Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Het desastreuze verraad in Uithuizermeeden

Sinds de allround-kunstenaar en miljonair Hendrik Keuning in het huis aan de Hoofdstraat nummer 190 is gaan wonen, is Uithuizermeeden er flink op vooruit gegaan. In 2007 kocht Hendrik ook het huis op de Hoofdstraat nummer 13, waar het Willem de Mérode Museum gevestigd is, is, want Hendrik heeft dé grote doorstart gemaakt en ook zijn eigen De Mérode-collectie eraan toegevoegd, inclusief diverse broeken, jasjes, hoeden, petten, sokken en witte onderbroeken, die door De Mérode gedragen zijn. Ook een spijkerbroek, die hij als jonge jongen in Spijk gedragen heeft. Het schijnt dat die Groningers zo ongeveer alles bewaren. Hendrik's huishoudster heet Mien Van der Schaar en zij gaat iedere zondag in de 13-de eeuwse Mariakerk ter kerke. Daar bidt zij ook voor het zieleheil van haar werkgever, die als overtuigd atheïst nergens in gelooft, behalve heel soms in kabouters. Hendrik is wel eens met Mien naar haar kerk gegaan, maar alleen om inspiratie voor zijn schilderkunst op te doen en om naar de zeer spaarzame, knappe heren te loeren. 'Wat een stugge aardappelkoppen!', had hij nadien gezegd, 'wat een lelijke kleihompen!'. Mien had zich toen zichtbaar erg geschaamd. Waarom weet ze zelf ook niet meer. Later had hij haar koffie geprezen en was alles weer vergeten. Ze heeft hem wel aangespoord om enkele schilderijen van de Mariakerk te maken, zo met die prachtige blauw-witte toren. 'Een Griekse kleurenmix en dat hier in Uithuizermeeden!', had hij uitgeroepen, 'ze moesten eens weten, die homofobe proleten, al vermoed ik dat hij in de tijd van Willem de Mérode andere kleuren had!'. Een Amsterdams homopaar had alle Mariakerkschilderijen opgekocht. Dat was al met al bijna een half miljoen euro geweest. Mien kreeg een aardige loonsverhoging. Hendrik huurt een oude boerenschuur bij de 82-jarige herenboer in ruste Antinoüs Corbijn. Dat is Hendrik's atelier en daar maakt hij tevens allerlei soorten beeldhouwkunstwerken. Momenteel is hij bezig met een standbeeld van Willem de Mérode, die op zijn knieën zit, terwijl hij van een gereformeerde boer met horens een nekschot krijgt. De biddende handen van Willem knijpen zijn handen krachtig ineen. Volgens zijn vriend Bram Ubbens, die in Middelstum woont, maakt het beeld geen schijn van kans en zal de gemeenteraad het unaniem afkeuren. 'Dan probeer ik het gewoon landelijk te slijten!', zei Hendrik, 'maar wieweet tolereren ze wel een mooi naaktbeeld van jou!'. 'Zover zijn ze hier zeker nog niet!', antwoordde Bram. 'Jezus, wat een achterlijke slakken!', zei Hendrik, 'in de Griekse en Italiaanse oudheid maakten ze alleen maar naakten en ook mannen, juist mannen! Denk maar aan die blote David van die geniale homo Michelangelo!'.

Het is zaterdagavond en Hendrik staat op het NS-stationnetje van Uithuizermeeden. 'Vroeger stond hier nog een behoorlijk stationsgebouw', denkt hij pissig, 'tegenwoordig moeten we het met zo'n zakelijk en aftands bushokje doen!'. Uit pure walging gaat hij er altijd enkele meters vandaan staan. Het spoortreintje stopt en er stappen vier mensen uit. De achterste is een rijzige jongeman met een alpinopet en een nog niet aangestoken sigaret. 'Jij moet Reind zijn!', zegt Hendrik en hij steekt meteen zijn hand uit. 'Dat klopt!', zegt Reind Flierefluiter, 'en dan ben jij natuurlijk Hendrik Keuning of niet soms?'. 'Jazeker, aangenaam, kom verder, dan nemen we mijn auto om naar het atelier te gaan!', zegt Hendrik, die meteen in zijn nopjes is bij het zien van zo'n knappe en stijlvolle jongeman. 'Die is zeker nog minderjarig', denkt hij even, 'maar dat ga ik hem niet vragen, no way!'. In het atelier heerst een inspirerende stilte en er zijn felle lampen. 'Heb je al eens eerder naakt geposeerd?', vraagt Hendrik. 'Voor diverse vrienden!', zegt Reind, die de ene na de andere sigaret rookt. 'Nou, kleed je dan maar uit en dan gaan we meteen beginnen, want mijn spullen zijn altijd gebruiksklaar!', zegt Hendrik verheugd, 'een glas cognac erbij?'. Reind knikt en hij staat even later piemelnaakt te showen. 'Doe je benen zo wijd mogelijk uit elkaar, alsof je een vrouw bent!', zegt Hendrik, die na een ruwe schets meteen de smaak te pakken krijgt. 'Voor deze pose is het wel 100 euro extra!', zegt Reind, 'maar dat mag geen probleem zijn of wel?'. 'Je krijgt 500 extra als je zo blijft liggen!', antwoordt Hendrik, 'en nog eens 500 als je vannacht bij me blijft!'. 'Ho ho, dat zit niet bij de deal inbegrepen, dacht ik, maar voor 1000 extra wil ik er nog even over nadenken!', reageert Reind, die om een nieuw glas cognac gebaart. 'Zo blijven liggen, ik zet de fles wel naast je!', zegt Hendrik opgewonden en helemaal in zijn sas. Naarmate het naaktschilderij vordert, stijgt de jolige stemming. Hendrik laat twee pizza's komen en ze openen een nieuwe fles cognac. Ondertussen belt Mien bij pastoor Henk Donderpreek aan en doet zijn dienstbode Flora Tietjes open. 'Snel!', hijgt Mien, 'ik moet dringend meneer pastoor spreken!'. Ze vliegt als een bezetene door de lange, marmeren gang en zonder te kloppen loopt zij de studeerkamer van de pastoor binnen. 'Wat heeft er zo'n haast, mijn lieve Flora?', zegt hij, 'o, maar, ben jij het, Mien, wat brengt jou opeens hier?'. Terwijl de koorknaap Bram Kuitert snel zijn onderbroek en broek omhoog trekt, zegt Mien haastig: 'Het gaat over meneer Keuning, meneer pastoor, ik ben er nu zeker van, dat hij zelfs minderjarige jongens schildert, naakt moet u weten, en dan ook nog, u weet wel!'. 'Wat weet ik wel, mijn arme, ga toch even zitten!', zegt de bezwete pastoor, terwijl hij met een driftig wegwuifgebaar de verlegen Bram wegstuurt. 'Nou, dat hij ook met zijn modellen naar bed gaat en dat doet wat God zo nadrukkelijk verboden heeft!' 'Doet hij het met andere mannen en zelfs minderjarigen?' 'Ik vrees het van wel, meneer pastoor' 'Het lijkt wel of de geschiedenis zich hier herhaalt, eerst die perverse dichter met zijn bolle saterkop en nu dan die slinkse schilder met zijn vieze ondeugden!' 'Zullen we veldwachter Boris Heikneuter erbij halen?' 'Dat gaan we zeker doen, even mijn jas pakken en dan gaan we op weg!'. Ze treffen Boris thuis en hij trekt eerst zijn uniform aan. Zijn dienstwapen gaat ook mee. 'Blijf jij maar thuis, Mientje, want het is veel te gevaarlijk voor jou, we nemen later wel contact met jou op en bid ondertussen voor ons!', zegt de sputterende hemeldragonder Henk. Boris knikt instemmend en even later dwalen er twee fietslichten door de donkere nacht en langs de sompige kleigronden.

