Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Omatitis

Onlangs had een redactrice van een weekblad het over een nieuw woord dat de bekende Belgische tv-presentator Herman van Molle had bedacht voor de bemoeizucht – of is het de behulpzaamheid – van de schoonmoeders. Hij noemde het omatitis. Zoek het niet op. Je vindt het toch in geen enkel woordenboek... Het klinkt mooi en wellicht zit de geboorte van nieuw blijvend woord eraan te komen.
Wie van ons heeft dat niet gekend, die “gedienstigheid” van zijn “liefste” schoonmama?
En nu we het misschien zelf zijn, hoe ver reikt onze “tussenkomst”, onze “behulpzaamheid”, onze “dienstvaardigheid” in het gezin van onze dochter of zoon? Doen we wel genoeg voor hen? Zullen onze kinderen het wel voldoende appreciëren dat we wekelijks bij hen over de vloer komen? Moeten we op tijd en stond niet eens naar hen telefoneren, een sms-je of een e-mailtje sturen? Zijn we nog wel genoegzaam bezorgd om hen, nu ze de deur uit zijn? Hebben ze niets tekort? Tiens, waarom vragen ze dàt niet? Herman van Molle is die sinds kort gehuwd misschien? Vandaar zijn…omatitis.

Augustus 2003. Europa zal het geweten hebben en zal het zich nog lang geheugen, die hitte. Sinds mensengeheugenis is de weerkundige zomer volgens de ouderen onder ons en de meteorologische diensten (sinds hun waarnemingen) nog niet voorgevallen dat het ooit zó warm was geweest en het zolang duurde.
De vele “extra” doden werden wel in Frankrijk i.c. Parijs geteld. Hoge ambtenaren werden verantwoordelijk gesteld voor de niet bijtijds genomen beslissingen. De Franse eerste-minister Raffarin bezocht in de hitte van de politieke strijd enkele “hôpitaux municipales” om er de tientallen, honderdtallen binnengebrachte oudjes te bevragen: “Et combien de verres de l’eau avez-vous bus aujourd’hui, cher ami?” was zijn uiterlijke bekommernis.
De media brachten het uitvoerig in de krant en op TV. C’était touchant! Aandoenlijk, terwijl hij verder naar een derde kamer werd geloodst daar in de tweede zojuist nog een oudje kwam te overlijden.
Hoe dan ook stierven naar schatting tot 11.600 zieke oudjes méér dan in diezelfde periode verleden jaar. Het nadelig gevolg van die extreme hoge temperaturen daar waar de extra kindersterfte quasi onbestaande was hoewel de kleintjes gevoelig, zo niet gevoeliger zijn voor uiterst hoge lichaamstemperaturen..
Naar het heet zouden die sterfgevallen te wijten geweest zijn aan de “smog” (luchtvervuiling) die Parijs bestendig kent. Ook aan de personeelsonderbezetting(in de zomer zijn er minder zieken omdat de mensen op vakantie gaan en daardoor minder personeel ingezet wordt.) Voeg daarbij het gebrek aan de noodzakelijke gezondheidsvoorzieningen (bv het tekort aan bedden) die andere landen wel kennen. Maar hier en nu nog dieper op ingaan zou ons te ver leiden.
Feit is dat meestal die zieke oudjes werden getroffen die leden aan hart- en bloedvaten en de luchtwegen. (Bloedvatverwijding is inherent bij zulke hitte). President Chirac, terecht bezorgd, beval een onderzoek naar al die doden en binnen een maand zouden passende maatregelen worden voorzien om “dit” in de toekomst te vermijden. De Franse regering stelde dus meteen vast dat zij niet leed aan omatitis.
Ook in Spanje gingen er mensen dood door de warmte waarvan het merendeel door… een zonnesteek. In Milaan, in Portugal, zelfs in Nederland vielen ze als muggen – vergeef me de oneerbiedige uitdrukking – zij het niet op zulk een dramatische manier. België kwam blijkbaar “heelhuids” uit de hittegolf.
Zeker pijnlijk was het dat die vele doden niet binnen de normale termijn van 6 dagen konden worden begraven. De begrafenisondernemers hadden inderdaad hun handen vol. Ook werden koelruimtes van Rungis en her en der koelwagens gereserveerd om de doden te “bewaren” tot de verassing of de teraardebestelling mogelijk bleek. En uit die gruwelijke taferelen, die zich ongetwijfeld zullen hebben afgespeeld, springt dat verschrikkelijk beeld ons zó voor de geest van die 600 “naamloze” doden die door hun familie niet werden opgeëist. (zie ook die lijken die pas nà weken werden gevonden en in welke staat van ontbinding?). Er werden er zopas 66 “in-de-grond-bestemd-voor-de-armen” gestopt. 66! Hadden die echt kind noch kraai of geen andere familieleden meer? Of waren zoon en dochter nog op reis: misschien de Caraïben? Waren ze niet bereikbaar? Of ze waren er nog maar pas?) of was er allang geen communicatie meer met hun bezorgde oudjes van weleer. Leve de gsm!
Die naamloze ouderen, je weet wel: zij die zo vele jaren terug toen ook al leden aan omatitis, volgens Herman Van Molle.
Het zal je overkomen, oma! Gratis voor vijf jaar in die naamloze grond. En dan? Dan zien we wel.


4/9/2003

Schrijver: Jan Coessens, 3 oktober 2003


Geplaatst in de categorie: maatschappij

0.7 met 3 stemmen 1.273



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)