Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Gevaarlijke stoeipoes

'Inmiddels is mijn roman 'De Vondeling van Veenhuizen' in de boekhandels beland en hoop ik op positieve recensies, want ik heb er heel wat research voor gedaan en de nodige fantasie aangeboord!', zegt de koelbloedige flirtkoningin Patricia Snel tegen haar toevallige gesprekspartner in een Amsterdamse kroeg. 'Hoe heet je eigenlijk en waar houdt je jezelf zoal mee bezig?', vraagt ze tussen neus en lippen door, terwijl ze weer één van haar meest verleidelijke poses aanneemt en met haar hemelse glimlach iedere man in de kroeg op de knieën krijgt. 'Wel, schoon madammeke, ik heet Wilfried de Villenfagne de Vogelsanck en na mijn opleiding aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen heb ik in België een ik mag wel zeggen imposante reputatie als kunstschilder opgebouwd, ja, zelfs hier en daar in de buitenlanden!' 'O, wat geweldig, dat is nou iets wat ik absoluut niet kan, maar wat ik bovenmate waardeer!' 'Ach kijk, lief madammeke, gij schildert met de pen en ik schrijf met de kwast, in feite verschillen wij nauwelijks van elkaar, maar vertel eens, waar gaat die nieuwe roman van jou over?' 'Nu ja, om zo te zeggen, het gaat over een zeer akelige geschiedenis, die bij weinig mensen bekend is, het gaat over de Kinderkolonie van Veenhuizen, waar talloze weeskinderen zijn overleden en begraven!' 'Hoe was dat mogelijk?' 'Zij overleden door honger, heimwee, ziektes en gebrek aan liefde!' 'Schandalig! En ze hebben die arme kinderen zeker ook nog uitgebuit?!' 'Zeker weten, de jongens moesten op het land werken en de meisjes in de huishouding en de textiel. Ze sliepen met 80 kinderen in hangmatten in een kleine ruimte en met één turfkachel. Het was er vochtig en koud. Het stonk er en de zaalopzieners waren alcoholisten!' 'God, meid, hoe ben je die geschiedenis zo op het spoor gekomen?' 'Met name door het boekje 'De wees van Amsterdam' van Karel Muller en alle boeken die ik over de Koloniën in Veenhuizen te pakken kreeg!' 'Maar vond je niet dat Mariët Meester daar al genoeg over heeft geschreven?' 'Niet over die mishandelde weeskinderen, dat was nog een gat in de markt!' 'En ben je ook zelf op onderzoek geweest?' 'Ik ben daar maandenlang in de buurt geweest om het boek in totale afzondering te kunnen schrijven! Het verhaal van Karel Muller heeft mij doen huilen en dat was de aanzet!' 'Heb je jezelf ook als kind een soort weeskind gevoeld? Of was je misschien zelf een weeskind in Veenhuizen in je vorige leven? Je huilt natuurlijk niet voor niets! Of waren het jouw moederlijke gevoelens?' 'Whatever, Wilfried, maar ik had nou eenmaal de onstuitbare drang om die vergeten ellende van die tragische weeskinderen op te diepen en te etaleren!' 'Begrijpelijk, lief lichtwezen, maar even snel er tussendoor, zou je een keer voor mij naakt willen poseren, zodat ik jouw goddelijke schoonheid voor de eeuwigheid kan vastleggen?' 'Aangezien ik voorlopig leeg geschreven ben, neem ik dat aanbod van harte aan en ga ik nu meteen met jou mee, als dat gelegen komt!' 'Maar natuurlijk, blonde nimf, je doet jouw achternaam eer aan en mijn Porsche 911 Sport Classic staat om de hoek van de Prinsengracht, komaan, mijn hoogst verleidelijke muze, laten we richting mijn kasteel Carondelet in Crupet gaan!'. Er volgt een speedtocht door de donkere nacht. 'Ik kan jou ook Pat Kwik gaan noemen!', zegt Wilfried met een komisch vervormd gezicht, 'je weet wel, dat broertje van Kwek en Kwak!'. Patricia likt even heel geil haar kwikzilveren tong over zijn wang. 