Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

André Rieu gearresteerd

'Marjorie, lieverd, ik ga nog even naar Jacques om zijn partituur door te spreken!', roept André tegen zijn vrouw, die boven in het kasteel Huis de Torentjes in de nieuwste roman van Griet Op de Beeck aan het lezen is. 'Prima, schat, doe je de deur goed op slot?', roept zij terug. Sinds er de vorige maand weer is geprobeerd om bij hen in te breken, is de Joodse Marjorie nog schichtiger dan ze al was. 'Ze denken zeker dat hier veel te halen valt!', zei ze tegen André. 'Dat klopt natuurlijk ook!', had André gezegd, 'maar ze moeten daar met hun jaloerse klauwen vanaf blijven!'. Hun 16-de eeuwse kasteel aan de Lage Kanaaldijk 63 is extreem goed beveiligd, maar toch proberen ze het zo af en toe, die luie nietsnutten. Gelukkig bergt André zijn Stradivarius uit 1732 altijd goed op. Hij is zelfs de enige die het cijferslot kent. Marjorie heeft liever dat André 's avonds zoveel mogelijk thuis blijft, want in het donker gebeuren de meeste misdaden. Bovendien is hij al zoveel van huis geweest en houdt die corona hem tenminste wat meer bij haar. 'Maar ook al ligt zijn orkest nu op zijn gat, hij blijft natuurlijk een onrustige muzikant!', denkt ze, terwijl ze met haar wijsvinger langs de romanzinnen van Griet glijdt. Ze leest langzaam, maar dat zal de leeftijd wel zijn. Aanstaande zondag is de familie weer compleet en komen hun zonen Marc en Pierre met hun aanhang in het Huis de Torentjes eten. Daar verheugt ze zich enorm op en met die onderliggende blijdschap leest het boek van Griet ook veel beter. 'Gunst!', denkt ze, 'wat heeft die vrouw veel geleden als kind, zo met die afschuwelijke verkrachtingen door haar krankzinnige vader, en wat heeft zij zichzelf daar formidabel aan ontworsteld en wat is ze nu een fantastische schrijfster en wat heeft ze een verrukkelijke stem!', denkt Marjorie, die haar wijnglas nog maar eens vult.

André wandelt inmiddels richting de Sint Bernardusstraat 29, waar hij verwacht wordt. Toch is het niet de dirigent Jacques Bevors die daar woont, maar zijn geheime vriend Sjoerd Spreeuwart, een piano-leraar aan het conservatorium. Ze hebben elkaar vier jaar geleden tijdens een besloten carnavalsfeest ontmoet. Ze waren toen beiden als piraat verkleed, waardoor ze aan de praat raakten. Sjoerd is dertig jaar jonger, maar er was meteen een superklik. Sindsdien zien ze elkaar om de zoveel tijd, maar altijd in het grootste geheim, want André is ontzettend bang dat zijn homoseksuele relatie ontdekt zal worden. Niet alleen om Marjorie en zijn zonen, maar ook om zijn wereldwijde reputatie van gevierde hetero-seksueel, die op de diverse podia volop flirt met zijn beeldschone, vaak rondborstige en betoverd sexy gevormde sopranen. Hij houdt ook echt wel van het vrouwelijk schoon en de schitterende jurken, maar ten diepste ligt zijn hart bij de herenliefde. Zijn knappe verschijning, zo met zijn lange haren, heeft er voor gezorgd, dat hij menige homoseksueel achter zijn broek aan kreeg, wat soms tot een avontuurtje leidde, maar altijd strikt geheim gehouden. Binnen zijn Johann Strauss Orkest zaten en zitten ook enkele homoseksuelen, maar die houdt hij bewust keurig op een afstand. Hij doet wel aardig tegen ze, maar hij laat niets van zijn ware aard merken.

André mag dan multimiljonair zijn, het steekt hem toch wanneer hij op het Vrijthof zijn eigen koffie en vlaaipunt moet betalen. Volgens hem heeft hij de Maastrichtse horeca op het Vrijthof een enorme dienst bewezen door daar ieder jaar een megaconcert te geven. Door hem hebben die lui extra veel omzet gemaakt. Dus is het zeer unfair wanneer hij door hen voor zijn koffie en vlaai moet betalen. Daar zit wat in, maar dat weten al die jeugdige serveersters niet. Bovendien gruwelen die serveersters van zijn quasi-romantische kitsch-muziek, laat staan dat ze er überhaupt van op de hoogte zijn. Er zijn genoeg mensen, die zijn populair gemaakte bejaardenmuziek gestileerde snertmuziek vinden, walgelijk verneukte Strauss-walsen. Voor deze mensen, die voor kwaliteit gaan, is het een pijnlijke straf om naar die weeïge sleurdeuntjes voor rijke bejaarden te moeten luisteren, zij verfoeien die kitsch-romantiek en absurde glitter en glamour. Voor hen zijn die peperdure decors en gewaden weggegooid geld. Zij zijn allergisch voor die theatrale showbink en ijdeltuit met zijn ingestudeerde babbeltjes en flauwe grapjes. Zij krijgen de bibbers van al die opgeklopte vrolijkheid en dat stompzinnige, vetgemeste, stomdronken publiek zonder enige vorm van diepgang. Er zijn wel eens dagen, dat André zijn decadente circus ook verfoeid, maar wat wil je, hij verdient er zijn miljoenen mee! Dus speelt hij net zolang door, totdat de melkkoe uitgemolken is.

