Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

kerst 2003

Zaterdagmiddag 14.30.
Het is ‘s weekends altijd zo gruwelijk grauw in de stad. Waarom ik elke keer weer de stoute schoenen aantrek en me begeef temidden van die kleur verstomping? Normaal haal ik een zaterdagkrant, koop wat dingen die ik niet nodig heb en begeef me weer naar mijn veilig maar donkere hol. Deze keer was het anders. Ik had een espresso-date in een trendy-tent in de stad (voor zover je een design-ingerichte kroeg en enkele barnichten als meubilair trendy kan noemen).
De eerste meters buitenlucht had ik nauwelijks afgelegd of een druppel raakt mijn neus. Even dacht ik eraan om terug te gaan en me te voorzien van een dierlijke regenjas, maar het feit dat ik al wat laat was en ik mijn date er niet voor aanzag dat ze het deftig vond als iemand te laat kwam weerhield me daarvan. Vrolijk stapte ik verder, proberende de regendruppels te ontwijken. Makkelijk is dat niet maar het geeft weer wat afleiding op zo’n wandeling.
De stad was bepakt met mensen die met volgeladen tassen zich huiswaarts begaven. Cadeaupapier werd in bulkhoeveelheden ingeslagen en de kerstboomslingerverkoper stelde zijn jaarinkomen in een paar uur zeker. Op de hoek van de straat stond een straatkrantverkoper. Van verre zag ik hem al staan: ongeschoren, slobbertrui en dito broek. Hij keek eerst wat wazig om zich heen totdat hij mij in het vizier kreeg. Alsof ik de enige was in de stad waggelde hij op me af. Zijn ogen strak op me gericht. Ik wist precies wat hij wou. Geld.. Dat willen ze altijd. Geld krijgen zonder dat ze er zelf iets voor doen.
Hij trok zijn mond open en schonk mij zo een blik op de weinige bruine tanden die hij nog bezat. Voor hij iets kon zeggen had ik uitgebracht: ”Sorry, ik heb geen geld voor jou, wel haast!”. Waarom ik sorry zei vroeg ik me meteen af. Ik bedoel, ik kan het toch niet helpen dat hij een puinhoop van zijn leven heeft gemaakt, wel? Hij stond echter zo recht voor me dat ik hem wel een zacht duwtje moest geven om hem te kunnen passeren. Zijn zwakke benen hadden even moeite met het incasseren van die plotselinge richtingverandering zodat ze even aarzelden om vervolgens bij de knieën te knikken. Als in een slechte film stortte hij op straat ineen. Even stond ik verdwaasd om me heen te kijken. Zo hardhandig had ik hem niet weggeduwd en trouwens, ik had hem niet gevraagd om mij aan te spreken!
Hij bleef stil liggen en enkele omstanders bogen zich over hem heen. Dat hij toneelspeelde was mij allang duidelijk. Aandacht, dat willen ze allemaal. En dat kleine rode stroompje bloed uit zijn linker mondhoek betekende waarschijnlijk niets.
Ik moest verder, die mooie schone kon ik natuurlijk niet laten wachten.

Aanvankelijk leek het me minder geschikt om op klaarlichte dag, nuchter af te spreken in één of ander café. 's Avonds in de kroeg is het stukken makkelijker. Het gedempte licht doet je uitspraken eer aan, en alcohol is zo’n heerlijk smeermiddel bij een stugge conversatie! Maar goed, ze had er op gestaan om ‘s middags af te spreken en ik had toch niks te doen, dus…
In de verte zag ik de foute neon verlichting van het betreffende etablissement al schitteren. Het gezegde “Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding” kwam even bij me boven. “Zetten ze daar een vierkante blokkendoos neer, hangen ze er een lichtbak op, denken ze: hup: trendy-tent..”
Toch was ik blij toen ik het vertrek binnen stapte. Een aangename warmte kwam me tegemoet, beetje vervelend dat daardoor mijn brilleglazen besloegen, maar goed: aan elk voordeel kleeft vaak een nadeel.
Ietwat nerveus keek ik de zaak rond. Een paar vroegkale dertigers met hippe vriendinnen, aan de bar de standaard aanwezige hangnichten en in de hoek een verliefd stelletje dat als in een waas elkaar bewonderende blikken schonk. Echter mijn espresso-date was er niet.
Aan de bar vroeg ik om een glas perzikkensap (ongeveer het enige niet-radioactieve drankje dat ze daar schonken afgezien van koffie) en wou naar een tafelje in een lege hoek lopen toen de barman me met hoge stem terugriep. “Eh, ben jij Narcissus? Er heeft een meisje voor je gebeld en ik moest doorgeven dat ze verhinderd is.”
Ik schonk hem een onverschillige blik en liet mijn sap onaangetast op de tafel staan. Met een vraagteken op mijn voorhoofd verliet ik het pand, de druilregen in. Ik vroeg me af waarom ze niet kon komen.. En waarom had ze me niet gebeld?
Na een tijdje tobben besloot ik er niet verder over na te denken en liep terug, richting huis. Langs dezelfde met kerstgedachten vervulde mensenmassa, de overdadige etalages en de oude kerk. Hiervan stonden de deuren open en orgelspel bereikte mijn oren. Vanaf dat moment was ik niet langer de baas over mijn lichaam. Een onbekende maar overheersende kracht loodste mij naar binnen de kerk in. Recht door het midden, langs de eikenhouten bankjes. De karakteristieke wierookgeur waar ik normaal gesproken erg van kan genieten kwam pijnlijk en snijdend mijn neus binnen. In een paar ademteugen leek de elasticiteit van mijn longen verdwenen te zijn. Zwaar voelde mijn borst. De al eerder beschreven kracht drukte me hard neer op de preekstoel. Vanaf daar had ik uitzicht over het hele kerkschip en - het orgel. Ik kon me niet meer bewegen en mijn hoofd leek als versteend één richting op te kijken. Die van de organist. Hij zat met zijn rug naar me toe. Het stuk dat hij speelde kwam me totaal onbekend voor terwijl ik toch zeer klassiek onderlegd ben. De klanken gingen als breinaalden mijn oor binnen en zochten hun weg in mijn hersenpan.
Opeens keek de organist om, en een glimlach legde enkele van zijn bruine tanden bloot. Op dat moment zag ik dat hij een slobbertrui en dito broek droeg.

Schrijver: Jeroen Fleddérus, 20 december 2003


Geplaatst in de categorie: kerstmis

3.4 met 28 stemmen 2.646



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
jacob fledderus
Datum:
10 mei 2004
Email:
j.fledderusuwnet.nl
Jeroen, dit is heel leuk geschreven.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)