Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De zwarte zielen van Zwartsluis

'Nergens is het vrediger wonen dan hier!', zegt meester Zwier Elders tegen de pas nieuwe juf Hermijntjen Edelbloedt. 'Zo'n indruk kreeg ik al van dit dorp, zelfs de saaiheid is hier een verademing!', zegt Hermijntjen met bloeddoorlopen ogen en een onderzoekende blik op zijn kruis. De donkerblauwe pantalon broek van Zwier toont echter geen enkele aanwezigheid van een ingepakt geslacht. 'Het is zelfs de vraag of die stijve hark wel van het mannelijke geslacht is!', denkt zij met een beteuterd gezicht. 'Waarom kijk je opeens zo sip?', vraagt hij. 'O, niks, ik vroeg me even af of ik het gas wel heb uitgedraaid!' 'Nou, dat zal wel, want ik heb geen ontploffing gehoord en de brandweerauto is ook niet uitgerukt!' 'Klopt, ik ben gewoon nog erg zenuwachtig en overdreven voorzichtig met de bewoning van mijn nieuwe huis!' 'Waar ben je precies gaan wonen?' 'In het herenhuis op Groot Lageland 9, ken je dat?' 'Zo zeg, toe maar, heb je soms de loterij gewonnen of zo?' 'Nee, dat niet, maar ik had een rijke, alleenstaande tante, die mij al haar bezittingen heeft nagelaten!' 'Doe mij zo'n tante!' 'Tja, ze was van Friese adel, dan krijg je dat!' 'Ik kom graag een keer bij je langs om het huis van binnen te bewonderen!' 'Niet alleen om het huis mag ik aannemen!' 'Nee, nee, voornamelijk om jou natuurlijk, ik ben benieuwd naar jouw achtergrond en levensloop!' 'Zo spectaculair is dat anders niet, nieuwsgierig Aagje!' 'Dat bepaal ik liever zelf, weet je, en ik beloof je alvast dat ik een sublieme oude port meeneem!' 'Klinkt goed, dan lever ik de antieke portglaasjes erbij!' 'Ik kan trouwens vanavond al, schikt jou dat ook?' 'Prima, afgesproken dan, maar nu moet ik weer snel naar mijn klas terug, anders wordt het daar één grote bende!'. 'O jee, aan de zwier met Zwier, is dat nou wel zo verstandig?', denkt ze nog even.

Na sluitingstijd zien Hermijntjen en Zwier elkaar nog even in het fietsenhok en glimlachen zij naar elkaar. 'Tot vanavond, mysterieuze dame!', roept Zwier, die duidelijk verliefd is en zijn kans schoon ziet. Dat hij de vorige maand een blauwtje bij juf Hanna Freulich heeft gelopen, zit nog vers in zijn geheugen. 'Bij die frigide trut van een Hanna heb ik ook veel te lang gewacht om toe te slaan!', denkt hij, 'maar dat gaat mij met deze lekkere stoot echt niet gebeuren!'. Nadat het schoolplein van de christelijke basisschool De Wijngaard op de Kraggelaan 2 in Zwartsluis is leeggestroomd, ziet het schoolgebouw er verlaten en naargeestig uit. Hermijntjen besluit eerst nog even een biertje pakken en dat kan in Zwartsluis bijna maar op één plek en dat is bij Café De Sluus op de Schoolstraat 2. Gezien het mooie weer zoekt zij een geschikt plekje op het terras. Bij een wat oudere dame is nog een stoel vrij. 'Mag ik bij u komen zitten?', vraagt Hermijntjen heel beleefd. 'Maar natuurlijk, mevrouw, neemt u toch plaats, het is zulk mooi weer!', antwoordt de oudere dame. 'Komt u hier vaker?', vraagt Hermijntjen. 'Of ik hier vaker kom, mevrouw? Godallemachtig, mevrouw, ik kom hier zowat elke dag, want verder valt er in dit gat niets te beleven!' 'Gebeurt hier dan nooit iets opmerkelijks?' 'Weet u, madame, het wordt in Nederland steeds gekker en er komen steeds meer gekken bij, maar in Zwartsluis heeft de tijd stilgestaan, al kan ik u wel zeer ernstige dingen vertellen!' 'Wat voor ernstige dingen bedoelt u dan?' 'Tussen ons hé, maar die organist van de Gereformeerde Doleantiekerk is een oversekste smeerlap, die alle weerloze vrouwen probeert te versieren en niet alleen de vrouwen van zijn kerk!' 'Hoe weet u dat?' 'Dat weet iedereen hier, mevrouw, maar iedereen zwijgt erover, behalve ik hier nu tegenover u!' 'Hebben de vrouwen, die door hem lastig zijn gevallen dan geen aangifte gedaan?' 'O, maar dan kent u de organist Lubbert Brommer niet, mevrouw, wanneer u hem eerdaags tegen het lijf loopt, zult u wel begrijpen wat ik bedoel!' 'Is het zo'n enge kerel dan?' 'Eng zegt u, zeg maar gerust zwaar giftig en levensgevaarlijk!' 'Maar dan moet de politie toch juist ingelicht worden!' 'Fout! Fout! Fout! Die misdadiger heeft de politie hier in zijn zak zitten!' 'Tja, neem mij niet kwalijk, maar ik ben pas in Zwartsluis komen wonen en ik werk als juf op De Wijngaard!' 'O, hemeltjelief, op De Wijngaard zegt u? Daar barst het van het mannelijk gespuis! Daar werken allemaal schijnheilige christenen, die elke zondag met gladgestreken tronies in de banken van de Doleantiekerk zitten! Neem alleen al die sluwe vos Zwier Elders, God God, wat een ellendeling is dat zeg! Die gaat ieder weekend in Zwolle naar de hoeren en hij schijnt zelfs in cocaïne te dealen! Nou, mevrouw, ik benijd u niet!' 'Warempel nog aan toe, die meneer Elders komt vanavond bij mij op bezoek!' 'Dan zou ik maar alvast een geladen damespistool klaarleggen, want dan heeft u zeker nodig!' 'Is die man zo erg dan?' 'Erger dan u voor mogelijk houdt en dan ik u heb geschetst!' 'Moet ik hem afzeggen dan?' 'Nee, niet doen, geen argwaan wekken, maar doen alsof uw neus bloedt en op het ergste voorbereid zijn!' 'Ik neem nog een Mort Subite, u ook één?' 'Nou, graag, gratis bier sla ik nooit af!' 'Ik wil u ook bedanken voor uw heilzame waarschuwingen!' 'Geen dank en zeg maar Clara, want zo heet ik, Clara van Beveren!'.

