Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Een huwelijkstragedie in Ridderkerk

Nu staat Het Huys ten Donck op de Benedenrijweg 461 in Ridderkerk er altijd wel schitterend bij, maar vandaag, nu de zon volop schijnt, blinkt het extra mooi. Het park staat in volle bloei en de gehuurde koets van Werner Jäger en Traugott Kaiser rijdt parmantig over de brug en langs de inrijhekken richting dit imposante gebouw, waar ooit in 1616 een kasteeltje werd gebouwd. Het Huys ten Donck is in 1746 op de fundamenten van dat kasteeltje gebouwd. Dat gebeurde door de Rotterdamse burgemeester van destijds Otto Groeninx van Zoelen. Terwijl het koetsje langs de bijzondere bomen rijdt, zien Werner en Traugott hun familieleden en de genodigden al staan. Zij knijpen elkaar eens extra stevig in de handen en zij kussen elkaar stevig op de mond. Zij zijn vandaag in de Rooms-Katholieke HH. Laurentius & Elisabeth Kathedraal op de Mathenesserlaan 305 in Rotterdam met elkander getrouwd en het trouwfeest zal in Het Huys ten Donck plaatsvinden. Als succesvol zakenman kan Werner zich dat prima permitteren. Tijdens het uit de koets stappen, vliegen de rijstkorrels opnieuw de lucht in en volgt er een feestelijk applaus. De sfeer zit er goed in en het bruidspaar gaat de feestgangers voor naar de ontvangstzaal, waar iedereen een lekker plekje zoekt. De bruid mag eerst een enorme bruidstaart aansnijden en daarna krijgt iedereen een stuk voortreffelijke gebak met koffie of thee. Een klassiek kwartet begint vrolijke muziek te spelen en er is een aangenaam geroezemoes. Het gelukkige bruidspaar ontvangt prachtige cadeaus en de beide families van de kersverse tortelduiven doen artistieke voordrachten en liedjes, waarin zij oude herinneringen ophalen. Het bruidspaar glijdt bijna onder de tafel van de slappe lach en de vreugde lijkt oneindig voort te duren. 'Moge God jullie behoeden!', zegt de priester, die hen getrouwd heeft, Sjaak Haak, die naar een stevige neut snakt, maar eerst een flink stuk taart soldaat maakt. Vera van Breugel, één van Sjaak's minnaressen, is er ook, samen met haar onnozele man Frans, een medewerker van Werner. Sjaak toont Vera even heel opzichtig dat de taart hem goed smaakt. Zonder dat Frans het merkt, glimlacht zij vlug terug en schokt haar onderlijf even in een reflex omhoog. 'Het wordt tijd om weer eens te biecht te gaan!', denkt zij, terwijl Frans onder de tafel in haar bovenbeen knijpt. Ze kijkt verleidelijk naar Frans, die blijkbaar zin heeft, maar ze denkt aan Sjaak en zijn stoute, spannende extremiteiten in zijn pastorie in Ridderkerk. Het is daar een komen en gaan van vrouwelijke parochianen.

