Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De martelaren van Baarlo

De gothic-hippie Odilia d'Olne bewoont in haar eentje Villa Elise op de Sint Michaelsstraat 4 in Steyl. Dat griezelhuis zou zo uit een thriller van Alfred Hitchcock kunnen komen. De meeste inwoners van Steyl krijgen al de rillingen, wanneer ze er naar kijken. Odilia wordt gemeden als de pest en iedereen verdenkt haar van duistere praktijken. Zij beschildert haar gezicht op een vampierachtige, zombie-achtige manier en haar kleding is steevast in een extravagante gothicstijl, overwegend zwart en met zilverkleurige piercings door haar neus, wenkbrauwen en lippen. Dat er ook een piercing door haar clitoris zit, weten maar weinigen en één van hen is haar huidige geliefde Leonard Hoen, die in het woonhuis op de Grotestraat 36 in Baarlo woont. Odilia heeft Leonard twee maanden geleden in Café De Zwaan op de Maasstraat 6 in Baarlo ontmoet. Het was te laat voor de laatste veerboot naar Steyl terug en bovendien waren ze meteen zo verkikkerd op elkaar, dat de passie er vanaf spatte. Ze zijn meteen in het bed van Leonard gedoken om de passie vrij spel te geven. Tijdens het hartstochtelijk verkennen van Odilia's supersexy lichaam kwam Leonard natuurlijk de clitorispiercing tegen. 'Nou, die is in ieder geval makkelijk te vinden!', verzuchtte Leonard. 'Al zal ik er maar niet te hard aan trekken!', dacht hij. 'Dat dingetje stimuleert me extra veel!', zei Odilia, 'trek er maar een beetje aan, maar niet te hard hé, want het is geen deurbel!'. Die eerste vrijpartij was zo'n enorm succes, dat ze nu als van een hele hoge glijbaan gaan en nooit meer willen stoppen.

Hun liefdesidylle wordt echter bedreigt door diverse argusogen. Tijdens de eucharistieviering in de Sint-Petruskerk wordt het uit de toon vallende liefdespaar argwanend en jaloers bekeken. 'Het is een schande dat die Leonard met die afschrikwekkende heidin in onze kerk durft te komen!', roddelt barones Clara Gijsen tegen barones Ariane van Oest. Clara woont in Kasteel De Berckt en Arina in Kasteel d'Erp. Gravin Donatienne Hermans, die achter hen zit, schiet ineens wat naar voren en zegt: 'Die Leonard is compleet gestoord geraakt, hoe kun je nou van zo'n lelijk monster houden!'. Donatienne woont in Kasteel De Raay en zij heeft een bloedhekel aan niet-roomse naar binnen sluipers. Zij beschouwt 'haar' kerk als een soort tweede kasteel. Walgelijk geklede en beschilderde vreemdelingen zijn daar persona non grata voor haar. 'De Inquisitie zou wel raad met haar weten!', fluistert ze tegen Clara en Ariane. 'Meneer pastoor zou haar gewoonweg de toegang moeten ontzeggen!', fluistert Ariane terug. 'Kijk eens hoe die duivelse heks hem de kop gek maakt!', fluistert Clara. Markies Pierre de Geloes, die naast Donatienne zit, zegt: 'Dames toch, kan het iets minder, het is hier wel een kerk ja!'. 'Pardon!', zegt Donatienne, 'maar neem jij het nu voor dat soort gajes op?'. 'Dat niet, mijn beste, maar jullie kunnen dat geroddel beter voor na de dienst bewaren!', zegt Pierre, die daarbij minzaam knipoogt, zodat Donatienne zich niet gekrenkt voelt. Aan de andere kant van Pierre zit Pierre's verloofde Denise van Hoensbroeck, die hem even stevig in zijn hand knijpt en hem een kus op zijn wang geeft. Tot de grote verbazing en afkeuring van Clara, Ariane en Donatienne loopt Odilia gewoon met Leonard naar voren om de hostie in ontvangst te nemen. De drie hoogst geïrriteerde dames kunnen zich echt niet voorstellen dat die 'enge zombie' rooms-katholiek is, maar dat is ze wel en zelfs eindeloos veel meer dan die drie dames samen. Odilia heeft haar doop en Heilig Vormsel in de Sint Rochuskerk in Steyl gekregen. De toenmalige pastoor Petrus van Erp is nog steeds de biechtvader van haar en hij heeft haar zeer hoog zitten.

