Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De poezenmoordenaar van Engwierum

Het gaat de lieftallige trompettiste Baukje van Hessen-Kassel heerlijk voor de wind en na een geslaagde masterclass bij Maite Hontelé glundert zij van top tot teen. Voor de andere leden van de CMV Lauwers Fanfare is het een plezier om naar haar te kijken, want zij straalt één en al gelukzaligheid uit. Met name de fors gebouwde trombonist Bendert Eekhart kan zijn ogen niet van haar afhouden. Hij is al jaren verliefd op haar en nu weet hij het helemaal zeker, dat zij de ware voor hem is, dat hij met haar wil trouwen. Het liefst natuurlijk in de dorpskerk op het Tsjerkepaed 1 in Engwierum, waar hij iedere zondag met groot geloof en plezier naartoe gaat. In zijn dromen heeft hij al duizenden keren op die bewuste vraag van dominee Gosse Boeye geantwoord. 'Neem jij Baukje van Hessen-Kassel tot jou wettige echtgenote?', vraagt dominee Gosse keer op keer en Bendert schreeuwt alsmaar weer heel Friesland wakker met een keihard 'Ja!'. De werkelijkheid is heel wat lastiger voor Bendert, want hij mag dan uitstekend trombone kunnen spelen, dat is wel zo ongeveer het enige wat hij kan, want verder dan de lagere school is hij niet gekomen. Het is maar een groot geluk voor hem dat boer Japik Botnya hem als boerenknecht heeft aangenomen en dat hij in een klein arbeidershuisje kan wonen. Boer Japik is een trouwe kerkganger en hij ziet het als zijn christelijke plicht om hem te helpen. 'Ik kan altijd wel wat hulp gebruiken en anders raakt die arme kerel maar aan de bedelstaf!', zei Japik tegen dominee Gosse, die met hem onder één hoedje speelt. Bendert eet mee met het gezin Botnya en hij krijgt een kleine vergoeding voor zijn werkzaamheden. Dat is de deal. Bendert koopt wel eens wat pijptabak, maar dat is het enige genot wat hij zichzelf gunt. Het meeste van zijn karige loon spaart hij voor de trouwerij met Baukje, in een blik met een bijna weggevaagd gezicht van koningin Juliana. 'Juliaantje is lief, want Juliaantje zorgt samen met mij voor een mooie bruiloft!', zegt Bendert vaak, wanneer hij weer wat papiergeld doneert. Nu Baukje zo gelukkig is, kan hij haar misschien het beste maar eens om haar hand gaan vragen, denkt hij manmoedig, maar de angst voor haar afwijzing weerhoudt hem daarvan. Hij houdt liever de illusie in stand, dan dat hij zijn hele leven kapot maakt. 'Wie in God gelooft, kan wonderen verwachten!', denkt hij, 'maar ik moet wel het juiste moment kiezen en het trouwgeld moet voldoende zijn!'. Na de repetitie gaat hij nog even naar het dorpshuis 'It Dykshûs' op de Dodingawei 4.

