Zonnestralen
Zij keek me aan met een glimlach, zag mijn kinderlijke blijheid.
“Goedemorgen,” sprak ze langzaam, met een volle stem, diep en warm, met flarden van gezang van honderden vogeltjes en het klateren van een beek in de kleur van de klank.
“Goeiemorgen,” riep ik, springend van opwinding en enthousiasme.
Ik wilde haar voelen, wilde haar zachte wind langs mijn wangen en haar warmte op mijn lijf.
En ik voelde haar.
Haar glimlach maakt me gek van blijdschap, als ze me voorzichtig aanraakte begon mijn huid te gloeien. En ik straalde van geluk, dagen, weken, maanden.
’s Avonds luisterden we samen naar de vogels, ’s middags zwom ik en zat zij naar mij te kijken op de kant. Soms, als het zachtjes regende, omarmde ze me met haar schitterende schoonheid en liet ze de opwinding in mij zachtjes iets verzwakken.
Daarvoor in de plaats gaf ze liefde, geluk, het geduld naar de tikkende druppeltjes te luisteren of de kans haar te bekijken in een wervelende dans van water, midden in mijn tuin.
Met een lach zat ik naar haar te kijken.
Als de zonnestralen ’s morgens voorzichtig de wereld in zweefden, was ze in haar element.
Lachend duwde ze me op mijn rug in het gras en kietelde me met de groene, geurende sprietjes.
Ik vond het heerlijk met haar te wandelen, zij dan weer voor me uit rennend, dan weer voorzichtig mijn hand aanrakend, dan weer springend om me heen.
En toen ze weg moest, veel te snel, vroeg ik teleurgesteld, verdrietig: “Kom je snel weer?”
Ze knikte met een glimlach, gaf me een laatste zonnige kus en maakte langzaam plaats voor de herfst.
Geplaatst in de categorie: jaargetijden