Hendrik en Reind hebben natuurlijk niets in de gaten en zij liggen ergens op een berg hooi te rollebollen. 'Getver, dat prikt!', roept Reind, 'heb je geen kleed of zo?'. Hendrik spreidt een tafellaken en zij beginnen elkaar optimaal te beminnen. Terwijl Reind zijn roede tussen de billen van Hendrik schuift, naderen de pastoor en de politieman. Ineens slaakt Hendrik een luide kreet van opperst genoegen, wanneer Reind diep in hem naar binnen dringt. Boris trekt de schuifdeuren open en hij krijgt bijna een beroerte van wat hij daar allemaal ziet. Overal staan naaktbeelden van mannen met overdreven erecties en schilderijen met schandalig afgebeelde, naakte mannen. Al die afgebeelde fallussen doen hem duizelen. 'Het is hier Sodom en Gomorra!', schreeuwt Henk, 'de fik in deze blasfemie!'. Zodra Boris de naakte Hendrik en Reind ziet, trekt hij zijn pistool en roept hij: 'Halt, in naam der wet, steek jullie handen in de lucht en kleed jullie eerst maar eens aan!'. 'Dat lukt niet met opgestoken handen!', greinst Reind. 'Aankleden!', gebiedt Boris, die denkt dat hij een grote drugsbende heeft betrapt. Terwijl Henk hem afleidt, omdat hij de schilderijen en de beelden begint te vernietigen. 'Niet nu, Henk!', roept Boris. Reind weet van die verwarring gebruik te maken door zich op Boris te storten. Er klinkt vrijwel direct daarna een schot. Het is Boris, die blijft liggen. Een bloedplas dijt uit. 'Hou die gestoorde psychopaat tegen!', schreeuwt Hendrik tegen Reind. 'Hé, pastoortje, je knijpt de katjes in het duister hé, vieze, vuile tietjesknijper!', roept Reind, die drie kogels in de dikke buik van Henk knalt. 'Ook uitgeschakeld!', zegt Reind koel. 'We moeten ze in de gierkelder gooien!', roept Hendrik, 'kom me helpen!'. Maar Reind heeft heel andere plannen en hij giet benzine over alles wat brandbaar is. 'Zeg me waar je jouw geld verbergt, want anders steek ik deze hele klerenzooi in de fik!', dreigt Reind. Hendrik pakt zijn schatkist en geeft hem aan Reind. 'De ballen, gore schandknapenmisbruiker!', zegt Reind, terwijl hij Hendrik met twee schoten door het hoofd schiet. Daarna gooit hij zijn brandende aansteker in de benzine. Vijf minuten later staat het atelier in lichterlaaie en de ontwaakte en geschrokken Antinoüs Corbijn haast zich naar het dorp. Het halve dorp staat reeds naar de vuurvlammen te kijken, terwijl er een brandweerauto met sireneherrie over de Hoofdweg scheurt. Mien rent hysterisch van de één naar de ander. 'Het duivelshol brandt uit!', krijst ze, 'de hel is overwonnen!'. Ze beseft niet half wat er allemaal is gebeurd. Reind zit inmiddels in de trein richting zijn roversnest. Alle sporen van hem zijn uitgewist. Hij klemt de schatkist stevig tegen zich aan. 'Voorlopig hoef ik niet meer te poseren!', denkt hij volop bevredigd.

Schrijver: Joanan Rutgers
20 juni 2020


Geplaatst in de categorie: misdaad

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 43



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)