Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Thekla de teckel

De bevallige barones Coenradina Goll van Franckenstein is een merkwaardig en onuitstaanbaar schepsel, die desondanks al menige, getrouwde en ongetrouwde mannen uit 't Harde het hoofd op hol heeft gebracht en hen naar haar kasteel Zwaluwenburg heeft gelokt en dat natuurlijk niet op een partijtje te schaken, al doet ze dat wel graag en dan onder het genot van een dure fles champagne. De altijd op seks beluste Coenradina duikt overigens net zo lief met een vrouw in bed en dan het liefste met een onervaren vrouw, zoals laatst met de vrouw van de organist van de Maranathakerk, Willeke Broos, die er na de drempeloverschrijding wel pap van lust en nu herhaaldelijk voor de poort staat, tuk op buit, maar de zeer gewilde barones moet wel kieskeurig zijn en zij kan haar edele kasteel niet laten verworden tot een met geilaards uitpuilend bordeel, want dan zou zij haar naam te grabbel gooien, vindt zij, wat zij natuurlijk ondertussen volop doet, maar dat verdringt en verdrinkt zij met dagelijks de nodige liters champagne en haar goed verborgen gehouden cocaïne-verslaving. Haar acteertalent is ongekend en iedere zondag zit zij steevast op de voorste rij in de Maranathakerk. Ook om met veel leedvermaak naar die sul van een organist te loeren.

Er is vandaag hoog bezoek in kasteel Zwaluwenburg, want de burgemeester van Harderwijk is de nieuwe aanwinst voor Coenradina, die zich in een lichtgele doorkijkjurk heeft gehuld. De zwarte lingerie is duidelijk zichtbaar en burgemeester Hendrik Cremer zit met een vuurrood gezicht op de chaise longue, terwijl hij al minutenlang in zijn kopje Irish coffee zit te roeren. De bijna continu supergeile Coenradina gaat vlak naast hem staan en zij zet haar ene been heel zwoel op de chaise longue, waardoor Hendrik met zijn kopje koffie begint te trillen. Als een bang vogeltje kijkt hij naar haar zwoele lichaam en blijven zijn ogen bij haar mysterieuze, zwarte, bollende slip steken. 'Zou je daar misschien eens lekker aan willen zitten?', vraagt zij op een onvoorstelbaar, geraffineerd geile manier. Hendrik wil niets liever, maar hij lacht wat verlegen en hij hoort zichzelf wat teugjes koffie opslurpen. Tot echte actie durft hij niet te komen, maar zijn collega's uit de omliggende dorpen durfden dat allemaal wel, dus zet hij zijn koffie op de salontafel en besluit hij aan te vallen. 'Toe maar, Hendrik, laat jezelf maar eens lekker gaan!', zegt zij met haar volle, nat getongde lippen. Terwijl zijn hand onder de gele jurk glijdt, duwt Coenradina's teckel Thekla de deur open en stormt zij naar binnen. Thekla springt op de chaise longue en zij bijt Hendrik keihard in zijn stoute hand. 'Auw! Godver zeg! Dat beest heeft toch geen hondsdolheid hé!', roept hij hevig gepikeerd. 'Thekla! smerige rothond! dit is de zoveelste keer, dat je dat flikt!', roept zij, 'echt, je bent een waardeloze teckel en ik heb alleen maar last van jou!'. Ze verbindt de bloedende hand van Hendrik, die daarna meteen huiswaarts keert, want de lol is er voor hem wel vanaf.

