Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Crime passionel op het strand van Renesse

Renesse is in 1739 nog niet de populaire, massaal bezochte badplaats zoals later, maar er zijn wel degelijk avontuurlijke badgasten te zien. In de duinpannen doen ze zo ongezien mogelijk hun slobberige badpakken aan. De mannen dragen ook badpakken, mogelijk om hun woeste borstharen te bedekken. Behalve dan baron Seraphinus Hamelink, die draagt alleen een Tarzan-velletje en als er verder niemand in de buurt is, dan werpt hij die met veel plezier op het strand. Zijn butler Aloysius Verhaegen volgt hem dan langs de vloedlijn en staat klaar met een handdoek, zodra meneer de baron genoeg golven heeft doorklieft en uitgezwommen is. Dat duurt vandaag extra lang, want Seraphinus voelt zich lekker energiek en de aanstormende golfhoogten hypnotiseren zijn speelse karakter. Soms denkt hij dat een boze vis zijn gekrompen piemel eraf wil bijten, maar dat zet hij gauw weer van zich af. 'Malle man toch!', denkt hij dan, 'gij zult genieten!'. Op een duinheuvel ziet hij Leuntje Schot liggen, die al jarenlang achter hem aan zit, omdat ze er van overtuigd is, dat Seraphinus en zij voor elkaar geschapen zijn. Hij heeft haar al honderden keren verteld, dat hij niet in haar geïnteresseerd is, maar ze blijft hem maar op de hielen zitten. 'Maar Geertruy Davidse dan?', reageerde zij een keer, 'daar heb je openlijk strandwandelingen mee gemaakt en ik heb het zelf gezien dat jullie elkaar op de mond gekust hebben! Als je die lelijke bezemsteel kunt kussen, dan maak ik toch zeker ook een kans!'. Toen had hij even geen weerwoord, want Leuntje mag dan niet zijn type zijn, ze ziet er verdomde aantrekkelijk uit en en qua seksuele passie kan ze hem vast en zeker versteld doen staan. Er is vooral geen spirituele klik, hun geestesgesteldheden liggen niet op één lijn. Zodra Seraphinus uit de zee loopt, zwaait hij overdreven uitbundig naar de duinheuvel, waar Leuntje, lichtelijk geschokt door zijn naaktheid, al kan ze nauwelijks iets zien, meteen vanaf gaat en richting Renesse struint. Ondanks dat ze hem wel heel opzichtig achtervolgt, voelt ze zich toch door hem betrapt. Ze wil haar jachtspel in stand houden en niet uit haar romantische illusie verdreven worden.

Zodra de avond valt, gaat Seraphinus naar zijn eiken zetel in de voorkamer van zijn Slot Moermond uit 1513 om het glas op weer een fantastische dag te heffen. Hij is in een opperbeste stemming, want zijn geliefde vriendin, de deftige dame Cathalina Abrahamse, komt nog op bezoek. Cathalina woont in Huis Grol aan de Stoofweg 4. Ze hebben elkaar in de Jacobuskerk ontmoet en ze worden erg tot elkaar aangetrokken, ook omdat ze beiden nogal literair en filosofisch zijn ingesteld. Beiden zijn dol op het werk van Joost van den Vondel, waar ze urenlang over kunnen praten. Cathalina schrijft zelf ook gedichten, waar Seraphinus graag naar luistert en indien gewenst zijn mening over geeft. Aloysius steekt wat extra kaarsen aan en zodra de voordeurklepel gaat, haast hij zich naar de ingang. Even later zitten Cathalina en Seraphinus gezellig naast elkaar te keuvelen en te pimpelen. Het is maar goed dat zij niet de boze blikken van Leuntje kunnen voelen, want die staat vanachter een dikke eik naar hun te gluren. 'Jij, vuile vrouwenversierder, nou weer met die pedante trut vol kapsones!', denkt Leuntje jaloers en hevig gefrustreerd. Ze ziet hoe Aloysius hun wijnglazen nognaals vult en dat zij elkaar, nadat Aloysius is verdwenen, meer en meer beginnen te kussen. De passie brandt door de ramen heen. Leuntje ziet hoe ze zich enorm met elkaar vermaken en hoe ze continu aan het schaterlachen zijn. Via een achterdeur glipt ze naar binnen en daarna sluipt ze door de halfdonkere gangen. Hier en daar flakkeren wat kaarsen en boven een open haard in één van de kamers ziet ze twee gekruiste degens hangen. Ze grijpt beide degens, terwijl zij juist op dat moment door Aloysius gesnapt wordt. 'Maar mevrouw, wat moet u hier nu?', vraagt hij beleefd. 'Dat zal ik jou vertellen!', zegt ze uitermate agressief en ze steekt hem met één van de degens in zijn buik. Hij zakt door zijn benen en met de andere degen steekt zij door zijn keel. Het hart bonkt in haar keel en zij moet eerst even tot zichzelf komen. Ze sleept Aloysius naar een kast, waar ze hem half in verstopt. 'Er kan ook nooit iets perfect verlopen!', denkt ze geagiteerd.

