Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Het bloedbad in kasteel Heeze

In kasteel Heeze op de Kapelstraat 25 in Heeze woont en werkt de artistieke barones Ursula van Genève Lullin, die bevriend is met Ans Markus, Marte Röling, Anita Groener, Saskia Pfaeltzer, Othilia Verdurmen en de wat minder bekende Dymphina Puissant. De volmaakte schoonheid Dymphina woont in het woonhuis 'Marie Louise' op de Kapelstraat 116 in Heeze. Qua schilderkunst zijn Ursula en Dymphina erg aan elkaar gewaagd en wedijveren zij vaak om wie het mooiste schilderij van eenzelfde persoon of object weet te maken. Darvoor nodigen zij meestal de hoogbejaarde kunstkenner Godefridus de Baillet uit, die tijdens zijn loopbaan in Parijs nauw bevriend met Corneille is geweest. De beide vriendinnen vertrouwen helemaal op de beoordeling van deze oude baas, die zijn keuze altijd met uitvoerige en diepzinnige beweringen weet te staven. Dat alleen al is een vreugde voor de artistieke harten van de concurrerende schilderessen. Godefridus maakt altijd een keuze, op één keer na, toen de zwetende dames een portret van hem maakten en hij werkelijk geen keuze kon maken. Het was meer dat hij geen keuze wilde maken, want in het diepste geheim is hij op zijn oude dag smoorverliefd op beide dames en was hij bang om één van hen zodanig voor het hoofd te stoten, dat die hem voortaan voorgoed links liet liggen. Hij durfde die gevaarlijke gok niet te wagen en daarom loofde hij beide kunstwerken met eenzelfde gedegen uiteenzetting. Het klonk voor de dames zo geloofwaardig, dat zij geen argwaan vermoedden. 'Ik heb beide portretten even lief!', zei de glunderende Godefridus, die natuurlijk bedoelde 'Ik heb jullie beiden even lief!'. Deze vlieger gaat echter niet op voor graaf Baptist Puissant van kasteel Bouvigne op de Bouvignelaan 3 in Breda. Graaf Baptist heeft zichzelf in de muziekkamer van kasteel Heeze genesteld en hij is in afwachting van wat komen gaat. De schildervriendinnen zullen hem eerst op en top vertroetelen alvorens ze hem gaan schilderen. Dat is hun tactiek om het beste uit hem en hun schilderkunst te halen.

Terwijl graaf Baptist wat naar de muziekemblemen van Lambert Yerna kijkt en wegdroomt, schrikt hij opeens wakker wanneer het edele tweetal de muziekkamer betreedt. Het valt hem op hoe mooi gekleed zij zijn en hoe hun vrouwelijke vormen schitterend geaccentueerd worden. Als fanatieke borstenman let hij speciaal op hun ver naar voren stekende melkfabrieken. Dat zij hun zalige borsten voor de helft ontbloot hebben, is voor hem al voldoende feest op zich, maar het gaat nog mooier worden, want barones Ursula kondigt maar liefst een concert met wel zes bekende sopranen aan; Miranda van Kralingen, Wiebke Goëtjes, Judith van Wanroij, Kelly God, Mylou Mazali en Claudia Patacca. Baptist is uiterst verrast, want zijn chique gastvrouwen weten natuurlijk dat hij enorm veel van sopranen houdt. Die hoge stemmen brengen hem in extase en schenken hem acuut hemelse sferen. De zes sopranen zingen tezamen en apart, terwijl Baptist met open mond en een ongedurige kont naar hen zit te luisteren. Na iedere song roept hij: 'Formidabel, paradijselijk, bis bis bis!'. Ondertussen geeft Dymphina hem een glas Heidsieck Diamant Bleu uit 1907 en zij zorgt ervoor dat zijn glas gevuld blijft. Na het unieke privéconcert mag Baptist zijn idolen een hand geven en laat hij het niet na om hen drie keer te kussen. Daarna wankelt hij een beetje op zijn benen, maar Ursula en Dymphina pakken hem beiden bij een arm en zij loodsen hem naar de Blauwe Kamer, waar hij op een donkerblauwe chaise longue mag liggen, terwijl Ursula een CD met opwindende, Arabische muziek opzet. Baptist krijgt hartige hapjes voorgeschoteld en hij zet nog grotere ogen op wanneer hij ziet, dat Ursula en Dymphina tegelijkertijd hun elegante jurken uitdoen. Beiden dragen Victoria's Secret Heavenly Fantasy-bh's met bijpassende slips en daarin geven zij een fantastische buikdansshow. De ogen van Baptist rollen bijna uit zijn kassen en hij verslikt zich bijna in een toastje met Russische kaviaar. Van hun soepel bewegende buiken kijkt hij automatisch naar hun bolle slips en naar de spaarzame schaamharen aan de zijkanten en bovenkanten van die beloftevolle slips. 'Die wijven zijn hartstikke krankzinnig!', denkt Baptist, 'maar ik bof maar met hen!'. Zodra Ursula de muziek uit zet, nemen de wild geworden dames hem weer in hun armen en lopen ze liederlijk en beschonken naar de badkamer, waar het bad reeds gevuld is. Daar staan ook twee schilderezels opgesteld en Baptist begrijpt ineens dat hij daar geportretteerd gaat worden. Op een wit-marmeren tafeltje liggen enkele joints gereed, waarvan Ursula er één aan Baptist aanbiedt. De zoete, weeïge geur van de marihuana maakt de beneveling compleet en Baptist ontkleedt zich gedwee en tevreden. Om hem extra over de drempel te helpen doen de prachtige schilderessen hun laatste kledingstukken uit. Bij het zien van zoveel schoonheid verandert zijn olifantenslurfje meteen in een fiere toverstok.

