Feest in Kasteel Beelaert te Afsnee
"Die cultuurbarbaar van een nieuwe eigenaar heeft Villa Malpertuis gesloopt!", bromt baron Guillaume Couvreur, "dat is toch wel verdulleme nationaal erfgoed wat hij daar heeft laten vernietigen hé!". "Gij hebt volkomen gelijk, mijn beste Guillaume, ooit woonden de grote kunstschilders Gustave Franciscus De Smet en Frits Van den Berghe daar, het is te walgelijk voor woorden wat die nieuwe eigenaar op zijn geweten heeft!", reageert Guillaume's hete stoeipoes Charlotte Charlent, die bij wijze van troost Guillaume in zijn nek zoent. "Jazeker, het is een niet om te draaien tragedie, te bedenken dat er vele kunstenaars op bezoek zijn geweest, naast grootheden als Marc Chagall en Ossip Zadkine o.a. Gustave Van de Woestijne, de broer van de poëet Karel, André De Ridder, Berthe Andelhoff, Edgard Tytgat, Paul-Gustave van Hecke en Honorine Deschrijver!". "Inderdaad! en die laatste twee waren met elkaar getrouwd en zij huurden Villa Malpertuis!", vult Charlotte aan. "Laten we maar gauw doorlopen, voordat we die deugniet tegen het lijf lopen!", zegt een ontstemde Guillaume, die even met zijn paraplu hoog in de lucht prikt, alsof hij een ridder te paard is, die zijn lans gereed maakt, om tijdens een riddertoernooi ten aanval te gaan. Hupsakee, de Veurestraat uit!
Terug in in hun Landhuis Mariasteen op de Duddegemstraat 34 in Afsnee openen de adellijke tortelduifjes een fles Rémi Martin, Louis XIII. "Die Gustave De Smet was met Gusta Van Hoorebeke getrouwd!", zegt Charlotte, "hun 20-jarige zoon Firmin overleed op 13 september 1918 bij de treinramp nabij Weesp!". "Klopt! en Frits Van den Berghe was met Elvira Van Houten getrouwd, met wie hij de dochters Yolande en Edith kreeg!". "Weet je trouwens dat de opa van barones Mathilde de Liedekerke een affaire met Gusta heeft gehad?", vraagt Charlotte. "Meen je dat nou? Gunst zeg, dat heb ik nooit geweten!", antwoordt Guillaume met een diepe frons op zijn voorhoofd. "Ze schijnt het nogal gênant te vinden, moet je nagaan, zij nota bene!", zegt Charlotte, terwijl ze aan de cognac nipt. "Als er iemand van affaire naar affaire wipt, dan is zij het wel!", reageert Guillaume met een grote glimlach. "Trouwens, ik ben benieuwd wie zij vanavond weer aan de haak slaat!", zegt Charlotte. "Ik gok op die lange, magere graaf Philippe de Broqueville!" "is die niet een beetje te sloom voor haar?" "Kan zijn, maar ik zag haar de laatste keer heel erg lang naar hem turen, zo met die hebberige blik van haar!" "Je zult wel gelijk hebben, ik heb daar minder kijk op!" "Gewoon even goed opletten vanavond!" "Zal ik mijn Chartreuse Dior Jurk aandoen?" "Daarin komen jouw goddelijke vormen perfect tot hun recht, dus ik zeg ja!" "Afgesproken dan!".