Behoorlijk aangeschoten betreedt Hermijntjen haar chique woning. Na het gesprek met Clara is de sfeer in haar nieuwe huis meteen gekelderd en waant zij zichzelf op één of ander slachtveld. Het voelt alsof iemand haar keel aan het dichtknijpen is. Ze neemt een sprint naar boven om uit haar slaapkamerkast haar damespistool tevoorschijn te halen. Ze legt het gevulde wapen in de lade van een gangkastje. Daarna sprint ze weer naar boven en trekt zij één van haar sexy jurken aan, eveneens om hem de baas te blijven. Haar aantrekkelijke schoonheid geldt als haar beste wapen, want daarmee maakt zij de mannen gek en bepaalt zij wat er wel of niet gebeurt. Tijdens het opbrengen van de vuurrode lippenstift belt Zwier ineens aan en schiet zij uit met haar lippenstift. Met een nat doekje zet zij dat meteen recht en daarna trippelt zij naar beneden. Het eerste wat zij ziet, is de uitgestrekte arm van Zwier, die een fles port aanreikt. 'Dank je wel, daar gaan we lekker van smullen!', zegt zij uitnodigend. Na een langzame rondleiding door het imposante huis, gaan zij in de woonkamer tegenover elkaar zitten. Hermijntjen vult de glaasjes en zij presenteert de lekkere hapjes. Na hun vierde glas port loert Zwier alsmaar naar de elegante benen van Hermijntjen, die keurig over elkaar geslagen blijven. 'Dit duurt mij te lang!', denkt Zwier, 'hier is harder geschut nodig!'. Zonder enige gêne pakt hij een kokertje uit zijn binnenzak en legt hij een lijntje cocaïne op de tafel, wat hij met een rietje opsnuift. 'Jij ook wat?', vraagt hij met de intonatie van een bevel. 'Handel je daar soms ook in?', vraagt zij. Hij begint te bulderen van het lachen. 'Maar natuurlijk niet, hoe kom je daar nou bij?', reageert hij laconiek. 'Het zou toch kunnen?' 'Ja, wat ook zou kunnen, is dat jij nu jouw benen uit elkaar doet, zodat ik wat meer zicht op jouw snoepdoos heb!' 'Pardon?' 'Nou niet opeens preuts gaan doen hé scharrelkipje, we weten allemaal dat jij er wel zin in hebt!' 'Zin waarin heb en wie zijn in godsnaam 'we'?' 'Alle mannen van Zwartsluis en omstreken, dom gansje, en werk nou maar lekker mee, dan gebeurt er ook niets ergs!' 'Weet je wat, jij mag nu direct mijn huis verlaten en nooit meer een voet over mijn drempel zetten!' 'Aha, mevrouw gaat moeilijk doen, maar dan misschien toch eerst maar een lekker snuifje vooraf!' 'Als je het maar laat, viezerik!'. Zwier stuift naar voren en hij trekt haar keihard aan haar haren richting het tafelblad, waar hij snel een lijntje cocaïne maakt. 'Opsnuiven, loopse teef, met of zonder rietje!', schreeuwt hij. 'Die rommel, mijn reet!', bijt zij terug en zij blaast de witte poeder meteen van tafel. Dit maakt hem extra kwaad en hij smijt haar tegen een kast. 'Kleed je uit, stomme hoer, laat me zien wat je in huis hebt!', schreeuwt hij. 'En dan? Wil je me soms gaan verkrachten of zo?' 'Dat ben ik wel van plan, inderdaad, hoe raad je het?' 'Dan kan ik jou vast vertellen, dat jij jouw eigen graf graaft!' 'Overdrijf niet zo, geile slet, opschieten nu, weg met die onnodige kleren!' 'Reken maar dat ik naar de politie stap!' 'Hier in Zwartsluis dekken alle mannen elkaar en is er echt niemand die jou gaat geloven!' 'Niemand is in ieder geval teveel gezegd, want ik sprak ene Clara, die wel degelijk weet hoe gestoord jij bent!' 'O help! Is Clara van Beveren weer eens uit de inrichting ontsnapt! Die wordt hier ook door niemand gelooft!'. Hermijntjen begint te geloven, dat zij in een nachtmerrie is beland en zij ziet nog maar één ding voor ogen en dat is haar pistool. 'Vooruit dan maar!', zegt zij met een lustopwekkende stem, 'ik zal jou mijn naaktheid tonen en ik geef mij helemaal aan jou over!'. 'Dat klinkt in ieder geval stukken beter!', zegt hij met grote droomogen. 'Ik wil wel eerst even wat ijsblokjes uit de keuken halen, want daar kan ik mijn tepels mooi stijf mee maken!', zegt zij met een heel verleidelijke blik. 'Maar natuurlijk!', zegt hij, 'maar blijf niet te lang weg, want ik popel van ongeduld om jou flink te naaien!'. 'Die taal alleen al!', denkt zij, 'wat een onbeschofte ploert!'. Zij opent de lade en zij pakt het geladen pistool. Zij ziet hoe haar hand beeft, maar zij weigert haar vrouwelijke eer door deze brutale indringer te laten bezoedelen. 'Het is hij of ik!', denkt zij. 'Dat is snel!', zegt hij, wanneer zij in de deuropening verschijnt. Een seconde later ziet hij, dat zij een pistool op hem gericht houdt. Hij veert op van zijn stoel en hij loopt naar haar toe. Met zijn rechterhand wil hij haar pistool aanpakken. 'Geef dat maar aan mij, engerd, want dat is geen speelgoed voor jou!', zegt hij met een hypnotiserende blik. Zij schiet hem in zijn hoofd en hij valt meteen op de grond. Daarna schiet zij alle kogels in zijn lichaam en drukt zij de loop van het pistool in zijn bloedende mond. 'Dit had je zelf moeten doen, nare griezel!', zegt ze.