Er is veel onrust in het dorpshuis, de voormalige gereformeerde kerk van Engwierum. Bendert ziet tot zijn grote blijdschap dat Baukje er ook is, samen met haar vriendinnen Harte Stelmaker en Hilke Staak. Hij vindt Harte en Hilke ook knappe vrouwen, maar hij heeft voor Baukje gekozen of eigenlijk heeft God Baukje voor hem uitgekozen, want zo is het, vindt hij. Baukje ziet er opeens helemaal overstuur uit en zij begint vreselijk te huilen. 'Mijn lieve poes Rakker is achter ons huis gevonden!', snikt zij, 'dat is de zoveelste poes, die in Engwierum is vermoord!'. 'Ja, ik weet het!', zegt Harte, 'onze poesen Bonny en Clyde zijn met touwen gestikt en daarna aan de droogmolen opgehangen. 'Onze poes Hadewych is in een regenton gevonden. Die klootzak heeft haar in een zak met stenen gestopt!', roept Hilke boos. 'Ze moeten die vuile dierenmoordenaar in een zak met stenen stoppen en dan in het Lauwersmeer smijten!', roept de potige Saske van Eysinga, die naast Bendert een kopje koffie zit te drinken. 'Wat jij, Bendert!', zegt Saske, die Bendert met haar arm aanstoot, waardoor hij koffie morst. 'Ma-maar na-natuurlijk, die schoft moet boeten voor zijn walgelijke wandaden!', antwoordt Bendert. 'Mooi gesproken, Bendert!', zegt Baukje door haar tranen heen. 'Ik laat mijn poes Snorreke niet meer buiten lopen!', zegt Saske, 'zolang die poezenmoordenaar nog rond loopt, heeft zij huisarrest!'. 'Dat is inderdaad voorlopig maar het beste wat je kunt doen!', zegt Hilke, 'totdat de politie die schurk te pakken heeft!'. 'Nou, dat kan dan lang gaan duren!', zegt Saske, 'want zie jij ze hier patrouilleren? Die komen nog niet eens wanneer hier mensen vermoord worden, voor hen bestaat Engwierum niet!'. 'Nou overdrijf je toch echt, Saske, want ik heb ze gisteravond echt zien surveilleren!', zegt Hilke, 'maar ze kunnen natuurlijk niet overal tegelijkertijd zijn!'. 'Dan ga ik ze helpen!', denkt Bendert. 'Denken jullie dat het iemand uit Engwierum zelf is?', vraagt de al wat bijgekomen Baukje. 'Het kan net zo goed iemand uit Kollum of Dokkum zijn!', antwoordt Harte. 'Wat bezielt zo'n kerel toch?', zegt Baukje met een verdrietige stem. 'Wie zegt dat het een kerel is?'. zegt Saske, 'het kan net zo goed een wijf zijn!'. 'De wereld zit vol met loslopende gekken!', zegt Bendert, terwijl hij naar de uitgang loopt. Bij de deur draait hij zich nog even naar Baukje om en zegt hij heel nadrukkelijk: 'Wees maar niet verdrietig meer, Baukje, jij krijgt in ieder geval een nieuwe poes van mij!'. Baukje's mond vormt lange tijd een O van pure verbazing. 'Zei hij dat nou echt?', vraagt ze aan haar vriendinnen. 'Ik zweer het je, dat zei hij!', antwoordt Hilke met een brede glimlach. 'Gunst, wat een lieve vent is hij toch, jammer dat hij zo achterlijk is!', gniffelt Baukje.

De volgende dag krijgt Baukje haar zangles bij de doorleefde operazangeres Liliane Miranda Nicolette van Kralingen, die in de Bûtendykswei 24 resideert. 'Er zit absoluut een exquise sopraan in jou verscholen!', zegt de gerenommeerde Miranda tegen Baukje, wanneer zij haar zangoefeningen doet. Baukje glundert en schaamt zich op hetzelfde moment. 'Echt, Baukje, ik zeg dit heus niet tegen iedereen, jij kunt een hele grote worden!', zegt Miranda ook nog. Baukje knikt haast door haar knieën door al die complimenten. 'Maar, Baukje, we moeten er wel aan blijven trekken, want zonder inspanning komt niets vooruit, dus, Baukje Callas, zing 'Casta Diva' van Bellini nog maar eens!'. Terwijl Baukje dit zingt, gebeuren er vreemde dingen achter het huis van Miranda. Haar poes Constanze, vernoemd naar de vrouw van Mozart, scharrelt rustig door de tuin en zij springt een keer omhoog naar een denkbeeldig roodborstje om vervolgens weer wat slaapdronken verder te kuieren. Zij ziet niet het gevaar dat achter een eik naar haar staat te loeren. Het is de zwaargestoorde neonazi Romme Pompe, die in zijn huis op De Dobbe 2 een soort nazi-museum heeft gemaakt, waar niemand anders dan hij en zijn eveneens zwaargestoorde vriend Sarre Hesselinga mogen komen. Sarre woont in hartje Dokkum en hij noemt Romme steevast Rommel, zoals Romme Sarre steevast Hess noemt. Zij doelen op Erwin Rommel en Rudolf Hess. Die bijna namengelijkenis zien zij als een voorteken en enorme eer. Romme is de laatste weken helemaal doorgeschoten in zijn nazi-gekte en hij ziet alle poezen nu voor vermomde, verdierlijkte vijanden aan, die hij moet bestrijden. Hij moet wel zo voorzichtig mogelijk te werk gaan, want overal waar die vijandige poezen lopen, zijn ook verraders aanwezig, die hem kunnen aangeven of overmeesteren. Deze keer gaat hij zijn dolk gebruiken om deze vijand onklaar te maken. 'Kom nog maar even iets verder naar mij toe!', denkt hij muisstil. Constanze heeft nog niets in de gaten, maar dat verandert binnen enkele seconden, alleen niet zoals Romme verwacht. Bendert, die vaak in de achtertuin van Miranda naar Baukje staat te gluren, heeft de boosaardige Romme op heterdaad betrapt en hij sluipt met panterpassen naar hem toe. Zodra Bendert achter Romme staat, slaat hij zijn gespierde arm om de nek van Romme en weet hij hem te verstikken. Doordat Romme verslapt, laat hij zijn dolk vallen. Bendert grijpt de dolk en hij steekt die dwars door Romme's hart. Constanze is inmiddels naar de andere kant van het dorp gevlucht.

