. Eindelijk beukt hij zichzelf helemaal wappie tussen de meest begeerde benen van zijn lang en meeslepende verlangens. Alles gaat van een leien dakje en beiden vullen elkaar soepel en bevredigend aan. Door het donker kunnen ze elkaar niet goed waarnemen, maar wel genoeg om tevreden te zijn. Dat donker maakt het juist geheimzinniger en biedt ruimte voor verdere dromen. 'Dit is werkelijk goddelijk!', hijgt hij, 'hiermee maak je mijn leven helemaal compleet en vervuld!'. 'Sttt!', fluistert ze kreunend, 'niet teveel praten, voel het!'. De hete liefdessappen vermengen zich en na een waanzinnig, kundalini-achtig eindsalvo zakken ze intens bevredigd in elkaar en op elkaar. Ze kussen en strelen elkaar nog wel een half uur na, voordat ze naar beneden glippen. Hun kruinchakra's tintelen van genot en verlichting. 'Voorzichtig, hier ligt glas!', fluistert hij, 'kom maar, ik til je wel!'. Na wat zoeken vinden ze het merendeel van hun kleren terug en lopen ze naar de uitgang. 'Eindelijk is die jarenlange spanning van de baan!', denkt Everard, 'maar nu wil ik niet anders meer!'. 'Ik ben met de auto!', zegt zij, 'kan ik je ergens afzetten?'. 'Waar woon je eigenlijks?', vraagt hij. 'In de binnenstad van Utrecht, daar heb ik ook mijn lesruimte!', antwoordt zij. 'Ik zwaai je wel uit en hier heb je mijn visitekaartje!', zegt hij, 'kom me maar zo snel mogelijk opzoeken!'. 'Zal ik doen!', zegt ze en ze kust hem nog eens extra hard op de mond. Hij staart de koplampen na. Terug in zijn eenzame ruimte laat hij de deur van zijn auto op afstand openen en thuis in zijn huis op de Regentesselaan 32 zit hij nog urenlang na te genieten. Evelien belt even. 'Hoe vond je me?', vraagt ze. 'Een hogepriesteres van de liefde!', antwoordt hij, 'en ik ga graag nog heel lang bij jou in de leer!'.

Schrijver: Joanan Rutgers
15 juni 2020


Geplaatst in de categorie: liefde

5.0 met 1 stemmen 134



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)