Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

over werk (3)

Maar er is meer. Om als werk gekwalificeerd te worden moet de bezigheid een accuut probleem oplossen, een vervelende situatie vermijden, of mijn persoonlijk welbevinden langer dan een veelvoud minuten bevorderen.
Hieronder vallen de werkzaamheden van huishoudelijke aard en het verzorgen van de aanwezige kinderen, kortom ordeverstorende- en ordenende activiteiten die gewoonlijk in relatie van oorzaak en gevolg tot elkaar staan.
Daar is bijvoorbeeld: het bereiden van de avondmaaltijd. Het scheiden van verpakkingen, schillen en andere minder eetbare onderdelen van voedsel zoals ik dat in een winkel aantref, en het gebruik daarbij van messen, scharen, vorken, zorgt voor allerlei dingen op het aanrecht die daar niet zijn in de etalage van een keukenwinkel. Daar komen bij de pannen, schalen, bakjes, en andere instrumenten die nodig zijn voor het koken of bakken en samenvoegen van verschillende ingrediënten, om niet te spreken van de borden, het bestek, glazen, onderzetters, tafelkleed, opscheplepels, gemorste etensresten en zo, die verschijnen bij het nuttigen van de maaltijd en die weer de orde op heel andere plaatsen dan het aanrecht verstoren. De vervelende situatie die hier vermeden wordt, is honger.

Was ik alleen, dan hoefde ik er niet zo’n heisa van te maken. Ik stel mij voor dat ik zou leven van boterhammen met pindakaas, die heel lekker zijn als je honger hebt en van bananen, want ik heb wel eens ergens gelezen dat daarin alles zit wat een mens nodig heeft. Maar ik ben niet alleen, goddank. De verzorging van kinderen is de kern van het bestaan van werk in en om het huis. Sommigen – zeker mensen die de betiteling van slapen als werk onzinnig zouden vinden - noemen dit zelfs onbetaald werk om aan te geven dat het eigenlijk gelijk is aan betaald werk ondanks dat ‘on‘. Toch heb ik mijn bedenkingen bij de willekeurige verheffing van deze categorie boven de andere vormen van zogenaamd onbetaald werk. Ik vind Huisvrouw een prachtig beroep, al weet ik dat het slecht verdient, met die ene uitzondering van de beroepsbeoefenaar die van haar ondeugende leven publiek verslag doet. Als ik zie dat het goed gaat met mijn kinderen, dat zij niet ongelukkig zijn, geen gebrek lijden, en ’s nachts vredig kunnen slapen, maakt mij dit heel tevreden, en ben ik geneigd om mijzelf te prijzen voor het medebewerkstelligen van dit alles. Dan voel ik de verleiding om dit te beschouwen als werk. Maar ik word gehinderd om mij over te geven aan die zelfgenoegzaamheid door de gedachte dat ik alleen maar een probleem in goede banen leid, dat ik zelf in het leven heb geroepen.

Toch is het belangrijk werk omdat het bijdraagt tot een verbetering in mijn mentale gesteldheid. Met name de ordenende activiteiten - opruimen en schoonmaken - die zo talrijk zijn als je maar wenst, onderscheiden zich in positieve zin door hun nuttige bijwerking. Dingen terugzetten op hun vaste plaats of hun een vaste plaats toewijzen, die het oog niet teveel irriteert, ferme beslissingen nemen over het wegdoen van dingen die geen functie meer hebben en vermoedelijk ook niet meer zullen krijgen, kan niet alleen een accuut probleem oplossen bijvoorbeeld door het terugvinden van een fietssleuteltje, en de vervelende situatie van leven in de troep vermijden. Het ruimt ook mijn hoofd op, het stuurt mijn gedachten in onschadelijke richting – het heden - en bevrijdt mij van zinloos zwaarmoedig denken over mijzelf, verleden en toekomst. Hiertegen steken werkzaamheden van administratieve aard schril af. Het openen van de post, waar altijd wel blauwe en groene voorgedrukte enveloppen tussen zitten maar nooit een onverwachte handgeschreven brief, het wegwerken van stapels papier, gegroeid met een bedoeling die ik juist gelukkig vergeten was, en waaraan ik nu weer herinnerd word – soms zijn het ware wonden die opengereten worden - het betalen van rekeningen waarvan ik mij afvraag of ze wel kloppen maar er nooit toe kom om het uit te zoeken, het invullen van formulieren die bij elk veld twijfel oproepen over het juiste begrip, allemaal risicofactoren voor een slecht humeur, dat maar moeilijk herstelt. Overigens is het afhandelen van dergelijke troep van een ander voor mij een fluitje van een cent. Het roept geen associaties op, en al kan ik mij een voorstelling maken van de narigheid die er aan voorafging of die er bij te lange nalatigheid op zal volgen, het raakt me niet want het zijn mijn zorgen niet.

Schrijver: tille, 29 juni 2003


Geplaatst in de categorie: werk

2.0 met 4 stemmen 1.760



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)