Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Het dolle drama in Kasteel Sandenburg

Barones Angelica Labouchere wandelt in haar witte, satijnen jurk door het park rondom Kasteel Sandenburg op de Langbroekerdijk A 28 in Langbroek. Naast haar loopt baron Frederik van Lynden van Kasteel Hindersteyn op de Langbroekerdijk A 121. Frederik heeft Angelica gisteren ten huwelijk gevraagd en hij wacht op haar antwoord. Hij polst voorzichtig haar besluit, maar vooralsnog omzeilt zij het antwoord. 'Is die gekke dichter hier niet ergens geboren?', vraagt Frederik. 'Dat klopt!', antwoordt Angelica, 'maar dat was niet in het Koetshuis, zoals men gemakshalve vaak meent, maar in de koetsierswoning 'Klein Jagersteijn' achter de Oranjerie en het Koetshuis!'. 'Zit daar niet toevallig nu Slagerij H. Achterberg?', vraagt Frederik, 'want daar laat ik mijn melk en biefstuk halen!'. 'Dat zou zomaar eens kunnen kloppen!', antwoord Angelica, wiens actieradius niet veel verder dan het witte kasteel en de bijgebouwen reikt. 'Wel gek dat er nergens in Langbroek een standbeeld van die bij uitstek protestantse dichter staat!', zegt Frederik verontwaardigd. 'Ze hebben hier weinig verstand van gedichten, maar veel verstand van veroordelingen!', zegt Angelica. 'Tja, die door hem vermoorde hospita Roel van Es levert hier natuurlijk geen standbeeld op en die gereformeerden hebben op zich al niets met standbeelden!', zegt Frederik, 'maar nu wat anders, weet je het al?'. 'Wat weet ik al?' 'Maar Angelica, kom op zeg!' 'O, je bedoelt dat huwelijksvoorstel?' 'Inderdaad ja!' 'Nou, mijn beste vriend, daar moet ik helaas voor jou vanaf zien, want ik zie geen heil in echtelijke verplichtingen en het leven bevalt mij priima als vrijgevochten vrouw!' 'Hoe spijtig, mijn lieve vriendin, hoe enorm spijtig!' 'Stel je niet zo aan, Fré, wat maakt zo'n wettelijke onzin nou uit!' 'Misschien heb je wel gelijk en hou ik mezelf voor de gek!' 'Héhé, meneer wordt wakker!' 'Laat ik er dan maar over ophouden en jou er niet langer mee lastig vallen!' 'Kijk, dat is nou eens een wijs besluit!' 'Kom je morgenochtend bij mij op de koffie?' 'Dat vind ik een uitstekend idee, want ik wil graag jouw nieuwe aanwinst bewondern!' 'Ach ja, je bedoelt mijn strandtafereel van Isaac Israëls!'.

In Kasteel Walenburg op de Langbroekerdijk A 29 loopt de geflipte kunstschilder Jaap Hooft te ijsberen, want hij worstelt met zijn naaktschilderij, wat hij van de zwaar protestantse schrijfster Aleida de Wijkerslooth aan het maken is. Aleida weigert namelijk haar onderstel bloot te geven, terwijl zij met haar goddelijke borsten geen enkele moeite heeft. Dat zit Jaap enorm dwars, want hij wil haar weelderige haardos tussen haar benen graag zo natuurgetrouw weergeven en er geen fantasiekapsel van maken. Aleida behoort tot de Gereformeerde Bond van de Nederlands Hervormde Kerk uit 1832 op de Brink 8 in Langbroek. Dat zij voor Jaap wil poseren is in feite al een groot wonder en het gebeurt dan ook in het grootste geheim. Jaap is onlangs bij een avonddienst in haar kerk geweest om de sfeer te proeven en het hoe en waarom van haar stijfkoppige weigering te ontdekken. Hem viel vooral de deprimerende orgelklanken op. 'Kan dat verrekte duivelsinstrument zijn kop niet houden!', dacht hij, 'die sombere klanken kweken gewoonweg schizofrenie! En dat nog afgezien van al die schizofrene denkbeelden die hier hangen!'. Jaap is nu op bezoek bij Aleida, die op de Brink 2 woont en voorstelt om met Jaap de 15-de eeuwse toren van de N.H. kerk te beklimmen. Jaap stemt toe en even later krijgen ze de sleutel van koster Jasper Hamaker te leen. Jaap vindt de oude toren bijzonder spannend en dat in combinatie met de zwierig wapperende zomerrok van Aleida maakt de seksuele oerdriften in hem los. Terwijl zij voor hem loopt, kan hij het niet laten om haar rok even volop omhoog te trekken, zodat hij haar strakke slip kan zien. Aleida merkt dit wel en het vervult haar met dezelfde, seksuele spanning. Eenmaal helemaal boven gaat Aleida wijdbeens tegen een muur zitten en trekt zij uit eigen beweging haar slip naar beneden. 'Dit wil je toch graag zien!', zegt ze met een uitdagende glimlach en hypnotiserende ogen. Jaap kijkt zijn ogen uit en hij duikt meteen met zijn snufferd tussen haar aanlokkelijke struikgewas. De vervreemdende omgeving maakt de vrijerij nog vrijer. Binnen de kortste keren bedrijven zij de liefde en laten zij zichzelf helemaal gaan. Zij merken niet dat de norse ouderling Sar van Sypesteyn vanwege hun kerkonwaardige gekreun naar boven klimt. Sar vond de kerkdeur geopend en dat alleen al wekte zijn verbazing. 'Wieweet wat voor tuig zich daar heeft genesteld?', denkt hij furieus. 'Wat voor de donder, wég hier, godslasteraars, duivelse inbrekers!', roept Sar, wanneer hij Jaap en Aleida bezig ziet. 'Waar bemoei jij je mee, impotente grijsaard, donder zelf maar op!', roept Jaap, die gauw zijn broek ophijst. 'Ook nog een grote bek, jij, wacht maar!', roept Sar, die Jaap met zijn vuist tegen de grond slaat. Jaap trapt Sar tussen zijn benen en vanwege de pijn aan zijn klokkenspel wordt hij nog woester. 'Verdwijn, Aleida, jouw boete komt later wel!', roept Sar en Aleida rent keihard weg. Zij vlucht naar Kasteel Sandenberg, waar haar vriendin, barones Angelica, haar liefdevol opvangt. Daar is zij voorlopig veilig voor de woedende, calvinistische godsdienstwaanzinnigen van Langbroek.

