Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Een raadselachtig drama in Urk

'Ik heb haar gisteravond gevolgd en je zult het niet geloven, maar die verleidelijke kapster woont op Foksdiep 53, weet je wel hoe duur dat huis is?', zegt Jaap Roggebrood, die als garnalenvisser het hoofd amper boven water kan houden. 'Richting de miljoen, vermoed ik', antwoordt zijn vriend Pieter Zoudenbalch, die al jaren in een viswinkel werkt en het ook niet breed heeft, maar beiden zijn trouwe kerkgangers en wat de dominee hen zondag's in de Oud-Gereformeerde kerk vertelt, slikken ze als zoete koek. 'Ik zweer je, die vrouw klust bij als dure prostituee, want zo'n kast van een huis kun je echt niet van een kapstersalaris betalen, no way, man!', zegt Jaap op een valse toon. 'Misschien heeft ze een grote erfenis gekregen?' 'Kan zijn, maar wat moet zo'n Egyptisch mokkel nou in haar eentje met al die ruimte?' 'Misschien verhuurt ze enkele kamers?' 'Nee, man, die zit daar helemaal in haar eentje en God mag weten waar ze dat van doet!' 'Als ze ook in de cocaïnehandel zou zitten, dan zouden wij dat wel weten!' 'Precies, maar hoe het zit met de prostitutie in Urk, dat weten wij ook niet exact' 'Laat die vrouw nou gewoon met rust, man, wat kan het ons schelen waar dat mens van leeft!' 'Het maakt me pissig, Pieter, wij verdienen lang niet zoveel met ons handeltje, terwijl zij met een paar nachtjes bij enkele verveelde miljonairs weer jaren vooruit kan!' 'Weet je wat, ik ga morgen even bij Esthers Hairfashion langs om polshoogte te nemen!' 'Alsof ze iets aan jou los zou laten, mislukte Tony Montana, maar je kunt het proberen, hou me op de hoogte, kerel!' en weg is Jaap, op zijn knetterende scooter naar zijn kotter, waar hij zijn cocaïnevoorraad bewaart.

'Wat kan ik voor u doen?', vraagt de Egyptische schoonheid Antistia Lorbek, terwijl hij met open mond naar haar fantastische figuur staat te loeren. 'Ga-graag een goede knipbeurt!', antwoordt hij, 'en het liefst door jou!'. 'Ga daar maar zitten, dan kom ik er zo aan!', zegt zij, 'hoe wilt u de koffie?'. 'Met alles erin, maar niet teveel suiker!', roept hij iets te hard. Tijdens het knippen, voelt hij steeds even de toppen van haar flinke borsten tegen zijn nek en bovenarmen duwen. 'Werk je hier al lang?', vraagt hij. 'Nou, nee', zegt zij, 'ik woon nog maar een maandje in Urk, maar ik voel me hier al wel helemaal thuis!'. 'Dat is mooi, maar waar kom je dan vandaan?' 'O, uit Eindhoven, maar dat is zo'n uitgeholde stad, als het al ooit een stad is geweest!' 'Wat bedoel je?' 'Er is geen oude kern zoals hier, je voelt er geen wortels!' 'Nou, die voel ik hier anders ook niet zo, lieve schat, maar oorspronkelijk, ik bedoel, waar kom je oorspronkelijk vandaan?' 'Kun je dat niet zien? Ik heb Egyptische roots en daar ben ik maar wat trots op!' 'Hoe ben je dan in Nederland terecht gekomen?' 'Mijn vader kon hier een hoge functie krijgen' 'O, bij de regering of zo?' 'Zoiets ja'. 'Die vader van haar is natuurlijk een of ander drugsbaas', denkt Jaap meteen, 'dat verklaart haar fortuin!'. 'Waar woont jouw vader dan?' 'Die is vorig jaar overleden', zegt zij met een bedeesde stem. 'Bingo!', denkt Jaap, 'ze heeft natuurlijk de drugszaak overgenomen en ze is helemaal geen prostituee, zoals Pieter denkt'. 'Heb je een beetje een goede woning kunnen vinden, want dat valt nog niet mee hier!' 'O, best wel, in ieder geval ruim genoeg!' 'Ben je gelovig?' 'Wat is dat nou voor rare vraag?' 'Nou, niet zo raar hoor hier, want de meesten duiken hier zondag's de kerken in!' 'Ik geloof in de Marsmannetjes en vliegende tapijten, dat lijkt mij afdoende' 'Ik mag jou wel' 'Is dat zo?, wel, zou jij dan vanavond bij mij langs willen komen om enkele lampen op te hangen, want daar ben ik niet zo goed in!' 'Dan moet ik eerst even mijn agenda raadplegen, nee hoor, dat is prima, het adres?' 'Foksdiep 53' 'Geen probleem, ik zie je vanavond, okay?'. Zij antwoordt met één van de meest verleidelijke, onweerstaanbare glimlachen, die Jaap heeft gezien.

