Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De lilliputter van Lutjebroek

De dwerg Klijn Beentjes werd al zijn hele leven gepest en hij heeft er na verloop van tijd een dikke huid van gekregen. Het lukte hem steeds beter om de vele, vaak onverwachtse aanvallen te chargeren en te overwinnen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog hielden de pesterijen van zijn dorpsgenoten niet op en deden de pestkoppen er zelfs een schepje bovenop. Het leek wel alsof zij de onderdrukking van de nazi's op hem afreageerden. Hij was continu de pineut, waar hij zich ook vertoonde. Tenslotte bleef hij dan ook liever thuis bij zijn ouders op Horn 39 in Lutjebroek. Maar omdat hij als 19-jarige jongeman te oud was om nog iedere dag in de achtertuin te gaan spelen, moest hij er toch zo nu en dan op uit trekken. Zijn grootste 'vijand' was de 16-jarige zoon van de bakker, Spencer de Lange, die nogal losse handen had. Steeds wanneer hij Spencer tegenkwam, begon hij eerst hoog van de toren te blazen en schold hij Klijn uit voor alles wat maar klein is, zoals: kuikentje, miertje, piertje, vlo, pukkeltje, stipje, amoebe, keuteltje, kikkervisje en vliegje. Klijn moest daar zelf altijd hartelijk om lachen, maar niet om het vervolg, want nadat hij door Spencer gekleineerd werd, begon hij met zijn vuisten op hem in te beuken en dat gebeurde zeker niet zachtzinnig of voor de lol, maar in alle ernst en ongenadig hard. Klijn's ouders waren iedere keer weer in grote paniek, wanneer zij hun zoon bont en blauw geslagen thuis zagen komen. Dikwijls had hij open wonden in zijn gezicht op op zijn armen en benen, maar hoe zijn ouders ook smeekten om de naam van die onverlaat uit te spreken, Klijn kon dat niet over zijn lippen krijgen, omdat hij nu eenmaal iedere vorm van verraad verafschuwde. Dus bleven de mishandelingen maar voortduren.

Tijdens zijn bezoeken aan Hoorn raakte Klijn in contact met de oudere Julia Hilbrand, met wie hij lange wandelingen maakte en over de netelige oorlogssituatie sprak. Klijn werd op een gegeven moment door Julia in vertrouwen genomen aangaande haar werkzaamheden voor het verzet. Klijn was hoogst verbaasd, maar zijn bewondering voor Julia werd er veel groter door. In zijn hart was hij smoorverliefd op Julia, maar dat hield hij voor zichzelf. 'Ik maak toch geen enkele kans bij haar!', dacht hij. Julia was gezegend met uitstekende borsten en het liefste legde hij zijn verdrietige hoofd daar op te rusten. Dat hij tijdens de gesprekken met haar zo dicht bij die twee heerlijke uitsteeksels mocht zijn, vond hij trouwens al een feest op zich, maar hij droomde ervan om als een hondje met zijn snoet tussen die bergen te wroeten. De verzetsgroep van Julia leverde ook gewapend verzet en dat zette Klijn aan het denken. Enkele weken nadat Julia over haar verzetsgroep had verteld, zei hij tegen haar, dat hij zich graag bij de verzetsgroep wilde aansluiten. Een week later leidde Julia hem via allerlei achterafgangetjes en -daken naar de ontmoetingsplek. Enkele verzetsleden lachten hem openlijk uit, omdat hij zo klein was, maar die werden meteen door de leider Tietse Honing berispt, omdat die juist vond, dat dat een voordeel kon zijn. 'De moffen zullen hem grotendeels over het hoofd zien!', zei Tietse deels serieus en deels grappig. Tenslotte ging men unaniem akkoord met zijn lidmaatschap en mocht hij eerst met Julia distributiebonnen en verzetskranten bezorgen. Voor aanslagen en het bevrijden van gevangenen was hij eerst nog te pril. Het grote werk begon met het wegbrengen van Joodse mensen naar onderduikadressen, meestal in boerderijen in de wijde omgeving. Bij een samenkomst in de boerderij van een lid van de verzetsgroep kreeg Klijn schietles en dat bleek hij verdomd goed te kunnen. Na drie maanden sprak Tietse over een grote en gevaarlijke klus. Er werden geregeld gevangenen vermoord en dat gebeurde altijd op een afgelegen plek buiten Lutjebroek. De gevangenis van de nazi's in Hoorn zat weer bomvol en er werd binnenkort weer een moordpartij verwacht. Klijn kende de executieplek op zijn duimpje en hij zou zich daar prima kunnen verstoppen. Nog voordat Tietse het aan Klijn wilde vragen, had Klijn zichzelf al aangeboden om de klus te gaan klaren. Sommigen maakten bezwaar, omdat het veel te gevaarlijk was voor een eerste opdracht alleen, maar het postuur van Klijn en zijn perfecte schietkunst gaf de doorslag.

Op 6 april 1944 lag Klijn in een zelf gegraven kuil met een camouflage-afdak eindeloos te wachten, maar er gebeurde niets. Op 7 april 1944 zat hij weer in zijn kuil te wachten en hield hij zijn pistool stevig vast. Toen hij een ronkende vrachtwagen hoorde en zag naderen, kneep hij zijn pistool nog harder vast. Hij wipte zijn afdakje een klein beetje omhoog, zodat hij kon zien wat er allemaal gebeurde. Hij zag duidelijk hoe de SS-Hauptsturmführer Eilert von Kotze en de SS-Obertsführer Thibaut Deutscher vijf gevangenen op een rij plaatste. Zij stonden met hun gezichten van de nazi-beulen af. Klijn zag hoe Eilert als eerste zijn wapen uit zijn heuptasje haalde. 'Nu aanvallen, anders is het te laat!', dacht Klijn. Hij sprong uit zijn hol en hij knalde eerst Eilert tegen de vlakte. Direct daarna schoot hij Thibaut pal door zijn geschrokken hoofd. Eilert was in zijn zij geraakt en hij dreigde Klijn te vermoorden. Klijn zag dat en hij schoot precies op hetzelfde moment als Eilert. Zowel Eilert als Klijn werden in hun hart geraakt. De vijf gevangenen aarzelden geen moment en zij pakten de pistolen van de nazi's en Klijn. Zij renden zo snel zij konden weg, want de schoten zouden andere nazi's alarmeren. De missie van Klijn was voltooid, maar het had hem wel zijn leven gekost. Zijn ouders werden net op tijd door het verzet op de hoogte gesteld en gered, maar enkele andere dorpsbewoners werden de volgende dag meteen opgepakt en op de beruchte executieplek vermoord.

In 2001 is er mede dankzij een berouwvolle en dankbare Spencer de Lange een bronzen standbeeld van Klijn Beentjes gekomen. Het staat naast het monument voor Pieter Janszoon Jong bij de Sint-Nicolaaskerk. Pieter wordt ook wel 'De reus uit Lutjebroek' genoemd. Wie moet lachen of bespottelijk doet om het standbeeld van de kleine Klijn, die is echt niet goed wijs. Op een bord staat: 'Uit grote dankbaarheid voor zijn moedige verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Door hem hebben vijf verzetsmensen, die op het punt stonden om door de nazi's te worden vermoord, de oorlog overleefd. Deze verzetsdaad kostte hemzelf het leven.'. Het was de oude Julia Hilbrand, die met een betraand gelaat de eerste bos bloemen bij het beeld voor Klijn heeft gelegd. Zij legde daarbij haar rechterhand langdurig op de plek van haar hart.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
14 juli 2023


Geplaatst in de categorie: oorlog

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 100



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)