'Beestje, beestje toch, nou had ik weer eens een burgemeester aan de haak en dan verpest jij het weer, dat kan echt niet zo langer doorgaan, dus moet ik je wel ergens dumpen!', mompelt Coenradina, die met een kwispelende Thekla door het donkere bos loopt. Er klinken zware mannenstemmen in de verte en even later ziet Coenradina wat donkere silhouetten van duistere mannen, die leuten als oude wijven. 'Het is niet de bedoeling dat jij mijn veroveringen wegjaagt, Thekla, dus bind ik jou hier aan deze boom vast en komt een nieuw baasje jou weer losmaken!', zegt zij vastbesloten. Thekla piept en blaft, terwijl zij zo snel mogelijk naar de autoweg terug rent. Thekla denkt nog steeds dat het een spelletje is, al vindt zij het wel een erg raar en onaangenaam spelletje. Er klinken zelfs nog enkele schoten van jagers, wat de sfeer nog griezeliger maakt. Thekla blijft net zolang aan de riem trekken, totdat zij van grote vermoeidheid en teleurstelling in slaap valt. 'Ze heeft zelfs niet wat brokken en water bij mij neergezet!', is haar laatste, droevige gedachte. Zodra de zon op is, wordt zij wakker en kijkt zij verbaasd en bang om zich heen. Ze snapt er niets van, waarom haar bazin haar in de steek heeft gelaten en dan nog wel vastgebonden aan een boom. Ze begint meteen weer hard aan de riem te trekken en als door een wonder weet zij zich los te wrikken. Als een haas rent zij weg en nadert zij een spoorlijn, waar zij langs blijft rennen, totdat zij een konijntje ziet, die over de spoorrails probeert te komen. In de verte nadert een intercity en Thekla ziet het gevaar. De intercity is er al bijna, wanneer Thekla naar voren schiet en zij het konijntje in haar mond neemt en het met een zwiep van haar kop in redding gooit. Een heldendaad, die zij met haar overlijden moet bekopen. Thekla is in één keer helemaal uit elkaar gerukt, terwijl de machinist bijna een hartverlamming krijgt.

's Avonds wordt er bij barones Coenradina Goll van Franckenstein aangebeld en denkt zij dat haar prooi voor de huidige avond is gearriveerd, maar dat valt vies tegen. 'Goedenavond, mevrouw de barones, mijn naam is Bertus Kolenbrander en ik woon hier in de buurt, nu heb ik u toevallig wel eens met een teckel zien lopen, is die misschien thuis of is er echt gebeurd wat ik vrees?', zegt Bertus met zijn afgenomen pet voor zijn borst. 'Beste kerel, mijn teckel is helaas overleden en ik vind het behoorlijk ongepast van u om over haar te spreken!', liegt zij met stalen ogen. 'Nou, pardon dan, mevrouw, maar het kon toch zijn dat het uw teckel was, die ik vanochtend een heldendaad heb zien verrichten, wat zij zelf niet heeft overleefd!', zegt hij. 'Een heldendaad zegt u?', vraagt zij. 'Absoluut, mevrouw, ik heb met eigen ogen gezien, hoe een teckel vanochtend een konijn van de dood heeft gered, zij nam een sprint en hapte het konijn in haar bek, waarna zij het konijn in veiligheid smeet, maar een seconde later was zij zelf door een trein geschept en helemaal in stukken gereten, morsdood, mevrouw, zeg nu zelf, is dat een heldendaad of niet!', vertelt hij geëmotioneerd. 'Buitengewoon moedig van die teckel, beste kerel, mijn teckel had ook zoiets kunnen doen, weet u, teckels zijn namelijk hele intelligente honden!', antwoordt zij. Hij groet haar met zijn pet en hij verdwijnt in de avond. Coenradina haast zich naar de salon, waar zij een fles cognac soldaat maakt. 'O God!', denkt zij ineens heel schuldbewust, 'en ik heb dat arme beest 'een waardeloze teckel' genoemd!'. Stomdronken snuift zij nog wat cocaïne en daarna pakt zij uit het bezemhok een lang stuk touw, waar zij mee naar zolder gaat. Na een half uur belt haar date van de avond aan. Nota bene de burgemeester van Zwolle. Maar zij bungelt levenloos aan een zolderbalk.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
9 oktober 2022


Geplaatst in de categorie: psychologie

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 98



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)