Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De dodelijke godsdienststrijd in Vollenhove

Het zo vredig ogende dorp Vollenhove heeft een sinistere keerzijde, die op het punt staat om uit te barsten. Onder een dunne laag van goed fatsoen komen de oude vetes weer opzetten en botsen de godsdienstige mensen weer hardhandig tegen elkaar aan. Er leek jarenlang geen vuiltje aan de lucht tussen de protestanten en de rooms-katholieken in Vollenhove, maar sinds de protestantse Engelina Pelgrim en de rooms-katholieke Engelbertus van Oer verliefd op elkaar zijn geworden, is Vollenhove in last en buitelen de tegengestelde gelovigen over elkander heen. Het onweert in de stugge koppen van de ontregelde kerkmensen. Het spreekwoord 'Twee geloven op één kussen, daar slaapt de duivel tussen' wordt weer te pas en te onpas gebezigd en men loopt met grote, veroordelende bogen om de jeugdige tortelduiven heen. De afkeer van een protestantse en roomse samensmelting is weer helemaal terug van schijnbaar weggeweest. Een echte tolerantie heeft er in Vollenhove nooit plaatsgevonden. In de Sint-Nicolaaskerk van de Protestantse Kerk en in de Rooms-Katholieke kerk op de Kerkstraat 40 is de spanning meer en meer te snijden. Dominee Klaas van Gulik steekt zijn mening niet onder stoelen en banken en in zijn laatste preek ging hij expliciet tekeer tegen 'onwenselijke vermengingen' en hij noemde paus Franciscus een 'kwakzalver met zinloze tierelantijntjes'. Pastoor Frederik Dierkes noemde in zijn gebed 'het binnendringende ongedierte een gevaar voor de roomse identiteit' en hij bad voor de bekering van hem, die wij allemaal kennen. Engelbertus had het niet meer en zijn vuurrode gezicht leek als een staaf dynamiet te kunnen ontploffen. 'Moet ik dan soms met Hillegonda Sloet gaan verkeren, alleen omdat zij van dezelfde kerk is!', dacht hij wanhopig, 'is het feit, dat zij de mooiste borsten van rooms Vollenhove heeft een reden om mijn dierbare Engelina op commando in de steek te laten? Wat denkt die impotente pastoor wel, wat denken die roomse sekteleden wel!'.

Het fraaie toeval wil dat Engelina in 'Lindenhorst' op de Bisschopstraat 17 woont en Engelbertus in 'Kasteel Plattenburg' op de Bisschopstraat 52-54. Dit is overigens niet zozeer fraai voor het verliefde stel, want die kunnen daardoor extra veel in de gaten worden gehouden. Wat die sociale controle betreft, reiken beide kerkgemeenschappen elkaar weer de hand, want het doen stopzetten van die schandalige liefdesrelatie is het doel van beiden. Het is voor de Overijsselsche Romeo en Julia bijna onmogelijk om elkaar ongezien te ontmoeten. Gelukkig weet hun gezamenlijke vriendin Adelgonda Steenkamp aan beiden ongemerkt liefdesbrieven te bezorgen of boodschappen door te geven. Adelgonda woont in een appartement op het landgoed Oldenhof aan de Opper Swolle 7 en zij wordt als mormoonse met de nek aangekeken en een 'heidense slet' genoemd. 'Gij zult niet oordelen!', preekt dominee Van Gulik vaak, maar als er mensen zijn, die veel oordelen, dan zijn het de protestanten wel! Volgens hen zijn allen, die niet protestants zijn, dienaren van satan en gaan zij allen naar de hel. De protestanten wanen zichzelf de uitverkorenen, maar zij misdragen zich als goddeloze barbaren. Hun aangepaste manieren, ordelijke dwangmatigheden, maniakale werkdrift en keurige kledingkeuze zijn allemaal camouflagetechnieken. Met de schijnheilige roomsen is het niet anders. Pastoor Dierkes zit achter zijn zoveelste Augustijn bier, terwijl hij een duister gesprek met de halfgare, zwaar alcoholistische Georg Morre voert, een ex-bajesklant, die om de zoveel tijd bij Dierkes te biecht gaat. Georg heeft heel wat moorden op zijn kerfstok staan en hij gaat voor de pastoor door het vuur, vooral omdat die hem altijd weer de absolutie geeft. Wanneer pastoor Dierkes Georg over de dwaling van Engelbertus vertelt, beginnen de kwaadaardige ogen van Georg raar te glimmen. 'Engelbertus nota bene!', zegt Dierkes, 'die zou wel eens de volgende paus kunnen worden, maar zijn roeping is in groot gevaar en hij moet echt van die protestantse del afgeholpen worden!'. 'En anders?', vraagt Georg. 'Anders vrees ik het ergste voor zijn zieleheil!', antwoordt Dierkes. 'Ik zal zien wat ik kan doen!', zegt Georg en Dierkes glimlacht als een oerdomme zot. Beiden zijn stomdronken en Dierkes ziet Georg als in een waas het café verlaten. 'Nog een Augustijn, verdomme!', prevelt hij.