Jaap heeft het Pieter niet verteld, dat hij bij de exotische Antistia is uitgenodigd, want hij wil eerst zelf meer over haar te weten zien te komen. Onderweg komt hij Wietske Douwenga nog tegen, die graag een grammetje of twee wil scoren, maar hij heeft nu even niets bij zich, dus verwijst hij haar naar Pieter, die ze wel weet te vinden. 'Wat ga je doen?', vraagt Wietske. 'O, even wat lampen ophangen bij een kennis, niets bijzonders!', antwoordt hij en als een Sandeman fiets hij door. 'Je haar zit picobello, waar heb je dat laten doen?', roept Wietske nog. Hij kijkt niet om en zegt niets. Omdat de bel nog niet is aangesloten, klopt hij op de ramen. Even later doet Antistia open en gaan ze samen de kamers van lampen voorzien. Vanwege een open wond aan zijn linkerhand is het installeren niet geheel zonder pijn. Een snuifje coke doet wonderen en Antistia, die niet verbaasd is, wil ook graag wat. 'Goed spul zeg, waar heb je dat gehaald?' 'Ik deal er zelf in, komt ergens uit de randstad' 'Den Haag zeker' 'Den Haag indeed'. Wanneer de laatste lamp is geklaard, kijken ze of alle lampen het doen. Het huis is ineens een oase van licht en buiten is het pikkedonker. Het klikt voortreffelijk tussen Jaap en Antistia en na anderhalf fles wodka dimmen ze de lichten en duiken ze poedelnaakt het waterbed in. Als uitgehongerde dieren blijven ze maar de liefde bedrijven en merken ze niet eens, dat er iemand via de achterdeur naar binnen sluipt. Een zwarte schim, een blinkend voorwerp.

'Er komt iemand aan, ik weet het zeker, gauw, verstop je achter die kastdeur!', zegt Antistia verschrikt. Jaap snelt naar zijn verstopplek en de slaapkamerdeur gaat langzaam open. 'Wie ben je en wat kom je hier doen?', vraagt zij angstig. 'Ik kom wat geld van je lenen, Cleopatra, hou je gedeisd en doe wat ik zeg!', antwoordt de indringer. Zodra de gemaskerde man in de slaapkamer staat, springt Jaap als een zotte verdediger te voorschijn. Er klinken drie harde schoten en Jaap stort op de vloer. 'Wie is die gek?', vraagt de indringer, 'jouw pooier zeker!'. 'Hij heet Jaap en hij kwam gisteren in de kapselon en ik heb hem toen geknipt en hij heeft vanavond mijn lampen opgehangen en daarna hebben we elkaar bemind, omdat we daar zin in hadden', zegt zij. 'Jaap? Godverdegodver, Jaap? O, mijn God, wat heb ik nu toch gedaan?', roept Pieter, terwijl hij het licht aanklikt en bij hem neerknielt. 'Ken je hem dan?', vraagt zij. 'Hij is mijn beste vriend, takkenbitch, snerthoer, wat moest jij met hem in bed? Zijn al die miljonairs soms niet genoeg?', reageert hij, 'het is jouw schuld, dat hij nu dood is!'. 'Volgens mij ben ik niet degene die geschoten heeft, Billy the Kid!', zegt zij alert. Er trekt een waas voor zijn ogen en zonder na te denken, richt hij zijn revolver op haar en schiet hij haar met twee kogels naar het Walhalla. Hij aarzelt geen moment en hij gaat op zoek naar haar verborgen schatten, maar hij vindt werkelijk niets van waarde. Hij vindt wel een brief van de echte eigenaar van het huis, waarin die schrijft, dat hij Antistia erg dankbaar is voor het feit dat zij twee maanden op zijn huis wil passen, ook omdat ze zelf nog geen onderdak heeft gevonden. Pieter trekt de haren uit zijn hoofd en hij gaat beneden in het donker zitten, nadat hij een aantal flessen wodka uit de kelder heeft gesleept. Boven blijft het stil en hoe langer het stil blijft, hoe benauwder Pieter het krijgt. Na een hele fles wodka kan hij nauwelijks nog zinvol denken en tolt alles om hem heen. Terwijl het ochtendlicht langzaam verschijnt en hij meer en meer dwarrelende contouren ontdekt, stopt hij de loop van zijn revolver in zijn mond. Even later weerklinkt er een laatste schot.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
27 januari 2022


Geplaatst in de categorie: misdaad

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 39



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)