Baptist loopt heel voorzichtig over de grijze, stenen treden, die in het verzonken bad lopen. Het badwater is lekker op temperatuur en Baptist vraagt zich af wie dat bad gevuld heeft. 'Er moet hier toch nog een derde vrouw aanwezig zijn, althans, ik neem aan dat het een vrouw is!', denkt hij. Hij geniet van de Romeinse stijl, die het bad uitstraalt. Hij waant zich keizer Caligua met twee van zijn wulpse concubines. 'We willen jou graag in het water schilderen!', zegt Ursula, 'want dat geeft mooie effecten!'. Zo af en toe komen de vrouwen aan de rand van het bad staan om een beter zicht op hem te hebben. Op die momenten kijkt Baptist vol bewondering en begeerte naar de duidelijk zichtbare schaamlippen en de weelderige schaamharen. Hij moet zich dan echt inhouden om hen niet bij de enkels te pakken en hen bij hem in bad te trekken. Of om ineens snel op te staan en zijn handen met de vingervlugge vingers naar hun sappige liefdesgrotten te reiken. De marihuana maakt zijn piemel staalhard en dat duurt maar door. 'Ik heb het gevoel dat ik hen eindeloos kan beminnen, maar zij willen nu eenmaal dat ik in deze badkuip voor hen poseer!', denkt hij deels getergd. Na verloop van tijd koelt het badwater af en wordt het minder aangenaam voor hem om erin te blijven. Dymphina merkt dat en zij geeft hem nog een brandende joint en een glas champagne. 'Wordt het al wat?', vraagt hij na een uur poseren. 'De mijne is bijna zo goed als af!', antwoordt Ursula. 'De mijne ook!', roept Dymphina. Na nog ongeveer een kwartier mag Baptist uit bad stappen om de resultaten te bewonderen en te beoordelen. 'Nu wordt het pas echt spannend!', denkt hij, 'want na de keuring van hun schilderijen mag ik hen natuurlijk ongeremd gaan beminnen!'. Bij het schilderij van Ursula krijgt hij direct een herkenningsgevoel en is hij diep geraakt door de houding van zijn lichaam en de blik in zijn ogen, die zij zo treffend heeft weergegeven, maar zodra hij het schilderij van Dymphina ziet, raakt hij door een diepe walging overvallen, want zij heeft hem als een uitgemergelde vis geschilderd en met holle, lege ogen. 'Wat is dit nu?', roept hij afkerig, 'dit is vreselijk amateuristisch en niet eens een schilderij te noemen! Sorry, schoonheid, maar Ursula heeft ruimschoots gewonnen!'. Dymphina kookt meteen van woede en zij rent de badkamer uit. 'Ik kan er niets aan doen, Ursula, maar ik vind haar schilderij werkelijk heel erg slecht!', zegt hij wat beteuterd. 'Dat zal ze jou zeker niet in dank afnemen!', zegt Ursula, 'en mij wellicht ook niet!'. Ursula heeft inderdaad gelijk, want even later stormt Dymphina naar binnen en richt zij een Magnum Desert Eagle op hen. 'Dymph toch, ben je soms gek geworden?', roept Ursula angstig. 'Dit ga je toch niet menen hé?!', roept Baptist daarna. 'Toch wel!', antwoordt Dymphina en zij schiet eerst diverse keren op Baptist, die door de schoten achterwaarts in het bad valt. De ineengekrompen Ursula smeekt om genade, maar Dymphina is verblind door woede en zij schiet ook diverse keren op de huilende Ursula. De huisknecht Reinaart van Horne is door de schoten gealarmeerd en hij rent de badkamer in. 'O, mijn God, wat gebeurt hier toch?!', roept hij hevig geschrokken. Het antwoord van Dymphina is opnieuw een lading kogels. Daarna verscheurt en vertrapt zij Ursula's schilderij. Haar eigen schilderij neemt zij mee. Zij dwaalt wat door het kasteel en zij belandt tenslotte in de Minervakamer, waar zij op adem probeert te komen, wat niet lukt. Zij kijkt nog eens goed naar haar schilderij van Baptist en vervolgens begint zij hevig nee te schudden. 'Nu ben ik echt gek geworden!', schreeuwt zij, 'Baptist had gelijk, dit is een walgelijk kliederwerk en het lijkt totaal niet op hem!'. Zij vernietigt haar schilderij en zij rent naar de badkamer terug. Even schrikt zij van de ravage, die zij heeft aangericht. Met het pistool tegen haar rechterslaap stapt zij lusteloos en verbitterd over de koele treden het bloedrode bad in. 'Geen kunst!', mompelt zij en zij lost het schot.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
19 november 2023


Geplaatst in de categorie: misdaad

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 57



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)