Over werk (einde)
Over vijf maanden is het budget voor noodgevallen op. Dan zal ik van de ene op de andere dag weer vervangbaar blijken. Dat te weten en steeds te beseffen hoort bij het beroep van zwerfwerker en het is mij best. Toch lijkt het alsof ik niet kan leven zonder scenario met een rol daarin voor mij. De gedachte deel uit te maken van een stuk dat alleen nog gespeeld hoeft te worden, een toverblaadje dat de zekerheid geeft, ook al is het wit, een herkenbare plaatje te kunnen worden met een duidelijke vorm, alleen een potlood moet er nog regelmatig en vaak genoeg overheen gaan, het biedt mij bescherming. Wat mij in beweging lijkt te houden is de eigenaardigheid om steeds net zo lang aan een toekomstplan te schaven waarvan alleen de openingsscène duidelijk is, totdat het mij voldoende acceptabel lijkt om het uit te voeren. Ik heb lang gedacht in vijfjarenplannen. Later ging ik over op vier of drie jaar, voor minder dan een jaar kwam ik mijn bed niet uit. Dat er nog nooit een scenario door mij uitgedacht tot in detail, is afgeschreven stoort mij niet erg. Ik ben mij voldoende bewust van het feit dat het maar bedenksels zijn, vrij van dwingende kracht. Maar fantasie kan best een leidraad zijn.
Mijn behoefte aan een wereldbeeld waarin ik een plaats inneem als handelend persoon is niet uniek, en niet gebonden aan deze tijd of plaats. Naar het schijnt geloofde een volk* hier ver vandaan dat lang geleden en gelukkig leefde, figuren te zijn in de droom van de groene mieren. Deze gedachte treft mij diep door haar schoonheid, bescheidenheid en troost. Wat een vondst! Want wat betekent het? Het gaat mijn bevattingsvermogen haast te boven. De mens die dit bedacht heeft, treedt terug als leidende factor in zijn eigen leven, hij richt zich naar niets anders dan dat wat er gebeurt. Actie is alleen reactie, of komt voort uit een kracht die hem ingefluisterd wordt, die in hem zit als een programma en de ontwerper van dat programma is een groene mier! Geluk en ongeluk zijn gegevens, variabelen in een database, formules in de cellen van een spreadsheet. De winnaar, de smeerlap, de weldoener, de lelijkerd, de dwaas, de ster, het wordt niemand gevraagd, ieder heeft zijn rol maar te spelen. En niemand treft blaam, zelfs de groene mieren niet, want wie kan verantwoordelijk zijn voor gebeurtenissen die in staat van onderbewustzijn vormgegeven worden? Deze mensen hebben niet de illusie enige invloed te hebben op hun bestaan, noch ligt hun lot in de handen van een almachtige god, het wordt gestuurd door een mier in slaap verzonken. Groter kan menselijk vertrouwen niet zijn.
Ik droomde vannacht dat ik een groene mier was. Groen zat ik achter een beeldscherm. Groen schuifelden ijverig en schijnbaar doelloos doenerig mieren rond in het kantoor waar ik mij bevond. Uit elk document dat ik opende verschenen beelden van een groen oerwoud en vaag herinnerde ik mij een vreemde droom. Ik had armen en benen als van een mens en ik riep de sensatie op die ik gevoeld had van mijn ledematen die konden zwaaien springen en dansen, van een zachte mensenhuid die de mijne raakte en groen waren de tranen om wat ik verloren had bij mijn ontwaken.
Geplaatst in de categorie: werk