Nadat Engelina en Engelbertus in alle rust in restaurant Robuust op Kerkplein 12 hebben gegeten, zijn zij naar de plezierboot van Tobias Scholten gegaan, een vriend van Engelbertus. Samen met Tobias wordt er flink wat gedronken en genieten zij van de feeststemming. Zij kijken naar de finale van het vrouwenvoetbal en zij zien hoe Chloe Kelly het winnende doelpunt maakt en daarna vol uitzinnige vreugde haar flinke, Engelse borstenpaar showt. Dat maakt Engelbertus hitsig en hij gaat er maar eens met Engelina vandoor. Ze wandelen richting het nabijgelegen kerkhof, terwijl zij steeds schichtig achterom kijken. Gelukkig is de kust veilig en worden zij niet achtervolgd. Bij een graf met een klein grasveldje gaan zij naast elkaar liggen en beginnen zij met elkaar te vrijen. Het zalige tongzoenen doet hun de omgeving vergeten en zij gaan helemaal op in hun intense liefdesspel. 'Om je te bescheuren, die irritante, krankzinnige kerklui!', zegt Engelbertus tussen het vochtige tonggefriemel door. 'Laat maar los, mijn allerliefste schat, zij kunnen nooit tussen ons in komen!', fluistert Engelina, 'God is liefde en dat is wat wij zijn!'. In 1878 zijn er in Vollenhove door enkele stropers twee veldwachters doodgeschoten en in een put gegooid. Hun dolende geesten verschijnen ineens bij het vrijende koppel en zij willen hen waarschuwen, maar dat gaat niet. 'Zijn we hier wel alleen?', vraagt Engelina opeens, terwijl de stijve glibberroede van Engelbertus heftig in haar vochtige schede heen en weer gaat. Engelbertus kijkt even vluchtig om zich heen en hij zegt: 'Geen kerkrat te bespeuren!'. Vlak nadat hij dat heeft gezegd, wordt hij met een ijzeren staaf meerdere keren op zijn hoofd geslagen. Het bloed spat alle kanten op en zodra Engelina ook maar iets van de aanslag beseft, wordt ook zij meerdere keren op haar hoofd geslagen. 'Slechte mensen, pastoor Dierkes kan tevreden zijn!', gromt Georg en hij gooit de vermoorde lichamen op een handkar. Vollenhove slaapt en niemand ziet de gebochelde schim met zijn macabere vracht.

De volgende dag alarmeert de geschrokken boerenmeid Madeleine Driezen de inwoners van Vollenhove, dat zij twee mensen aan de ruïneboog van kasteel Toutenburg heeft zien hangen. De stoerste mannen en vrouwen arriveren als eerste en schrikken zich een hoedje, want daar aan de stenen ruïneboog hangen Engelina en Engelbertus, naakt en bebloed. Het doet denken aan 'Once Upon a Time in the West', waarin de mondharmonicaman met zijn oudere broer aan precies zo'n stenen boog werden opgehangen. De mondharmonicaman, gespeeld door Charles Bronson, overleefde dat, maar Engelina en Engelbertus zijn beiden vermoord. Wanneer pastoor Frederik Dierkes de plek des onheils bezoekt, begint hij de inmiddels neergelegde lichamen meteen met veel vertoon en gehuichel te zegenen, terwijl de mondharmonicamuziek van Charles Bronson op een miraculeuze wijze weerklinkt.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
1 augustus 2022


Geplaatst in de categorie: misdaad

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 106



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)