Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

New York 1985

New York is Manhattan en Manhattan is onmogelijk. The Bronx, Queens, Brooklyn en de rest van de buitenwijken zijn mogelijk, en tellen dus niet mee.

Manhattan is onbegaanbaar. Je zou met de auto, over bruggen en door tunnels, het eiland kunnen bereiken, maar dat is een zinloze expeditie. Er zijn geen parkeerplaatsen op Manhattan, zodat je eeuwig rond zou moeten blijven rijden. En er zijn geen tankstations op Manhattan, dus eeuwig rondrijden kan niet. De metro is eveneens af te raden. Daarvan wordt alleen gebruik gemaakt door bewoners van de suburbs en dat zijn nou net niet de mensen met wie je in een schemerige omgeving een coupé wilt delen. Rest de taxi, maar taxi’s rijden niet naar de buitenwijken, dus daar kun je alleen gebruik van maken als je al op Manhattan bent. Als je er al een aan kunt houden: Manhattans’ taxichauffeurs zijn xenofobe territoriumbewakers met een achterbankontkenning. De fiets? De enige fietsers die je op Manhattan ziet zijn ingepakt met hoofd-, been- en elleboogbeschermers en hebben een fluitje in hun mond. Je fietst niet in Manhattan, je wordt aangereden. Lopen? De enige keer dat er in Manhattan wordt gelopen is tijdens de jaarlijkse New York Marathon. ‘One block’, de kortste loopeenheid op Manhattan, is net iets langer dan een zeemijl. Joggen is uitgevonden door New Yorkers die een brief op de bus deden.

Manhattan is hoog. Sommigen beweren dat dat komt omdat het een eiland is en dat Manhattan bij gebrek aan horizontale uitbreidingsmogelijkheden de hoogte heeft opgezocht.
Dat is onzin. Terschelling is ook niet hoog. Anderen hebben gemeend de hoogte te moeten verklaren vanuit zoiets triviaals als de uitvinding van de lift. Piramiden zijn hoog en de Egyptenaren waren traplopers. Tenslotte circuleert onder overblijfselen van de eerste feministische golf de theorie dat de wolkenkrabbers fallussymbolen zijn, ontworpen door mannelijke architecten met compensatiedrang. Plausibel, maar even plausibel als de redenering dat feministen deze redenering hebben verzonnen uit penisnijd. Laten we het erop houden dat we er nooit achter zullen komen waarom Manhattan zo hoog is. Het is gewoon hoog. Niemand die daar last van heeft, op de enkele flatspringer na, die te veel tijd krijgt om zijn val te overdenken. Het maakt Manhattan wel lichtelijk belachelijk. Het is de enige stad ter wereld die op z’n zij dezelfde afmetingen heeft als rechtop. Wel makkelijk fotograferen: je hoeft de camera niet te draaien. Aan de andere kant is Manhattan alleen te fotograferen als je niet op Manhattan bent, maar dat geldt ook voor je vriendin.

Manhattan wordt bewoond door vier bevolkingsgroepen, die als enig gemeenschappelijk kenmerk een irritant egocentrisme hebben. Er wonen studenten en gemankeerde kunstenaars die met z’n drieën een eenkamerappartement en een eenpersoonsbed delen in een achturige ploegendienst, omdat ze anders een plekje op het eiland niet kunnen betalen. Dan zijn er nog de workaholics die doordeweeks twee of drie banen hebben om dezelfde financiëel-geografische reden, en zich van vrijdagavond to maandagmorgen gedrogeerd in het nachtleven storten om de illusie op te roepen dat ze toch een leven hebben. Vervolgens de absurdrijke bejaarden - voornamelijk paarsgespoelde weduwen - die in een permanente jetlag heen en weer vliegen tussen hun beademingsapparatuur in Florida, Californië en New York, en tenslotte de zwarten die in Harlem wonen en er eigenlijk niet bij horen, niet omdat ze zwart zijn, maar omdat ze boven de 114e straat wonen, waar de onroerend goed prijzen niet hoog genoeg zijn om de buurt modieus te maken. Kinderen zie je niet in Manhattan. Kinderen zijn niet hoog, niet in de mode, kosten geld en kunnen geen taxi aanhouden.

Manhattan is een stad zonder tijd. Er wordt om negen uur ’s avonds gedineerd, waarna de boodschappen worden gedaan en de krant van morgen wordt gekocht, waarin het nieuws van gisteren staat dat eigenlijk nog vandaag is. Manhattan is een stad zonder schaamte. Met gouddraad aangelijnde poedels likken het braaksel van verlamde Vietnamveteranen en de urine van karposibevlekte aidsslachtoffers van de stoep. Manhattan is een stad zonder klasse. Schilderijen worden uitgezocht bij de kleur van de sofa, juwelen op hun gewicht en vrienden op hun salarisstrookje.

Er is maar één plaats waar vandaan Manhattan te pruimen is. Ik ken een balkon op Third Avenue, op de zevenenvijftigste etage van een appartementengebouw. Het balkon is niet groot, ongeveer twee bij drie meter, maar heeft terracotta tegels op de vloer en een veilig bakstenen muurtje waarop je kunt leunen. Op het muurtje staan aardewerken potten met altijdgroene planten en kandelaars met flakkerende kaarsen. Ik was er op een avond in mei, als de avonden in Manhattan zwoel zijn, maar nog niet verstikkend. Het was er doodstil, want zo hoog dringt er geen geluid door van het verkeer dat beneden over de Avenue raast, en ik dronk er een glas wijn met een vriend. Toen hij naar binnen ging om een nieuwe fles te halen, ben ik opgestaan en heb ik over het muurtje naar de slinger van autolampen gekeken die ik helemaal tot aan Central Park kon volgen. Een stomme parade van feestverlichting. Ik kan me nog herinneren dat ik dacht: Manhattan is helemaal niet hoog. Manhattan is laag.

Schrijver: Albert Huberts)
Inzender: Albert Huberts, 25 januari 2002


Geplaatst in de categorie: reizen

3.1 met 28 stemmen 1.484



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Anouk Smit
Datum:
7 augustus 2002
Email:
smitanoukhotmail.com
Geweldig! Ik wil ook op dat balkon!!! Ik heb met genoegen zitten lezen. Heb je nog meer proza ingezonden?

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)