Hermijntjen belt zelf naar de politie van Zwartsluis, die niets wil weten van wat zij het recht op zelfverdediging noemt. Hoofdagent Engbertus Engberts sluit haar meteen op en niet lang daarna wordt zij door enkele zwaargebouwde verplegers naar de dichtstbijzijnde inrichting gebracht. Daar pompen ze haar vol met verdovende middelen en moet zij lijdzaam het vonnis afwachten. Het vonnis van de rechter, die banden heeft met de criminele mannen van Zwartsluis, staat allang vast. Zij zal de inrichting nooit meer kunnen verlaten. Tijdens de uitvaartdienst van Zwier Elders spreekt dominee Berend Deckers met luide stem: 'Wij zijn hier vandaag bijeen om onze dierbare broeder Zwier Elders de laatste eer te bewijzen. Onze geliefde broeder Zwier is, zoals wij inmiddels allemaal weten, op een beestachtige wijze door een volstrekt krankzinnige vrouw vermoord! Konden wij de tijd maar terug draaien en ervoor zorgen, dat onze arme broeder niet met deze levensgevaarlijke moordenares in aanraking was gekomen. Gelukkig is de samenleving nu van haar duivelse activiteiten verlost, al ging dat wel ten koste van het ons zo dierbare leven van broeder Zwier! Zwier deed nooit iemand kwaad en hij leidde een godvruchtig leven. De wrede manier waarop hij moest heengaan, drukt zwaar op ons gemoed en wij zullen een lange tijd nodig hebben om van deze pijnlijke wond te genezen!'. Terwijl dominee Deckers zijn spaarzame gemeenteleden op deze wijze manipuleert, kijkt hij herhaaldelijk naar de ronde klok aan de houten pilaar, een soort stationsklok. 'Laten wij dan tenslotte met elkaar het Onze Vader bidden, het gebed dat Jezus Christus ons geleerd heeft... Onze Vader die in de hemelen zijt, Uw naam worde geheiligd, Uw Rijk kome...'. 'Leugenaar!', schreeuwt Clara van Beveren ineens vanaf een achterste bank, 'het was allemaal net omgekeerd en dat weten jullie donders goed!'. Twee fors gebouwde gereformeerden grijpen haar direct beet en sleuren haar tot achter de kerk, waar zij haar in elkaar timmeren. Tien minuten later wordt zij door enkele verplegers naar de inrichting teruggebracht en gaat Zwartsluis verder met zijn heilloze gedrag en leugens. Alleen het te-koop-bord voor het inmiddels leeggehaalde herenhuis van Hermijntjen herinnert nog aan dat, wat de mannen van Zwartsluis als het tragedie van Zwier Elders blijven zien.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
26 mei 2023


Geplaatst in de categorie: misdaad

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 46



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)