Er brandt licht in de voorkamer van het witte huisje. Hij klopt op het raam en even later doet Sjoerd al open. Zodra de deur gesloten is, omhelzen zij elkaar en wordt er hevig gezoend. 'Heb je het geld bij je?', vraagt Sjoerd botweg. 'Door de corona is er veel geldverlies!', zegt André, 'ik kan je nu niet de volle pond betalen!'. 'Laten we eerst maar even naar mijn slaapkamer gaan!', zegt Sjoerd met een ondeugende glimlach. Op de trap kan André het niet laten om aan de strakke billen van zijn geheime minnaar te zitten. 'Je hebt er weer eens veel zin in hé!', zegt Sjoerd, die zichzelf in de slaapkamer razendsnel weet uit te kleden. Twee minuten later is André ook uitgekleed en duikt hij bij Sjoerd in bed. Er volgt veel gefriemel, gekus, gelik, gestreel, getrek, gepijp en billengedoe. Beiden vermaken zich opperbest. Na de nodige standjes en inspanningen liggen ze uitgeput en tevreden naast elkaar. Ze roken samen een jointje en ze drinken wat port. 'En toch wil ik nu het hele bedrag, want anders ga ik morgen meteen naar de landelijke pers!', zegt Sjoerd met een valse grijns. 'Ik heb maar de helft bij me!', zegt André gepikeerd. 'Man, je barst van het geld, die duizend euro per keer kun je echt wel missen!', zegt Sjoerd, die wat rook in André's gezicht blaast. 'Je bent echt een vuile chanteur!', zegt André, 'maar okay dan maar, ik breng je de andere helft bij de Helpoort, om één uur zal ik er zijn!'. 'Waarom daar?' 'Omdat ze mij niet steeds bij jou naar binnen moeten zien gaan!' 'Wie let daar midden in de nacht nou op?' 'Je wilt het niet weten, dus tot later dan!'.

Thuis zit Marjorie nog steeds in haar roman te lezen en is ze hoogst verbaasd, wanneer André zegt, dat hij er toch nog even vandoor moet. 'Het lijkt wel alsof je een minnares hebt en dat op jouw leeftijd!', schertst ze. 'Mallerd!', zegt André, 'ik was vergeten de pijp van Jacques terug te geven, vandaar!'. 'Ik ga alvast naar bed!', verzucht Marjorie. André rommelt wat in zijn studeerkamer en daarna snelt hij naar buiten. Op straat denkt hij aan zijn vroegere vioolleraar Herman Krebbers en aan zijn vader, die ooit de dirigent van het Limburgs Symfonie Orkest was. Hij denkt eraan hoe zijn vriend André van Duin hem bijna als homoseksueel ontmaskerd had. Dat zou een ramp geweest zijn. De angst giert alsnog door zijn keel en aderen. Hij versnelt zijn pas en hij kan zijn woede niet meer bedwingen. Hij wordt wereldwijd gerespecteerd en aanbeden, terwijl die ordinaire homohoer hem de stuipen op zijn lijf jaagt met zijn gedreig en inhalig gedrag. Hij ziet Sjoerd al bij de Helpoort staan. 'Natuurlijk staat hij daar al, als er maar weer wat te halen valt!', denkt André. Er is verder niemand te zien. 'Schiet een beetje op!', zegt Sjoerd, 'want het is verrekte koud!'. 'Weet je dat de kunstschilder Jef Schipper boven de poortdoorgang zijn atelier had?', vraagt André. 'Nee, maar dat kan me ook geen reet schelen, geef die poen nou maar, dan kan ik weer naar binnen!', zegt Sjoerd ongeduldig. In de poortdoorgang drukt André Sjoerd ineens keihard tegen de oude, bakstenen aan. 'Wat krijgen we nou?', zegt Sjoerd. André zegt niets en hij steekt meerdere keren in de buik van Sjoerd, die daarna op de grond valt. Nadat André zijn mes diep in de nek van Sjoerd steekt, gaat hij er als een bange haas vandoor. 'En, was Jacques blij met zijn pijp?', vraagt Marjorie, wanneer André bij haar in bed kruipt. 'Nou en of, het is zijn lievelingspijp, weet je!', zegt hij met iets van angst in zijn stem. 'Slaap lekker, schat!', zegt Marjorie. 'Jij ook, schat!', zegt André. Maar André doet de hele nacht geen oog dicht.

De volgende dag staan er twee agenten bij de voordeur van het Huis de Torentjes. 'Mevrouw Rieu, is uw man ook thuis?', vraagt een agent. 'Ik zal hem even roepen!', zegt Marjorie, maar André staat al achter haar en hij heeft zijn jas al aangetrokken. Met lodderige, vermoeide ogen staart hij voor zich uit. 'Meneer Rieu, wij arresteren u op verdenking van de moord op Sjoerd Spreeuwart, of u maar met ons mee wilt komen!'. Marjorie kijkt verschrikt naar André. 'Sorry, lieverd, ik ben bang dat ik iets heel doms heb gedaan!', zegt hij met een terneergeslagen gezicht. 'U bent herkend door iemand, die nabij de Helpoort woont, meneer Rieu, en op het bureau zullen we uw DNA afnemen, zodat we die met het DNA op het moordwapen kunnen vergelijken!', zegt de agent met sproeten en een vlassig snorretje. 'Za-zal ik onze advo-advocaat bellen?', vraagt Marjorie wanhopig. 'Doe maar geen moeite, schat, want ik ga alles bekennen, álles!', zegt André.

Schrijver: Joanan Rutgers
13 oktober 2020


Geplaatst in de categorie: misdaad

5.0 met 1 stemmen 78



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)