Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De drie Diana's van Achtmaal

Het was ergens rond de eeuwwisseling dat barones Antoinetta van Annaland haar witte landhuis Wallsteyn op de Achtmaalseweg 158a verliet om permanent in haar Zuid-Franse kasteel te gaan wonen. Haar trouwe portier en landgoedbeschermer Lowie Vermeulen bleef achter om voor het landgoed te zorgen. Lowie is één van de vele vergeten mensen in deze harteloze, wreed-afstandelijke, alom met wantrouwen doorspekte, met moderne kasteelmuren afwerende wereld, maar hij bewijst nog steeds zijn trouw aan de barones door elke dag het landgoed optimaal te verzorgen en te bewaken. Hij woont nog steeds in de portierswoning, samen met zijn herdershond Goliath. Ondanks de moderne communicatiemiddelen staat de barones erop om enkel briefcontact te onderhouden. 'Anders kom je mij bij elk wissewasje lastig vallen!', verklaarde ze. Dus schrijft Lowie één keer per maand een uitgebreide brief aan zijn meesteres, die hij nog geen enkele keer in haar Franse kasteel heeft bezocht, want dat wil zij niet. De barones blijft geestelijk heel sterk met Wallsteyn verbonden en zij wil dat het continu bewaakt blijft. Eventuele invallers vertrouwt zij niet. Lowie trouwens ook niet. Het lange afgezonderd leven heeft zonderlingen van hen gemaakt, al waren ze dat ook al van nature. Barones Antoinette heeft het contact met de bewoners van Achtmaal altijd vermeden en Lowie zorgde ervoor, dat zij zoveel mogelijk zelfvoorzienend waren, wat Lowie nu nog steeds is. Verder krijgt Lowie het nodige van de pachtboer Willibrord Willibrordus, die de Annahoeve op het landgoed beheert. Willibrord was er ook al, toen de barones nog op Wallsteyn woonde, en zijn huurgeld zorgt er mede voor dat het landhuis in goede staat kan blijven. Schilders, schoonmaaksters en loodgieters worden allemaal door Lowie geregeld. Lowie zegt dan alleen het broodnodige en verder blijft hij in zijn eigen wereld zitten. 'Zorg dat alles netjes in orde blijft!', zei de barones tegen hem, 'bedenk dat ik ieder moment terug kan komen!'. De kinderen uit Achtmaal komen wel eens spelen op het landgoed en zij vinden Lowie maar een gekke kerel. Wanneer ze hem weer met zijn jachtgeweer en zijn hond voorbij zien lopen, joelen ze: 'Hé lonely wolf, doe de groeten aan de barones!'. Lowie trekt dan vaak zijn schouders op en hij toont een vage glimlach. Het komt nooit bij hem op, dat hij inderdaad wel erg vreemd is. Er zijn wel bewakingscamera's rondom het landhuis geplaatst, maar Lowie houdt het gebied liever met zijn ogen in de gaten. Alleen bij zeer verdachte omstandigheden bemant hij de kamer in het landhuis, waar de bewakingsbeelden te volgen zijn.

Lowie heeft eergisteren bezoek gehad van de dorpsagent Daan Dongen, die hem heeft gevraagd om extra uit te kijken naar een onlangs gesignaleerde zwerver, die enkele vrouwen in het dorp de stuipen op het lijf heeft gejaagd door zijn potlood te venten. Bij de deftige vrouw van de burgemeester, Guillelmine Baoudewijns, is hij enkele stapjes verder gegaan en heeft hij haar rokken naar beneden getrokken, alleen maar om in haar sappige billen te kunnen bijten. Zijn tandafdrukken staan er nog steeds in. Burgemeester Guillaume Baoudewijns is des duivels en hij wil die zwerver aan de schandpaal nagelen. Lowie heeft beloofd om extra goed uit te kijken. Zo zit hij nu toch weer eens naar de camerabeelden te turen, met enkele flesjes Warsteiner en een zak borrelnootjes bij zich. Na een uurtje schrikt hij op en verbaast het hem, dat hij op camera 4 verdachte bewegingen ziet. Hij kan het niet echt goed zien, maar het lijken hem drie mensen met vooruit stekende wapens, die duidelijk op jacht zijn. Lowie trekt meteen zijn jagersjas aan en hij pakt zijn jachtgeweer. 'Kom, Goliath, werk aan de winkel, maar wees voorzichtig!', zegt hij. Goliath blaft even en volgt daarna zijn baas. Hij voelt meteen de ernst van de zaak. Behoedzaam lopen zij door het trappenhuis in Lodewijk XIV-stijl. 'Bij mij blijven, Gool!', zegt Lowie nog, terwijl hij de voordeur opent. 'Doe die deur nou maar open, baas, je weet dat ik dol op avontuurtjes ben en bovendien ben ik graag van nut!', denkt Goliath. Zonder zaklamplicht struinen zij over het landgoed. Bij iedere tak, die onder Lowie's voeten breekt, staan zij even stil, bang om door de mysterieuze inbrekers ontdekt te worden. Bij het koetshuis, het washuisje en het vogelhuis is niemand, maar dan hoort Lowie een heftige angstkreet bij de oranjerie vandaan. Hij haast zich ernaar toe en Goliath volgt hem. Bij de orangerie wordt een anonieme zwerver onder schot gehouden, niet door pistolen, maar door drie kruisbogen. 'Wat gebeurt hier allemaal?', roept Lowie gespannen en alert. Hij herkent de vrouwen, die uit het dorp komen, al kent hij ze niet bij naam. Mechtilda Bisdom, Dinemarie Dommelaer en Berlinde Frissaers zwijgen een tijd. Zij weten niet goed wat zij met Lowie moeten doen. Goliath begint enorm te grommen en hij rent ineens op de dames af. 'Gool, af!', schreeuwt Lowie nog, maar het is al te laat, want Dinemarie schiet een pijl in zijn borst en even later licht hij pijnlijk dood te bloeden.

'Tering zeg, zijn jullie compleet gek geworden, hoe durven jullie mijn hond dood te schieten?', schreeuwt Lowie, 'reken maar dat jullie hiervoor zullen boeten, verdomde kutwijven!'. Terwijl Lowie de stervende Goliath over zijn hoofd aait, schiet Mechtilda ineens een pijl door de keel van de vervuilde zwerver. 'Welja, en straks mij ook nog zeker!', roept Lowie, 'wat bezielt jullie toch?'. 'Deze viezerik valt de vrouwen lastig, meneertje wijsneus, en daar houden wij niet van!', zegt Mechtilda. 'En dus spelen jullie maar voor eigen rechter en doden jullie ook nog eens mijn arme hond!', zegt Lowie verontwaardigd. De zwerver hijgt nog steeds naar adem en hij woelt in het zand. Mechtilda zet een nieuwe pijl op haar kruisboog en zij schiet die door zijn hart. De zwerver blijft even later stokstijf liggen. 'Ik ken jullie mannen nog van vroeger, reken maar dat ik niet zal zwijgen!', zegt Lowie, die inmiddels op het punt staat om met zijn jachtgeweer te gaan schieten. Hij loopt langzaam achteruit, omdat hij niet echt wil gaan schieten. Dan is het Berlinde, die hem ineens in zijn arm schiet, waardoor zijn jachtgeweer op de grond valt. Met een stekende pijn rent hij weg, de bosjes door, richting zijn woning. 'Help! Help!', schreeuwt hij eerst nog, maar daar stopt hij mee, want hij weet dat hij gevolgd wordt. De takken zwiepen tegen zijn gelaat en hij valt een paar keer over de boomstronken. Thuis barricadeert hij meteen de deuren en zoekt hij naar zijn oude kruisboog met pijlen. Het is lang geleden, maar eens was hij lid van de Kruisboogvereniging Komst des Vredes, al kon hij niet met de andere leden opschieten, het kruisboogschieten kon hij als de beste. Hij heeft zijn boog gespannen en hij wacht gespannen af. 'Als getuige van de moord zullen zij mij ook uit de weg willen ruimen, dat is wel zeker!', denkt hij, 'God nog aan toe, wat een ellende!'. Hij ziet zo af en toe een schim voor de ramen langslopen. 'Ze zijn er!', denkt hij met opgevoerde hartslag. Er gaat een baksteen door een raam en iemand gooit een fakkel naar binnen. Lowie probeert het te doven, maar daardoor weten de dames waar ze moeten schieten. Hij ontwijkt twee pijlen, maar de derde dringt in zijn rechterbovenbeen. Hij krijst het uit van de pijn, terwijl hij naar een donkere hoek vlucht. Het vuur breidt zich uit en hij besluit via de achterdeur naar buiten te stormen. Het is een ongelijke strijd, maar er zit niets anders op. Hij schiet eerst nog een pijl door het kapotte raam, maar die treft geen enkel doel. Daarna vliegt hij naar de achterdeur en stormt hij naar buiten. Hij kijkt recht in de vlammende ogen van Berlinde, die geen moment aarzelt en een pijl in zijn borst schiet. Met een uiterste krachtsinspanning weet hij zijn pijl in haar schouder te schieten. Dat voelt als een lichte overwinning. Terwijl hij op de grond ligt, ziet hij ineens de loop van zijn jachtgeweer boven zijn hoofd, met daarboven het verhitte gezicht van Mechtilda. 'Ouwe gek!', zegt ze en ze schiet. 'Snel wegwezen nu!', schreeuwt Dinemarie, 'de politie kan hier elk moment zijn!'. Zij vluchten via het landgoed, terwijl zij hun kruisbogen en het jachtgeweer in de Spiegelvijver smijten. Zodra dorpsagent Daan het ontzielde en verminkte lichaam van Lowie ziet, heft hij zijn armen in de lucht en roept hij met een intens verdrietige stem: 'O, nee toch, niet die goede, oude Lowie!'. Van de kruisboogpijlen snapt hij helemaal niks en wanneer hij wat later het eveneens met pijlen vermoorde lichaam van de zwerver en van Goliath vindt, dreigt hij voorgoed zot te worden. Dat gebeurt ook werkelijk wanneer hij Willibrord vindt. Het lichaam van boer Willibrord ligt met drie pijlen in zijn rug roerloos op zijn boerenerf. Ondertussen zorgen de drie mannen van Komst des Vredes voor een waterdicht alibi voor zichzelf, wat eveneens dient als ondoordringbare verdedigingslinie voor hun vrouwen. Overigens haperden ze eerst wel even voordat ze hun vrouwen helemaal wilden steunen. Omdat de gewiekste moordenaressen vaatwashandschoenen droegen zijn er nergens DNA-sporen ontdekt en de laarzen, die zij droegen zijn ergens ver weg verbrand. De portierswoning van Lowie is helemaal afgebrand en barones Antoinette is speciaal voor de begrafenis van Lowie naar Achtmaal teruggekomen. Zij en Daan, die met vervroegd pensioen is gegaan, zijn de enigen op zijn begrafenis. 'Och, mijn trouwe Lowie, nu kom ik zeker nooit meer terug!', verzucht de barones. De volgende dag staat het landgoed inderdaad te koop en waait er een ijzige kou door de bomen.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
12 januari 2023


Geplaatst in de categorie: misdaad

4.3 met 3 stemmen 30



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)