Tussen de landerijen.
Er vliegen merels door de tuin, hij zwart, zij bruin. Ergens in mijn brein zou ik die merel willen zijn om even te kunnen vliegen weg van dit aardse veld. De tuin omringd door groene weiden waar schaapjes lopen, dertien in getal. Het waren er vijftien maar twee zijn door de boze wolf gedood. De schapen zien mij lopen en blijven even staan en kijken me schaapachtig aan. Verbaasd en dromerig, maar ook redelijk onbenullig, nee een schaap zou ik niet willen zijn. Ik hoor nu het miauwende geluid van de buizerds, de natuurlijke vijand van mijn kippen. Ook een buizerd wil ik niet zijn, misschien een grote roofvogel in de bergen, maar niet hier tussen de weilanden. Er loopt een bruine muis over het pad en zonnestralen verlichten zijn glimmende vachtje. Wat kan een kleur toch mooi zijn in het zonlicht. Nooit zo’n mooie bruine muis gezien. Zou het wel een muis zijn of misschien wel een korenwolf, nee toch maar een gewoon veldmuisje dat het pad oversteekt.
In het doolhof van zintuiglijke indrukken is het soms moeilijk om het werkelijke bestaan aan een object of entiteit toe te kennen. Want de zin voor de werkelijkheid wordt in mijn brein als illusie afgebeeld en ik weet dat ik nergens tussen de landerijen de echte werkelijkheid kan zien. Maar kan ik de echte werkelijkheid wel voelen of ruiken? De geur van pas gemaaid gras of een net bemeste akker op een regenachtige dag? Als ik mijn ogen sluit, is mijn waarneming dan helderder?
Even loop ik verder met gesloten ogen en moet bijna lachen als ik aan die consequenties denk met volle sloten in de nabijheid. Met heropende ogen ziet de wereld er toch kleurrijker en warmer uit. De laatste restjes nevel lossen op en boven de sloten drijft de damp nog even voordat zonnewarmte de watermoleculen heeft opgezogen. Ik groet de bestuurder van een tegemoetkomende trekker met het opsteken van mijn hand en kijk naar de modderige bandensporen die hij achterlaat. Zilverkleurige zwaluwen scheren over de omgeploegde kavels en maken een hoog tjilpend geluid. Alles is nog vrij drassig na die ellenlange natte moesson van de laatste drie maanden. Veel takken liggen nog on opgeruimd naast en deels op het paadje tussen de weilanden. Een takken hoop wacht op het paasvuur. De koeien staan nog niet buiten, maar zullen al snakken naar het verse gras dat lekker groeit door de regen, mest en aangename temperatuur.
Ik loop weer terug naar mijn boerderij en zie hoe de merels achter elkaar aan zitten en het mos uit het gras pikken om hun nestje te gaan maken. De cyclus van geboren worden en sterven, van licht en donker, van weten en vergeten, van waken en slapen, van zijn en van ervaren. Ervaren hoe het is om te zijn en te zijn hoe het was om te ervaren. De natuur is rustgevend en maakt mijn hoofd leeg voor de werkelijkheid, die je niet kunt ervaren als je verblindt raakt door de illusie. De zuurstof is groen, het water helder, het vuur is uit, de aarde is zwart, de takken zijn verwaaid, metaal is de tractor, het dier is leven en de zon is liefde. En……. tussen de landerijen? Daar ontvouwt zich het spel, verborgen onder de mantel van rust en vrede.
Zie ook: http://spirituelefilosofie.blogspot.com
Schrijver: J.J. v. Verre
29 maart 2024
Geplaatst in de categorie: natuur