Zodra de eerste borrels worden geserveerd, is Sjaak er als de kippen bij en begint hij al gauw smeuïge moppen te vertellen. Iedereen moet om hem lachen, Hans ook, die wel anders zou piepen, wanneer hij te weten komt wat Sjaak allemaal met zijn vrouw uitvoert. Altijd wanneer Sjaak de pastoriedeur sluit, trekt Vera meteen haar rok en slip naar beneden en gaat zij met haar blote billen op de marmeren vloer van de gang liggen. Dan smeekt zij wijdbeens of Sjaak haar maar zo gauw mogelijk van dienst wil zijn, want dat zij anders gillend gek wordt. Sjaak gunt haar dan altijd een vluggertje, maar daarna wil hij zijn extreme perversiteiten op haar botvieren en moet zij hem volledig ter wille zijn, iets wat zij maar wat graag doet, want haar seksuele passie is onblusbaar. 'Vijftig tinten grijs' op de zolder van de pastorie. En soms kruisen Sjaak's minnaressen elkaar. Zij weten het van elkaar en zij dulden elkaar, want zij willen de magie niet verstoren en het heilige geheim niet prijsgeven. Ook omdat zij alsmaar naar meer snakken. Omdat zij als een geheim bondgenootschap kicken op deze spannende sexverslaving. De kerken lopen leeg, maar de pastorie van pastoor Sjaak loopt alsmaar voller. Een oude vriend van Werner, de Wehrmacht-kolonel Bruno Richter, zit er ook met zijn huidige scharrel Anita Herzog, die duidelijk geen borstverkleining behoeft en haar triomfantelijke melkfabrieken voor iedereen op een presenteerblad legt. Werner kijkt Bruno enkele seconden recht in zijn ogen. Bruno kan zijn gedachten lezen. Werner zal wel zoiets denken als 'Waar heb je die straathoer nou weer opgepikt?'. Bruno voelt de minachting in zijn hooghartige blik. Uit woede slaat hij een glas whisky in één keer achterover. Hij verlangt naar een sigaret om zijn woede weg te roken, maar hij grijpt naar een nieuw glas whisky en een bitterbal met mosterd. 'Lach eens, Bruno, jouw vriend is vandaag getrouwd!', roept Anita, die al aardig teut is en zijn hoofd bijna tussen haar temmende memmen duwt. 'Of misschien moet je mij eens ten huwelijk vragen!', vervolgt Anita met een smekende blik. 'O God, dát al helemaal niet!', denkt Bruno, die meteen volop begint te lachen om haar die opmerking te doen vergeten. Het klassieke kwartet is inmiddels vervangen voor een rockbandje, dat klassiekers speelt. In een ver verleden was Bruno smoorverliefd op Traugott en dat is hij altijd gebleven, maar zij is uit het zicht verdwenen en het contact is verwaterd. Toen Werner hem dan ook vertelde, dat hij met Traugott zou gaan trouwen, werd hij woest en vlamde zijn oude liefde voor Traugott direct weer heel hoog op. 'Had jij dan al die tijd nog contact met haar?', vroeg hij aan Werner. 'Nee man, ik kwam haar op een goede dag gewoon in een Berlijnse kroeg tegen!', antwoordde Werner toen. 'Juist ja!', zei Bruno, 'en waarom gebeurt mij dat nou nooit?'. 'De mens wikt, God beschikt!', zei Werner en dat had hij niet moeten zeggen, want volgens Bruno had God allang beslist dat Traugott voor hem bestemd was.

Het trouwfeest ontspoort in een kakofonie van geluiden en de wilde, dronken dansers gooien zo af en toe een stoel omver. De stemming verwildert en het niveau daalt. Her en der besluiten feestvierders op te stappen en langzaam maar zeker loopt het feest naar zijn einde, al zijn er nog voldoende hardliners, die de pret blijven verlengen. Sommige verliefde stelletjes dwalen in het park en laten zich eens helemaal gaan. Het verloofde paar Liv Mollerus en Ruben van Styrum heeft zich in de ruïne in het park genesteld en zij liefkozen elkaar naar hartelust. Het duurt niet lang of de werking van de sterke drank in combinatie met de zwoele avondlucht drijft hen naar een fikse vrijpartij. Het deert hen even niet of zij gesnapt kunnen worden, maar juist op dat moment doet jonkvrouw Catharina Marie Amélie Adela Elisabeth Leopoldine Groeninx van Zoelen een avondwandeling en stuit zij op het onbeschaamd en openlijk vrijende stel. 'Maar mensen toch!', zegt zij vol schrik en afschuw, 'dit is toch echt niet de bedoeling van dit park!'. 'En wie bent u dan als ik vragen mag?', vraagt Liv. 'Pardon? Ik ben de eigenares van Het Huys ten Donck, wat al eeuwen in het bezit van mijn familie is!', zegt Catharina hoogst verontwaardigd, 'en bovendien woon ik er met mijn man en kinderen en vind ik het hoogst ongepast dat jullie in mijn tuin de liefde bedrijven!'. 'Maar dat verandert de zaak!', zegt Ruben, 'kom, Liv, mevrouw heeft inderdaad gelijk!'. 'Excuseer ons, mevrouw, wij wisten niet dat dit grote park uw tuin is!', zegt Liv nog, die snel haar slip en rok optrekt. 'Ik laat het verder hierbij, goedenavond!', zegt Catharina, die verder wandelt, maar al gauw in een andere verbazing valt, wanneer zij een ander stel onder het beeld van Hercules en Antaeus ziet rollebollen. Deze keer is Catharina minder subtiel en snauwt zij: 'Moet ik mijn bloedhonden op jullie los laten?!'. Het halfnaakte stel schrikt zich een hoedje en beent snel de feestzaal weer in. 'Hemeltjelief, die griet heeft haar BH gewoon laten liggen!', zegt Catharina hardop, 'het is dat we het geld van die feestvierders nodig hebben om ons landhuis in stand te houden, maar anders!'. Zij betreedt haar huis en zij checkt of er niet nog meer gespuis ergens rare dingen aan het doen is. In de chique Herenkamer is het aangenaam stil. Zij sluit deze kamer met een uitermate tevreden glimlach. Maar even later ontdekt zij opnieuw een vrijend paartje en nu in het boudoir. 'Maar jullie mogen hier helemaal niet komen!', zegt zij heel streng en gepikeerd, 'willen jullie alsjeblieft snel maken dat jullie hier wegkomen!'. Het betrapte stel trekt snel de kleren aan en zij snellen met rode, opgewonden, zichzelf schuldig voelende gelaten langs de statige jonkvrouw met het knappe, voorname gelaat en de zwarte, zigeunerinachtige haardos. 'Die mensen denken waarschijnlijk dat het hier een elitair bordeel is!', zegt Catharina, terwijl zij in de spiegel kijkt. 'Daar zou ik extra geld voor moeten innen!', zegt zij vervolgens en zij knipoogt naar zichzelf.