Tijdens een wandeling komen Angelica en Aleida langs het beeld Bebouwde Brug van Cor Litjens. Tot hun grote schrik zien zij daar het naakte, overleden lichaam van de zwaar mishandelde Jaap aan hangen. 'Dat kan maar één hebben gedaan!', zegt de bibberende Aleida. 'Ik weet wie je bedoelt!', zegt Angelica. In Kasteel Sandenburg bespreken de dames het met Baron Frederik en samen besluiten ze wraak te nemen op ouderling Sar, die op de Brink 12 woont. 'Kunnen we niet beter wachten tot de politie hem in de boeien slaat?', vraagt Aleida nog. 'Geen denken aan!', zegt Frederik, 'die schurk verdient een gepaste afranseling!'. 'Maar dat is het recht in eigen hand nemen!', protesteert Aleida nog. 'Inderdaad, Aleida, dat recht pakken wij!', zegt Angelica. Ondertussen zijn enkele rauwdouwers van de N.H. Kerk achter de schuilplaats van Aleida gekomen en vrezen zij dat Aleida hun trouwe broeder Sar zal verraden. Deze groep kerkelijke misdadigers staat onder leiding van koster Jasper en boer Koos Bisschop, die zijn riek als een lans hanteert. Zij omsingelen Kasteel Sandenburg, waar Angelica, Frederik en Aleida in bespreking zijn. Terwijl de plompe, zwaar gestoorde boerin Irene Sweelinck aanbelt, liggen de anderen op de loer om zo snel mogelijk toe te schieten, wanneer de deur geopend wordt. Angelica opent nietsvermoedend de deur en de hele meute kerkidioten stormt naar binnen. Boer Koos steekt zijn riek door de nek van Angelica en hij spietst haar tegen een schilderij van Thomas Gainsborough. 'Bloedkunst!', schreeuwt de onwetende moordenaar. Vervolgens draaft de moorddadige bende naar het vertrek, waar Frederik en Aleida op de terugkomst van Angelica zitten te wachten. Zodra de beestachtige wildebrassen naar binnen stormen, laat Aleida haar kopje koffie vallen en deinst zij achteruit. Frederik probeert haar nog tegen de gewelddadige gekken te beschermen, maar hij wordt al gauw door hen tegen de vlakte geslagen en gekeeld. Aleida springt door een ruit en zij belandt nog amper levend op de grond. Daar staat boerin Irene met een vleesmes op wacht en zij is het die Aleida de doodsteek geeft. De nepchristelijke killers verzamelen zich en geheel ongepast en luguber zegt boer Koos: 'Zullen we in de Orangerie nog wat nagenieten met champagne?'. 'Nee, Koos, snel wegwezen!', zegt koster Jasper, die daar zelfs nog serieus op ingaat.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
27 november 2025


Geplaatst in de categorie: misdaad

Er is nog niet op deze inzending gestemd.aantal keer bekeken 9

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)