Ze werd gepest...
Merle kijkt op haar horloge, nog een kwartier voordat de volgende cliënt komt. Een meisje van acht. In het verslag van de huisarts staat dat ze verlegen is en op school erg gepest wordt. Ze durft niet meer naar school en heeft lichamelijke en geestelijke klachten. Hopelijk kan de kindertherapeute contact met het meisje maken en erachter komen wat er aan de hand is.
Merle leunt achterover in haar stoel en denkt terug aan haar eigen schooltijd. Zij werd ook gepest op school. Ze was verlegen, had een bril en zag er onaantrekkelijk uit met haar pluizige haar.
Er was een nieuwe leerling op school gekomen, een meisje dat brutaal de klas inkeek. Binnen de kortste keren was ze het populairste meisje van de klas. Zij bepaalde wat er gespeeld werd en wie er mee mocht doen en wie niet. De andere kinderen waren een beetje bang voor haar,
Vanaf het eerste moment werd zij door die nieuwe leerling gepest. Ze had geen idee waarom. Ze mocht nooit meedoen, ze werd belachelijk gemaakt en soms kreeg ze een duw van haar plaaggeest. Met als gevolg dat ook de andere kinderen haar links lieten liggen en ze altijd in haar eentje speelde. Ze kon goed leren, haalde altijd hoge cijfers en ging studeren voor kindertherapeute. Ze weet waarom ze voor deze opleiding heeft gekozen. Ze wil kinderen helpen, die problemen hebben, op school of thuis.
Een klopje op de deur, haar cliënt is er. Er komt een vrouw binnen met aan haar hand een mager meisje dat verlegen naar beneden kijkt en haar moeders hand stevig vasthoudt.
Er valt even een doodse stilte. Merle gaat rechtop zitten. Die vrouw kent ze! Dat is haar vroegere plaaggeest! Ook de vrouw herkent in haar het meisje dat ze gepest heeft.
De vrouw gaat zitten en begin als eerste te praten.
‘Ik zie dat u mij herkent, ik was degene die uw schooltijd verpest heeft. Ik weet het maar al te goed en geloof me, ik heb er later veel spijt van gehad. En nu mijn kleine meid ook op school gepest wordt schaam ik me nog meer voor wat ik u als kind heb aangedaan.’
‘Ja, ik herken u. Laten we maar je en jij zeggen. Per slot van rekening kennen we elkaar nog uit onze schooltijd,’ zegt Merle een beetje wrang, ‘Ik vind het erg dat je dochtertje gepest wordt op school. Ik wil graag met haar praten en haar proberen te helpen.'
Ze gaat naar het meisje toe, gaat op haar hurken zitten en vraagt lief:
‘Ga je even met me mee? In de kamer hiernaast is veel speelgoed en terwijl jij daar even mee gaat spelen gaan we een poosje met elkaar praten. Vraag maar aan je moeder of het mag. En je kan zo vaak je wilt even de deur open doen en naar je moeder zwaaien.’
Het meisje kijkt verlegen naar haar moeder.
‘Toe maar, lieverd. Ga maar even met die lieve mevrouw mee. Ik blijf hier op je zitten wachten. ‘
Merle komt er al snel achter dat de klachten van het meisje voornamelijk komen door het gepest op school. Ze laat het meisje even alleen en gaat naar haar moeder, die zenuwachtig zit te wachten.
‘Je hebt een schat van een dochter. Ik wil haar graag helpen, zodat ze zich beter gaat voelen en meer voor zichzelf gaat opkomen.’
De moeder kijkt beschaamd. Dat nu juist deze vrouw haar dochtertje wil helpen.
Ze zegt: ‘Dankjewel. Ik wil je nog wel even vertellen, waarom ik jou altijd pestte. Ik was jaloers op je. Ik had wel een grote mond, maar jij kon alles beter dan ik. Je haalde hoge cijfers en kon prachtig tekenen. Dat kon ik niet uitstaan, dus pestte ik je. En mijn dochtertje kan alles ook zo goed, ook hoge cijfers.’
Ze huilt. Als haar dochtertje binnenkomt, droogt ze vlug haar tranen.
‘Hai meissie, heb je leuk gespeeld? Wil je wel af en toe met deze mevrouw praten en met de poppen spelen?’ Het meisje knikt en lacht even naar Merle.
Na een poosje is ze minder verlegen en komt meer voor zichzelf op. Als ze jarig is, wordt Merle ook uitgenodigd. Het contact tussen Merle en haar vroegere plaaggeest wordt steeds beter, ondanks hun verleden. Dat hadden ze nooit verwacht, maar het is voor hen beiden een opluchting.
Geplaatst in de categorie: emoties