WACHTEND VERLANGEN
Ergens in het wijde Friese land groeide het meisje Yfke op, dat vol levenslust speelde en werkte.
Vader was huisschilder en werd binnen hun eigen muren wel eens een handje geholpen door zijn dochter. Yfke kreeg van vader de nodige pluimpjes, wanneer zij ijverig de kwast liet gaan.
Op de boerderijen in de omgeving waren heel wat kinderen, waar Yfke graag mee optrok. Maar bij haar vreugde voelde Yfke een groot gemis. Zij had geen broertje of zusje.
"Komt er hier misschien nog eens een kindje?' vroeg ze moeder dikwijls.
"Dat kan later nog wel eens gebeuren. Maar met jou zijn vader en ik al heel blij. Jij vindt het ook al fijn als er kinderen bij ons in huis komen spelen?"
Ja, dat was steeds weer een vrolijk gebeuren. De kussens van de bedden werden op elkaar gestapeld, die dan grote zandduinen moesten zijn. Van die kussens op de grond springen... Kwam je in de schuimende golven van de woeste zee!
De ruimte onder Yfkes bed was een rovershol, waar Siebe, het zoontje van de bakker, grommend onder kroop als een woedende politieagent.
Nóg leuker was het spelen op de boerderij van boer Pijpstra. Hij had ook een groot gezin. Met al zijn kinderen kon Yfke het even goed vinden.
's Zomers was het heerlijk om met zijn allen tussen die hopen hooi heen te rennen. Er werd dan ook oorlog gespeeld. Onder dat hooi lagen vijandige soldaten verscholen...
Yfke riep luid:
"Houden jullie je geweren gereed!"
Dat deden de kinderen met lange stokken en hooivorken.
"Ha, die bangerds. Ze durven ons niet aan te vallen. We zullen ze!"
Enkele maanden later begon de winter.
De koeien in de warme stal zorgden onbewust voor kindervermaak.
"Die beesten zijn gevaarlijke monsters!" stelde Yfke de kinderen van boer Pijpstra voor. "Moeten we voor hen vluchten?"
Gauw wegrennen. De werkschuur was een mooie schuilplaats, waar die gevaarlijke gedrochten niet konden komen.
Wat een aardige vriendjes had Yfke. Maar het grote gemis bleef in haar knagen: Een broertje of zusje, een speelkameraad, die haar geheel eigen was...
Yfke was nu een meisje van elf jaar. Het werd weer eens herfst.
De ooievaars van Dokkum, Drachten en Beetsterzwaag verzamelden zich voor hun vertrek naar warme landen. Daar vlogen ze in schuine lijn, richting Langweer.
"Lieve ooievaars!" schreeuwde Yfke zo hard ze kon tegen die grote vogels. "Als jullie in de lente terug komen, neem dan alsjeblieft een broertje of zusje voor me mee!"
De dagen werden kouder. In de tuin van de buren stonden veel rode kolen.
"Wacht eens," dacht het meisje. "Zulke kolen kunnen ook voor kindjes zorgen. Ik ga het eens proberen!"
Yfke liep die tuin in en peuterde wat tussen die ruwe koolbladen. Zou er dan misschien een baby uit komen? Nee, bij deze kool lukte het niet. De kool daarnaast maar eens proberen. Daar gingen Yfkes vingers weer werken. Ze begon te huilen. Tranen van verlangen en teleurstelling. De zoute druppels maakten die rode kool nat. Zo werd er een heel klein kindje van water gemaakt! Yfke begon te juichen:
"Straks wordt dit een echt kind en ga ik ermee naar huis toe!"
De deur zwaaide open.
"Brutale meid, wegwezen jij! Wil je onze hele tuin vernielen?"
Met grote stappen kwam buurvrouw op het verschrikte meisje af.
Yfke holde angstig weg, gauw naar huis toe.
Meteen ging ze op haar bed liggen en huilde:
"Daar had ik bijna een broertje of zusje gekregen. Waarom zou buurvrouw zo boos op me zijn?"
Gelukkig troostte moeder.
"Yfke, je moet een flinke meid zijn. We kunnen later wel eens een kindje krijgen. Geduld moet je hebben."
Die winter hielp Yfke haar vader met het schilderen van de slaapkamerwanden. Een nieuwe, zeegroene kleur werd het.
In de lente kwamen de ooievaars terug van weggeweest. Inmiddels wist Yfke dat ooievaars geen werkelijke kinderbezorgers zijn.
"Ik zal tot God bidden," dacht ze. "Hij zal medelijden met me hebben en mijn hartenwens vervullen."
Maar moeder kreeg geen kind. Yfke bleef alleen.
Veel later werd haar bede op andere wijze verhoord.
Yfke trouwde met een zekere Gerrit. Het gelukkige echtpaar kreeg drie dochters en twee zoons.
Die geliefde nazaten groeiden op in het daadkrachtige Drachten. Ze werden flinke mensen met sterke wil, dankzij de stuwende aard van dit reusachtige dorp, ogend als een wereldstad in het klein.
Vele uitstapjes naar de bossen rondom Beetsterzwaag zorgden voor reine gedachten en een gezond brein.
30 oktober 2025
Geplaatst in de categorie: kinderen

Geef je reactie op deze inzending: