Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Geloof je het zelf?

Kees was in zijn auto onderweg van zijn werk richting zijn huis. Zijn nachtdienst zat erop en met een rustig tempo van 80 kmh, bewaakt door zijn cruise control, was de omgeving van de polder nog grauw terwijl in het oosten al een vage verlichte streep van het ochtendgloren zichtbaar werd. Hij verlangde naar zijn bed en mijmerde alvast met enige voorpret daarover. Als bewaker van een nogal uitgestrekt industrieterrein waren de diverse rondjes ter controle op onregelmatigheden met zijn trouwe viervoeter Wodan best wel vermoeiend maar beslist niet saai. Plotseling werd alles verstoord doordat de motor stilviel en alle verlichting doofde. Hij bracht zijn auto tot stilstand en miste meteen ook zijn rembekrachtiging. Wat te doen? Bijna automatisch greep hij naar zijn mobieltje, dat niet wilde reageren op zijn toetenbediening; het schermpje bleef donker. Blijkbaar was zijn accu leeg.

Hij stapte uit zijn auto en Wodan volgde hem attent. Kees besloot, met tegenzin, de resterende zeven kilometer naar huis te lopen. Vreemd, dat boer Dekker nu al zijn hooi had opgetast om het verder te laten drogen. Hij had er één koepelvormige stapel van gemaakt, zo leek het tenminste in het schemerdonker. “Hello human, you english?” klonk er een metaalachtig snerpend geluid achter hem. Met een ruk draaide hij zich om en Wodan volgde zijn beweging. “N… no, dutch” stotterde Kees terug. Op een afstand van vijf meter stonden er opeens twee zeer magere figuren van naar schatting twee meter lengte. Hun kale lichamen hadden een mat glanzende, metaalachtige uitstraling en in hun ovale gezichten waren de ogen een matgroene en een bijna magisch aantrekkingspunt.

“Ah, Nederlands, wij kunnen praten. Even voorstellen: ik ben God Quarst en mijn metgezel is God Bloprl. Hoe hou je ons uit elkaar? Niet dus z z z z z .” - “Wat betekent dat gesis?” vroeg Kees met een enigszins onvaste stem. “Dat is jullie h a, h a, h a, als iets grappig is”.

“Jullie zijn dus goden; wie van jullie heeft de aarde en wat erop leeft geschapen?” vroeg Kees nog steeds bibberend. – “Dat was onze broeder JHW, maar die ligt al weer enkele miljoenen jaren, volgens jullie tijdrekening, in slaap aan de energiebron die ons onsterfelijk maakt. Hij heeft toen binnen enkele duizend jaren, hier veel geschapen. Hij en wij kunnen alles.” Z z z z , grapte Kees, jullie oppermachtige goden kunnen volgen jullie alles maken, maar jatten tijdens een storing in jullie onfeilbaarheid wel onze energie, onze stroom. Waar is jullie ruimtevaartuig eigenlijk?” Quarst en Bloprl wezen op de zg. hooiberg, die tijdens de toenemende verlichting aan het oostelijk halfrond meer detail liet zien.

“Wij kunnen écht alles, reageerden beiden gelijktijdig, zelfs jouw hond in mensentaal laten praten, niet waar, Wodan?” – WOEF - reageerde Wodan hetgeen Kees bijna een lachstuip bezorgde. “Voor het verhelpen van onze storing die op dit moment tot onze spijt jullie elektrische energie opslurpt om ons noodsysteem draaiende te houden hebben wij iets nodig, dat gegroeid moet zijn en dat wij daarom niet kunnen maken. Het is: een pluk menselijk hoofdhaar. Vraag niet waarom want dit is voor goden zelf een onopgelost onderwerp van miljarden jaren lange studie. Daarom vragen wij u, mens Kees, om ons een plukje van uw hoofdtooi te willen afstaan.” Z z z z , grapte Kees terug, die inmiddels zijn zelfvertrouwen had teruggekregen, mede door de constatering, dat goden niet onfeilbaar zijn en daarom stemde hij toe.

Binnen enkele tellen was Kees een pluk haar armer, startte de motor weer spontaan en deed zijn mobieltje het weer. “Dank, nakomeling van JHW riepen Quarst en Bloprl gelijktijdig en zij haastten zich terug naar hun toestel. Uit het veld verderop steeg de nu verlichte en voordien vermeende hooiberg op en schoot daarna als een bliksemschicht naar het firmament. Toen Kees thuiskwam was zijn echtgenote op. Zij vertelde van de stroomstoring, dat de wekker om 03.30 uur afging en dat er daarna alles wegviel. Kees deed zijn verhaal en wees op de kaalgeknipte plek op zijn hoofd. Het was al aardig licht buiten toen zij de echtelijke sponde opzochten. Kees kon maar niet stoppen met vertellen.

“Dat was me het nachtje wel, maar nu gaan we lekker slapen, wat jij, Wodan?” - De hond geeuwde luidruchtig, keek naar zijn baas en zei: “Zal wel lukken, Kees, zolang jij vanaf nu jouw muil houdt!” Met een diepe zucht liet hij zijn kop tussen zijn uitgestrekte voorpoten zakken.

Schrijver: Günter Schulz, 11 november 2023


Geplaatst in de categorie: overig

4.8 met 5 stemmen 95



Er zijn 3 reacties op deze inzending:

Naam:
An Terlouw
Datum:
23 januari 2024
Wat een heerlijk verhaal! Vooral het slot! Genoten!
Naam:
Günter Schulz
Datum:
14 november 2023
Email:
agschulzziggo.nl
Hartelijk dank, Freek, voor jouw opbouwende en humoristische reactie, die ik als een stimulans ervaar.
Naam:
Freek Berglust
Datum:
12 november 2023
Geestige bijdrage. Met een grappig en verrassend slot. Die Gunter verzint op zijn 'oude dag' een eigen vorm van fantasy.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)