Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Doodstraf 36

Niet begrijpend stond ik naast mijn stoel en keek neer op mezelf. De ondraaglijke pijn was abrupt gestopt, en het zeurende verlangen naar het einde gerustgesteld. Hier had ik al jaren naar verlangd.
Verlost zijn van de reuma. Nooit meer het krassende bijten van onzichtbare tanden in de scharnieren van mijn lichaam.
Niets in me had gevoelens van verlies bij het zien van mijn levenloze lichaam, half hangend over de leuning, alsof het had geprobeerd om me op het laatste moment nog te vangen.
Een grimas van afschuw leek samen met de uitpuilende ogen bevroren in het besef, dat het lijntje werkelijk gebroken was.
Toen kwam het licht

Het leek in het begin een vage vlek op de muur recht voor me.
Het stulpte op ooghoogte uit en brak tenslotte als vertraagd pulserende bliksem door het behang heen, gelijk iets dat Hollywood zou bedenken, om zo de kijker te verduidelijken dat de hoofdpersoon een goed leven had geleid.
Met ongelooflijke snelheid kwam het recht op me af, bleef me drie seconden verblinden, om plots met een luid sissen te verdwijnen in de duisternis waar mijn ogen als vlekkerige vlinders uit probeerden te ontsnappen.
‘Welkom terug’, sprak een stem zonder verder emotionele intonatie.
Ik bewoog mijn hoofd naar het geluid en verbaasde me over het feit dat ik in een soort glazen cilinder met geopende deur stond.
De stem kreeg een gezicht dat zelfs met de blinde vlekken van desoriëntatie duidelijk de trekken bezat die ik al had vermoed, toen het enkel had gesproken uit een noorderlichtachtige nevel.
Strak kijkende ogen boven een immense naar beneden krullende snor gaven me het idee dat het feit dat ik wakker was geworden op zich al een strafbaar feit moest zijn.
De woorden, ‘Als u zover bent, zou u mij dan willen volgen?’, uitgesproken alsof het vraagteken naast formaliteit ook een uitroepteken was, gaven me niet het gevoel dat ik er ook maar een nanometer naast zat.

Ik was zo verward dat ik nog niet in staat was om mijn geheugen aan te spreken.
Dat moment kwam pas toen ik als een veroordeelde een kamer, gevuld met het verheugd fluisteren van de onsterfelijke menigte, werd ingeleid en in een glazen cilinder werd gedwongen die zich sissend sloot.
Het oordeel bracht me een eeuwigdurend kort moment terug in de moordend angstaanjagende werkelijkheid, alvorens de buis zich vulde met een lichte wolk gas.
De sensatie me in een vloeistof te bevinden volgde direct nadat de woorden ’U heeft nog 165 keer te gaan’ waren uitgegalmd.

Een kort moment probeerde ik te keren, probeerde ik zo hard als ik kon weg te zwemmen.
Toen overwon het voorgeprogrammeerde instinct van overleven.
Ik bereikte mijn doel voor de zesendertigste keer en voegde mij samen met de wachtende eicel.
De menigte applaudisseerde.

Schrijver: oepsie, 26 september 2002


Geplaatst in de categorie: geboorte

3.0 met 24 stemmen 4.163



Er zijn 3 reacties op deze inzending:

Naam:
sylvia
Datum:
16 januari 2004
Email:
sylviasingsplanet.nl
Briljant!
Naam:
Guido van Spellen
Datum:
3 november 2002
Email:
Jamogusychello.nl
Heel erg leuk verhaal!
Heel goed bedacht hoe ik eerst echt dacht dat het over een stervende man ging, maar aangezien me dat te voor de hand liggend leek was ik al erg benieuwd naar het werdelijke onderwerp -
en dat vond ik erg verrassend en cool!

Naam:
deedeetje
Datum:
28 september 2002
Email:
deedee
tunnels: je staat ervoor..
je zit dr in en kijkt om wat ooit is geweest..
je kijkt vooruit
een stukkie kan je maar zien..
tunnels... het eind zal ooit komen ..
tunnels... mooi al of niet??
één voordeel hebben ze ...
nl een pracht van een galm als je in tunnels zingt
en zeg nu zelf wie doet het niet ??

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)