Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Ogen Bedriegen

U kent dat wel, het fenomeen dat ogen ons soms bedriegen. Je iets laten zien wat er in feit niet staat of is. Of misschien is het correcter om te zeggen dat onze geest dat wat ontbreekt en normaal niet zou moeten ontbreken aanvult en we gemakshalve de ogen toch maar de schuld geven. Zo van: Verdorie, hoe kan dat nou, ik zag het toch duidelijk. Zelf heb ik het vaak als er iets in een eigen tekst ontbreekt, de hersenen het ontbrekende aanvullen en als je de tekst een poos later weer leest, je het opeens wel ziet.
Bij deze stel ik nog maar weer eens vast, dat ik weer een beetje gefopt ben door mezelf en zoals zo vaak iets of iemand anders in dit geval de schuld niet kan geven; hier ben ik de fout zelf.

Een mooi voorbeeldje staat bij mij op het land. Ik heb er een simpel houten hek gemaakt van planken. Het was eentje die ik van mijn vorige woonstee heb meegenomen en iets langer gemaakt met hout dat ik nog had. Helaas is een plank net te kort en ik heb geen reststuk om het te verlengen. Het gekke is dat ik het ook steeds vergeet, want mijn ogen of brein vult het reststukje dat ontbreekt automatisch aan.
Zo af en toe zie ik het weer en denk – o ja, dat stuk moet ik nog eens aanvullen.

Sommigen die dit niet herkennen, zullen zeggen: moet je mee naar de dokter gaan. Nee, dat doe ik niet, want ik weet dat ik niet de enige ben die in dit soort zaken wordt gefopt.
Kort geleden een poos in het ziekenhuis geresideerd (klinkt best wel vriendelijk hè) en ja de verpleegsters en broeders zijn er allemaal uitgerust met mondkapjes. Het gevolg is dat je dus voor een groot deel hun gezicht niet ziet en op grond van hun stem en de rest van het gezicht, onbewust hun mondpartij zelf invult. En die enkele keer, dat ze hem even op verzoek afdoen er een heel ander gezicht verschijnt dan jij had ingevuld.

Zo waren er daar 2 broeders die voor zover wij konden zien erg op elkaar leken. Beiden blond, volgens ons ongeveer dezelfde uitstraling en dus gemakkelijk te verwarren.
Op een ochtend kwam een van die broeders langs met de kar vol ontbijtbenodigdheden.
Tjonge, tjonge dacht ik: gisteravond had Niels nog avonddienst en nou laten ze die beste jongen voordat hij naar huis mag ook nog eens de ontbijtronde doen. Dat is een pittige dienst. Maar tegelijkertijd had ik ook zo iets van: dat kan toch niet. Ik wou net gaan zeggen:
‘Nou Niels, jij zult straks wel bekaf zijn.’ Maar hield me maar stil, mijn gevoel dwong me hier toe, me influisterend: hier klopt iets niet.
Hij ging de rest van kamer langs en voorzag hun van het ontbijt. De laatste dame, die schijnbaar erg van Niels gecharmeerd was, wat ik al eerder had gemerkt, begon hem een beetje aan te klampen. Even z’n aandacht opeisen, door al haar kwaaltjes en klachten waar ze afgelopen dagen en nacht wel of niet last van had gehad, aan hem voor te leggen.
Haar ‘Niels’ had het verhaal een klein kwartier aangehoord en toen keurig gezegd:
‘Mevrouw, als ik u was, zou ik het straks even met ‘Niels’ bespreken, hij is vandaag de broeder van dienst. Want ik moet nog meer kamers voorzien.’
‘Maar, jij bent toch ‘Niels’ ?’
‘Nee, mevrouw, ik ben Kevin van de catering – we worden wel vaker met elkaar verward.’
Blij dat ik mezelf maar het zwijgen had opgelegd.

En ach, iedereen had die fout kunnen maken, want die twee heren lijken in de verste verte wel degelijk op elkaar.
Beiden hoogblond en ongeveer dezelfde oogopslag. Door het feit dat je ze bijna nooit gelijktijdig in beeld had, werd door onszelf wat onder het mondkapje verborgen zat ingevuld en leken ze erg op elkaar.
Echter als je ze naast elkaar zou zetten, dan zou blijken dat er meer verschillen zijn dan je voor mogelijk zou hebben gehouden.
Een van de twee was een stuk groter dan de ander. Wat mijn ogen in eerste instantie ook niet zo nadrukkelijk hadden vastgelegd, maar beiden waren net zo vriendelijk – dus had onder andere mijn geest ze ook beiden in hetzelfde hokje gestopt.

In het ziekenhuis kreeg ik soms nog wel eens een regionale krant onder ogen, en verhip daar zag ik dat gegeven weer eens uitgewerkt in zo’n simpel zoekplaatje als: zoek de x aantal verschillen. En merk dat dat best wel eens lastig is. Ook is het principe van de legpuzzel daar een beetje op gebaseerd vermoed ik. Het ene stukje groene bos, lijkt precies op het andere.

Ogen zijn blijkbaar echte vertegenwoordigers van de mens, waar nodig in samenspel met wie we diep in onszelf zijn, beschermen ze ons, door ons leugentjes om bestwil voor te houden. Gewoon om ons niet in verwarring achter te laten en ons een beetje in bescherming te nemen.
Ogen bedriegen niet; ze zijn als de mensen zelf, ze zien dingen soms anders dan ze zijn omdat dat beter uitkomt of ons minder kwetst. Ze willen ons de wereld soms iets perfecter laten zien dan ze is, ze zijn gewoon volledig, zoals elke vezel van ons, volledig doordrenkt met mens zijn.

Schrijver: catrinus
Inzender: C.A. de Boer, 23 september 2021


Geplaatst in de categorie: algemeen

4.0 met 2 stemmen 82



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)