Bendert weet het lichaam van Romme ongezien naar de graven rondom de dorpskerk te slepen en daar legt hij het neer. Hij rent vlug naar het huis van Miranda terug om het goede nieuws te vertellen. Hij belt aan en Miranda doet open. 'Ja, jongeman, wat zal het zijn? Vlug een beetje, want ik zit midden in een belangrijke exercitie!', zegt Miranda geïrriteerd. 'Nou, mevrouw, ik heb groot nieuws, want ik heb de poezenmoordenaar te grazen genomen en hij ligt alvast op het kerkhof!', zegt Bendert verheugd en vreselijk naïef. 'Ligt die misdadiger daar dan vastgeketend?', vraagt Miranda geschokt. 'Nee, mevrouw, natuurlijk niet, die is zo dood als een pier, wat bent u toch dom! Mag ik Baukje even spreken?', zegt Bendert gehaast. 'Baukje? Ken jij haar dan?', zegt Miranda, 'Baukje? Kom je even, ken jij dit heerschap?'. Baukje komt naast Miranda staan en zij knikt naar Miranda. 'Die zit bij mij in de fanfare!', zegt zij. 'Baukje!', roept Bendert, 'ik heb hem te pakken, hij was van plan om achter dit huis een poes te vermoorden, maar ik heb hem met mijn arm en met zijn eigen dolk overwonnen! Hoe vindt je dat? Ik heb Engwierum van de poezenmoordenaar bevrijd!'. 'Dat is fantastisch, Bendert, maar ik vind wel dat we nu de politie moeten inlichten en je weet toch wel dat je niet voor eigen rechter kunt gaan spelen!', zegt Baukje nogal streng. 'Hoezo voor eigen rechter spelen? Wat bazel je nou, ik heb er voor gezorgd dat er geen enkele poes meer vermoord gaat worden! Ik ben een held, Baukje, ik ben gewoon een fucking geweldige held!', zegt Bendert. 'Ik ga alvast de politie bellen!', zegt Miranda, die het huis inloopt. 'Ik, ik heb voor ons gespaard, lieve Baukje, ik heb een blik vol geld, waarmee we kunnen trouwen en jij kunt makkelijk bij mij komen wonen en ik zal alle dagen van ons huwelijk lief voor jou zijn!', zegt Bendert met een gelukzalig gezicht. 'Maar Bendert, ik wil helemaal niet met jou trouwen, ik wil met niemand trouwen!', roept Baukje verbaasd en geschrokken. 'Maar God heeft jou voor mij uitgezocht!', probeert hij nog. 'Lariekoek, Bendert, ik hou niet van jou en dat gaat ook zeker niet gebeuren!', roept zij. 'Zal ik dan een poes voor jou kopen?', vraagt Bendert ten einde raad. 'Ook dat wil ik niet dat jij doet!', bromt Baukje, 'je hebt zomaar een mens vermoord, Bendert, besef je wel wat je gedaan hebt? Je zult de gevangenis in moeten! Ik wil niets meer met jou te maken hebben, helemaal niets!', zegt zij woest. Terwijl zij de deur voor zijn hoofd dichtsmijt, roept Miranda nog, dat de politie onderweg is. Bendert is helemaal in de war en hij rent huilend en krijsend naar het kerkhof terug. Enkele dorpelingen worden wakker en her en der gaan er lampen aan. Bendert laat zich naast het lichaam van Romme vallen en hij weent intens om het verlies van Baukje en om de moord, die hij gepleegd heeft. Hij trekt het mes uit het hart van Romme en meteen daarna steekt hij zichzelf dwars door zijn hart. Achter een grafsteen komt Constanze te voorschijn en zij begint vreselijk te janken, terwijl zij de overleden Bendert nog wat kopjes geeft.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
13 november 2023


Geplaatst in de categorie: misdaad

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 60



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)