Het is bijna niet te geloven, maar net op het moment waarop Seraphinus zijn lans in de ring van Cathalina wil steken, stormt Leuntje als een bezetene naar binnen en eist zij meteen, dat zij van elkaar af gaan. Het hevig geschrokken liefdespaar doet precies wat Leuntje van hen wil en verder niets. De angst giert door hun naakte lichamen en zij trillen helemaal. Seraphinus ziet het bloed aan de degens en hij vraagt: 'Wa-at he-heb je met Aloy-Aloysius gedaan?'. 'Jij moet jouw gore bek houden, ellendeling, leugenaar, snertfiguur!', schreeuwt Leuntje, 'pak die vuile slet van jou maar bij de hand en dan gaan we een lange nachtwandeling maken!'. 'Pardon, 'vuile slet' zeg je?', protesteert Cathalina even, maar na een degensteek in haar zij zwijgt ze onmiddellijk. In de keuken laat Leuntje beiden een tafellaken om doen en daarna prikt ze hen als twee spoken richting het strand. 'Waarom doe je dit?', vraagt Seraphinus, 'is dit omdat jij jezelf door mij afgewezen voelt?'. 'Ik vroeg je om jouw bek dicht te houden, doe dat dan ook, lelijke smeerlap!', reageert Leuntje. 'Ik wist dat je geen vrolijke noot was, maar dit?', zegt Seraphinus vol verslagenheid. Op het Noordzeestrand zegt Leuntje: 'Laat die lakens nu maar vallen, maar houdt elkaar wel vast! Zodra iemand zich omdraait, steek ik toe! Jullie zijn blijkbaar voor elkaar gemaakt, welnu, dat is iets om te vieren en dus gaan we dat bezegelen met een eeuwige onderdompeling in de Noordzee!'. Cathalina en Seraphinus rillen van de kou en de angst, terwijl zij stevig in elkanders handen knijpen. Zij zakken alsmaar verder in de zee. Zodra de golven hun hoofden voor de eerste keer overspoelen, steekt Leuntje hen beiden neer. Vanuit haar waanzin blijft zij maar steken, ook wanneer de levenloze lichamen langzaam aanspoelen. Haar wraakgevoelens ebben weg en er komt een grote afschuw voor zichzelf voor in de plaats. Zij plaatst een degen in het natte zand en zij slaakt een hartverscheurende, ijzingwekkende kreet van waanzin. Daarna laat zij zichzelf met haar buik in de degen vallen, die er aan de rugkant weer uitkomt. Ze valt om en haar benen schokken nog wat na. De zee golft maar door, alsof die niets heeft gezien.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
11 juli 2022


Geplaatst in de categorie: misdaad

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 46



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)