Rond 9 uur 's avonds komen Guillaume en Charlotte bij Kasteel Beelaert op de Goedingenstraat 4-6 aan. Er branden veel lichten en de muziek komt hen tegemoet, wordt steeds luider. Deze lusthof uit 1812 nodigt echt uit om eens flink uit je bol te gaan. Barones Mathilde heeft het interieur daar volop aan aangepast. Overal hangen peperdure schilderijen met veelal naakte vrouwen in gewaagde poses. "Mon Dieu, dat is een echte Edgar Degas!', zegt Guillaume. "En kijk hier eens, deze Jan Sluijters is ook nieuw en kijk eens hoe pikant!", zegt Charlotte verheugd. Mathilde heet hen hartelijk welkom en zij wenst hen een uiterst aangenaam feest toe. Haar zwarte lingerie doet het uitstekend onder haar witte doorkijkjurk van Oscar De La Renta. "Niet slecht!", mompelt Guillaume. "Als je maar van haar af blijft!", waarschuwt Charlotte. Guillaume heeft wel meer verleidingen te weerstaan, want alle vrouwen wedijveren met elkaar. Ze willen allemaal de mooiste zijn. Tot groot genoegen van de aanwezige heren. Iedereen vermaakt zich opperbest en het effect van de overdaad aan drank en drugs is weldra te bespeuren. Guillaume en Charlotte dwalen wat op de bovenste etage en zij openen nieuwsgierig een wat vergeten slaapkamerdeur. Zij kijken tegen de naakte, lange rug van graaf Philippe aan. Die wipt met zijn kont duidelijk op en neer in een naakte vrouw. Het duurt even voordat zij door hebben, dat zij begluurt worden. Philippe versteent. Daarna kijkt de betrapte vrouw met een verhitte blik om het hoekje van Philippe's rug. "Bingo! Je hebt gelijk!", zegt Charlotte tegen Guillaume, die snel de deur sluit. Er volgt een luid gegiechel op de gang. Mathilde is te beneveld en high om zich ergens aan te storen. Het feest gaat door en Guillaume geniet van de liederlijkheid, die de gravinnen Angelique de Hemptinne, Adelaïde de Witte en Guénola van de Werve tentoon spreiden. Zij betasten elkaar met hun naakte, door champagne nat gemaakte borsten. Zij likken de champagne van elkanders tepels. In een donker hoekje staat Philippe mee te lachen. Voor hem kan het feest allang niet meer stuk. Met trouwe hondenogen volgt hij de sierlijke bewegingen van zijn nieuwe, kersverse minnnares, maar hij verliest haar toch uit het oog. Lichtgeraakt en door de bedwelmingsmiddelen zwaar ongerust gaat hij naar Mathilde op zoek.
Philippe kan het bijna niet geloven, maar het is in dezelfde kamer, waar hij met Mathilde de liefde heeft bedreven, dat hij haar met een ander aantreft. Zij ligt daar wijdbeens met bovenop haar een gezette kerel, die flink in haar tekeer gaat. Philippe herkent hem meteen aan zijn lange, zwarte haren. Het is burgemeester Armand de Lannoy, die opeens woest in zijn ogen kijkt. "Zeg, wat moet jij daar, vieze gluurder, donderstraal eens snel op of ik hak je kop eraf!", roept de stomdronken Armand. "Armand, wil je ons even met rust laten?", vraagt Mathilde op een deftige toon. "Maar natuurlijk, ordinaire nymfomaan!", schreeuwt Philippe hevig gepikeerd en diep geschokt. Hij smijt de deur keihard achter zich dicht. "Ik zal je pedante vrouw even inlichten!", schreeuwt Philippe dwars door de deur heen. Hij dacht toch op zijn minst een paar dagen van haar vrijgevigheid te kunnen genieten, maar nu zij al zo gauw met een ander ligt te vozen en nog wel met die huichelachtige, perverse en botte burgemeester, nu breekt zijn verstand. Op de trap naar beneden komt hij Guillaume en Charlotte tegen. Zijn gezicht staat op onweer. "Wat is er loos, Philippe, heeft ze je nu al laten barsten?", vraagt Guillaume. "Bemoei je met jouw eigen zaken, wijsneus, en laat mij met rust!", antwoordt Philippe, die snel verdwijnt. Niet lang daarna volgt een zwaar bezwete, bezeten Armand. "Oei, dat belooft weinig goeds!", zegt Charlotte tegen Guillaume. "Laten we maar huiswaarts keren!", zegt Guillaume.
Terwijl zij elkaar staande houden, waggelen Guillaume en Charlotte naar hun Landhuis Mariasteen terug. Het loopt tegen de ochtend en de eerste vogels beginnen al te zingen. Op de veerpont van Afsnee naar het natuurgebied de Assels houden zij een tijdje halt om uit te rusten en om met elkaar te zoenen. Voor de grap wiebelen zij een beetje heen en weer. Vervolgens slenteren zij door en kijken zij vol ontzag naar de oude Sint-Jan Baptistkerk. "Ik verlang naar ons bed!", zegt Guillaume, "maar verroest, wat is dat daar nou?". "God, Guil, het is Philippe!", roept Charlotte in paniek. Beiden rennen naar de tuinmuur van de pastorie op Afsneedorp 9. "Komaan, Philippe, wakker worden, man, geen rare grapjes graag!", roept Guillaume, die Philippe zacht op zijn wangen slaat. "O Guillaume, hij beweegt niet meer, bel om hulp!", roept Charlotte. Guillaume ziet de bloedende wond op het hoofd van Philippe. "Zijn schedel is ingeslagen!", zegt hij, "en ik hoor geen hartslag meer! We zijn te laat!". "Hoe bedoel je 'We zijn te laat!', doe iets, man!", schreeuwt Charlotte, die hysterisch begint te gillen en te huilen. "De burgemeester hoeven we in ieder geval niet te bellen!", zegt Guillaume quasi-grappig en bloedernstig.
23 november 2024
Geplaatst in de categorie: feest