Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Over een obsessie

(column van (oud)weerman Henk van Dorp, van wie we toestemming kregen af en toe een column van zijn homesite te plaatsen)

Ik ben gezegend met twee wolken van dochters. (Mensen die zeggen 'Ik heb twee kinderen' verdienen het met argwaan te worden bekeken.)
De oudste lijkt in nogal wat opzichten op mij: type duursporter; moeilijk op gang komend maar eenmaal de vaart erin lang doorgaan zonder je af te vragen wat het nut van je inspanningen is. Aldus hoopt ze binnenkort haar universitaire studie af te ronden.
De jongste is van een ander slag, sneller, meer liefhebber van het kortere werk, lijkt minder op mij.
Dacht ik.
Tot ook zij zich universitair ging bekwamen.
O zeker, zij deed het goed, maar het duurde niet lang of ze kwam tot de ontdekking dat de Verlokkingen der Wetenschap haar toch niet blijvend zouden kunnen bekoren: teveel vastbijten in een te beperkt deel van het feest dat LEVEN heet.
Ze lijkt dus toch meer op mij dan ik dacht.

Een rustige late dienst op zondag: de afnemers van ons produkt vieren het vrije weekend, de atmosfeer maakt zich op voor een weekje stabiel voorjaarsweer, ik vermaak me ouderwets met het analyseren van een grondkaart.
En plots overvalt me een groot gevoel van respect voor die briljante geest die bedacht dat de hoogte van een draadje kwik in een dunne buis je iets zou kunnen leren, dat je dergelijke metingen kunt rubriceren of op een vel papier kunt schrijven, dat je daarmee een model kunt construeren met hoogten en diepten en dat er aldus iets te zeggen valt over het weer van morgen.
Ongelooflijk.
Zoiets zou me nooit gelukt zijn; ik heb ook nooit een regenmeter in mijn tuin gehad, vraag me soms af of het weer me wel interesseert maar accepteer wel dankbaar de resultaten van het werk van grote meteorologen, gebruik schaamteloos de uitkomsten van hun speurwerk en breng hen nederig hulde.
Zoals Hans Neuberger -meteoroloog, medewerker van Penn State University- bij voorbeeld. In 1970 publiceerde hij de uitkomsten van een speurtocht door een groot aantal musea in Europa en de VS. Hij bekeek 12.000 (twaalfduizend) schilderijen 'with respect to various meteorological and other weather-related features'. (Weather Vol 25, 1970)
Wat een monnikenwerk.

Ik stuitte op Neuberger bij de voorbereiding van een lezing, in een onbewaakt moment van overmoed toegezegd, over het Weer in de Kunst.
Dat er zoveel interessants is onderzocht, uitgespit, opgedolven, beschreven. Nogmaals: ongelooflijk.

In het kader van bovengenoemde lezing viel het plankje poëzie uit mijn boekenkast. Drieduizendzevenhonderdachtennegentig gedichten heb ik sindsdien herlezen en in zevenhonderddrieënzestig daarvan speelt het weer een min of meer prominente rol.

Ik moet die andere achtduizendvijfhonderdzesendertig er ook nog eens op na lezen.

Poëzie

Voor wat ik nu zit te doen
weet ik geen verklaring

Zou een man alleen op een eiland
zon en honger
de behoefte voelen
om een krant te maken?

Zo schrijf ik eerst het weerbericht
en lees het dan
en verdomd als het niet waar is:
soms komt het uit!

Remco Campert




Bilthoven, 1 mei 1995

Schrijver: Henk van Dorp
Inzender: Redactie Nederlands.nl, 1 januari 2003


Geplaatst in de categorie: literatuur

1.9 met 8 stemmen 1.608



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)