'Laat ze mij alsjeblieft nu direct even zien!', zegt Wilfried ongeduldig. Patricia trekt haar trui omhoog en haar BH omlaag. 'Maar Patricia toch, jij hebt echt de meest schattige borsten van alle vrouwen op aarde!'. 'O, maar dan heb je de exemplaren van mijn hartsvriendin Susan Smit nog nooit gezien!', amtwoordt Patricia. 'Mij best!', zegt Wilfried, 'laat die naakte quasi-toverkol maar eens op haar bezem bij mij aanwaaien, dan kan ik ze met elkaar vergelijken!'. En nog maar eens vluchtig naar rechts kijkend jubelt hij: 'Maar jeetjemina zeg, Patricia toch, wat een feestelijke traktatie!'. Ze komen tegen de ochtend bij kasteel Carondelet aan. De extreem bevallige Patricia doet meteen haar elegante kleren uit en zij vraagt aan Wilfried in welke stand zij het beste kan poseren. Zodra zij Wilfried weer in beeld heeft, ziet zij dat hij van onderen helemaal naakt is en dat zijn geval flink gesteigerd is. Zij vergeet meteen om te poseren en zij huppelt frivool naar zijn stijve apparaat, die zij snel onder handen neemt en naar haar smachtende, feeërieke inham tussen de keurig gekapte, donkerblonde poes leidt. 'Inderdaad!', hijgt Wilfried, 'eerst lekker stoeien en daarna met verf kliederen!'. Terwijl Patricia wijdbeens op de rode sofa ligt, bedrijven zij de liefde met elkaar, wild en gehaast. 'God, heerlijke vrouw, wat ben je zo op je mooist!', verzucht Wilfried. 'Niet praten, Picasso, laat je kwast maar praten!', verzucht Patricia. 'O, Patries, je bent een erotische wonderwoman!', roept Wilfried, terwijl beiden op hetzelfde moment klaarkomen en Patricia nog even fel in zijn schouder bijt. 'Graag wijdbeens blijven liggen!', schreeuwt Wilfried ineens, 'want zo wil ik je schilderen!'. 'O, je denkt zeker dat je Gustave Courbet bent!', reageert Patricia, die haar benen na gedane zaken liever sluit. Wilfried rommelt wat ik tussen zijn verfspullen en even later richt hij een pistool op haar. 'Ik zei 'Houd je benen uit elkaar!'!', schreeuwt hij met woeste ogen. Patricia verstijft van angst, maar ze doet wat hij eist. Na een half uur schilderen, wil zij graag kijken hoever hij is. Zij prijst zijn schilderwerk en zij streelt zijn gespannen rug. Het pistool ligt tussen de verfspullen. 'Ga zo door!', mompelt Wilfried, 'ik krijg alweer een stijve van jou en die wil maar één ding!'. Hij raakt in een aangename roes en hij sluit zijn ogen. Patricia grijpt het pistool en zij zegt: 'Dat zal best, baasje, maar daar komt deze keer niets van in!'. Zij schiet eerst een kogel door zijn hoofd en daarna een kogel door zijn schilderij. Zij poetst het pistool schoon en zij stopt dat in zijn hand. 'Gunst!', zegt Patricia tegen zichzelf, 'het is al 10.00 uur en om 15.00 uur heb ik een signeersessie in de Athenaeum Boekhandel te Amsterdam! Dit heerschap zal er vast geen bezwaar tegen hebben, dat ik even zijn snelle kar leen, lijkt mij!'.


Plasticcen lokvogel

Zij wint de mannen om haar schaamhaarvlecht
die na al die jaren zo lang is geworden
dat de mannen erin omhoog willen klimmen
zoals vroeger in een gymzaaltouw

De rood-koperen kleur doet denken
aan de gloed van een open haard
waar de mannen het liefst in willen springen
omdat het op straat zo berekoud is

toch blijven de mannen liever van haar dromen
dan op wrede wijze verbrand te worden

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
20 april 2024


Geplaatst in de categorie: misdaad

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 21



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)