Terwijl de laatste gasten afscheid nemen, vraagt Traugott zich af waar Werner is, want hij is zo'n tien minuten geleden naar het toilet gegaan en het duurt wel erg lang. Buiten scheurt Bruno met gierende banden weg. Hij was bijna vergeten Anita mee te nemen. 'Wat raar dat Bruno en Anita geen afscheid hebben genomen!', denkt Traugott, 'en waarom opeens die haast?'. Een andere vriend van Werner, de inmiddels stomdronken Falco van Devivere, ontfermt zich over de achtergebleven, halflege glaasjes. 'Zeg Falco, wil jij niet even naar de herentoiletten gaan om te zien of Werner daar misschien is?', vraagt Traugott. 'Nou-nou me-meteen, lie-lief bruidje!', antwoordt hij en hij schommelt al weg. Ondertussen doet jonkvrouw Catharina nog een ronde in het park, omdat zij deze feestgangers wel erg is gaan wantrouwen. Het rockbandje is ook al vertrokken en het wachten is op Werner. 'Zodra hij er is, kunnen we naar onze nieuwe villa gaan!', denkt Traugott moe en voldaan, 'hopelijk wil hij net als ik direct gaan slapen!'. Falco keert waggelend terug en hij zegt, dat hij Werner nergens heeft gezien. 'Wa-wat een ra-rare go-gozer om nu-nu al bij zij-zijn wij-wijfje we-weg te ga-gaan!', bralt hij. Ineens weerklinkt er een luide, intense, angstige kreet vanuit het park. 'Wa-wat krij-krijgen we nou?', zegt Falco. Een vrouw blijft keihard gillen, terwijl zij steeds dichter bij Het Huys ten Donck komt. Het is jonkvrouw Catharina en zij ziet er zeer aangeslagen uit. Het personeel ontfermt zich over haar en na wat slokken wijn verhaalt zij, dat zij in de oogvijver een drijvend lichaam heeft ontdekt. 'Ik heb met een tak in hem geprikt, maar hij reageert niet meer!', zegt Catharina met bibberende handen, 'iemand moet nu direct de politie bellen!'. Een energieke bediende haast zich naar de oogvijver en hij komt even later verslag uitbrengen. 'O God, zeg dat het niet waar is, het is mijn Werner hé!', gilt Traugott. 'Het spijt mij oprecht, mevrouw, maar het is inderdaad uw man!', zegt de bediende met een terneergeslagen hoofd. Falco, die ineens broodnuchter lijkt, weet de van intens verdriet hysterisch geworden Traugott in zijn armen te sluiten. 'God, wat een ellende!', zegt Falco, 'wie kan dat nou gedaan hebben?'. 'Da-dat we-weet ik wel zeker wie!', snikt Traugott.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
15 april 2023


Geplaatst in de categorie: misdaad

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 43



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)