Clara, Ariane en Donatienne gaan op bezoek bij het neonazistische echtpaar Adolf en Adolfine Cuypers, die in Kasteel Ter Borch op de Lanterdijk 6 in Roosteren wonen. Met hen bespreken zij het schandalige gedrag van Odilia en Leonard en zij vragen Adolf en Adolfine om een oplossing. 'Tja', zegt Adolf, 'voor dat soort uitschot is maar één oplossing het beste en dat is de totale uitroeiing!'. 'Overdrijf je niet een beetje, Dolfie?', zegt Adolfina, terwijl ze de glaasjes brandewijn uitdeelt. 'Ik heb hier nog ergens een Mauser C96 liggen en die werkt nog prima!', antwoordt Adolf, 'belangstelling?'. Donatienne knikt bevestigend. 'Dan zoek ik hem meteen op, zodat jullie hem niet vergeten!', zegt Adolf. Tien minuten later overhandigt Adolf het pistool aan Donatienne. 'Ik heb er voldoende munitie bijgedaan!', zegt Adolf met een stalen gezicht, 'en hou hem maar, want ik zag, dat ik er nog drie heb!'. 'Nou, dank u wel!', zegt Donatienne, die hem door de spanning een kus op zijn mond geeft, wat bij Adolfine meteen een jaloerse blik oplevert.

Een week later worden Leonard en Odilia door de drie rotte dames gevolgd. Het is even na middernacht en het niets vermoedende liefdespaar zwalkt door Baarlo. De projecterende haat van de drie dames is tot extreme hoogte uitgelopen. Bij iedere stap van de drie ontploffen er in hun gedachten landmijnen onder de voeten van het door hen zo blindelings gehate tweetal. Tot hun grote schrik zien ze hoe Leonard de deur van de Sint-Antoniuskapel forceert. 'Ja, nu zijn de rapen echt gaar!', denkt Clara, die Donatienne tegen haar bovenarm tikt en een gezicht vol ontzetting toont, wat niet goed zichtbaar is, maar des te voelbaar. 'Zie je wel, vervloekte ketters!', fluistert Ariane, die de andere twee ook een stuk Baolderse kóok geeft. Al kauwend wachten zij nog even af. Er is een schijnsel zichtbaar en vervolgens klinkt er muziek van de in Baarlo geboren Sharon Kovacs. Na 'Shirley (Sound of the Underground)' klinkt 'Mata Hari'. Dwars door het nummer heen horen de drie boosaardige luistervinken de seksuele kreungeluiden van Leonard en Odilia. 'Nou is de maat meer dan vol!', zegt de woedende Donatienne en zij loopt naar de kapeldeur. Clara staat al naast haar en zij trapt de deur keihard open en zij krijst: 'Nu schieten, Donatien!'. Er klinken meerdere schoten en Ariane schijnt met een zaklamp naar binnen. Zij schijnt op de naakte, bebloede, levenloze lichamen van Leonard en Odilia. 'Raak, hartstikke raak!', krijst Donatienne. Een CD-speler speelt nog het laatste stuk van 'Mata Hari'. 'Snel wegwezen nu!', roept Clara. Als jakhalzen rennen de moordenaressen er vandoor.

Een tijd later krijgen Leonard en Odilia een plechtige herdenkingsdienst in de Sint-Petruskerk, geleid door de intens verdrietige pastoor Petrus van Erp, die er geen doekjes om windt en de aanwezige kerkgangers op het hart drukt, dat er onlangs twee nieuwe martelaren in het Hemelrijk zijn aangekomen. 'Van Odilia wist ik altijd al dat zij een heilige is, van Leonard weet ik het nu!', zegt Petrus triomfantelijk, 'zij die deze afschuwelijke moord op hen op hun geweten hebben, hebben zeker niet kunnen vermoeden, dat zij zonder het te beseffen onderdeel zijn van de openbaring van hun heiligheid en martelaarschap!'.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
17 december 2025


Geplaatst in de categorie: misdaad

Er is nog niet op deze inzending gestemd.aantal keer bekeken 15

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)