Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Ingesloten bij Terheijde - ZWARTMAN slot deel 4

Ondanks hun strenge Nederlands Hervormde religie leek het een beetje Surinaams. Het Suriname van mijn jeugd waar ik weer in terugkeerde. Een beetje. De kinderen liepen los, de scheiding tussen jongens en meisjes was niet zo streng. Er werd gewoon geravot in duin op strand. Het waren doerakken.”
‘Mijn klas had 64 leerlingen. Tussen 6 en 14. De wederopbouw was bijna voltooid. Het dorp was in de oorlog weer vergaan. Nu gesloopt door de Duitsers. Koningin Wilhelmina was met een staaf goud meten na de bevrijding te hulp geschoten. Ik was op mezelf gaan wonen op de Varkensmarkt. In een Haags pension. Elke dag met de bus op en neer. Ik had het groots naar mijn zin.
‘Ik paste me aan. Prima. Ze wilden en konden niet echt leren. Hun ouders die wilden dat ook niet. Het waren kinderen van de natuur. Op hun zesde gingen ze konijnen jagen in de duinen, sprokkelen aan de zee.

‘De derde dinsdag november 1954. I’ll never forget that day. Het was guur weer zoals jullie zeggen. Storm regen. Vandaag was de jaarlijkse ouderavond. Ik zat met de voorzitter van het Schoolbestuur aan tafel. Hans Peek, een rijke tuinder met mulo. Door de gemeente benoemd. Terheijde zelf had blijkbaar geen geschikte kandidaat. Daarom de Monsterse tuinder
Het was bitterkoud, de verwarming deed het niet en trouwens de storm woei overal door heen. Het was een houten noodschool. Het werd later en later. Heel veel lol. De heer Peek zat te lurken aan de jenever.
Opm. 21.30 sloten we. Ik naar de laatste bus. 21.47 uur. Kwam niet. Wat bleek? De bus reed niet vanwege het hondenweer. Ik terug naar school. Zegt Hans Peek: “geen probleem, ik heb een groot huis”. Wel met dubbele tong.’
‘We stappen in zijn vauxhall. Komen bij zijn grote huis. Ik ga in de keuken zitten met een glas chocolademelk. Bij binnenkomst zie ik de vrouw van Peek. Ze trekt helemaal wit weg. Ze schrikt zich het apenzuur.
Allemaal onrust in dat huis. Ik hoor gestommel en geroezemoes. Dan hoor ik de auto gierend weer vertrekken. Ik sta op maar vrouwe Peek komt glimlachend de keuken al weer in. Zij zegt meneer John, komt u mee naar de salon, wij hebben nog een cognacje voor u klaar gezet. Voor de goede slaap.
Ik vraag wat dat voor gestommel is. Zij wordt rood. En zegt “oh da’s niks. Dat is de storm. Mijn man is zo weer terug. Miek de dienstmeid maakt de logeerkamer klaar.”
Even later Hans Peek weer terug. Met twee jonge gasten uit Terheijde. “Ja” zegt Hans “het is bar weer. Zij kunnen het huis bewaken.” Hij gelooft het zelf niet met z’n dubbeltong. Hij kijkt me helemaal niet aan. Nattigheid aan de knikker.
Ik denk laat maar gaan, we zien wel. Ik zeg dat ik wil gaan slapen. Beweging, zenuwen in dat huis, niet te geloven. Allemaal praatjes. Het kwam er op neer dat die twee gasten de hele nacht bij mijn deur zouden zitten. Één rechts en één links. Ik vraag waarom. Nou voor het huis, instortingsgevaar met die storm. “Ze zijn verantwoordelijk voor de meester”, zeggen ze.
Ga ik naar de wc, staat daar die ene Heijenaar en die vertelt dat ze me moeten bewaken want Peek heeft twee mooie dochters.
Nu lig ik in een deuk. Ik speel het spelletje mee. Op één punt na dan: ze willen me de sleutel niet geven. “Je klopt maar als je naar de wc moet”. Niet ingetrapt.
Man wat een lachen. Toen voelde ik voor het eerst weer grote vrijheid. Ik ging naar de logeerkamer, daarna nog 7 keer naar de wc en badkamer. Onder begeleiding. In bed lag ik blauw van de stille lach en ik sliep als een roos.

De volgende dag stond ik om 7.00 uur op. En ontbeet met het echtpaar Peek, hun twee mooie dochters, de dienstmaagd Miek in een heerlijke stilte na de storm.


Naschrift:
De in dit genoemde namen zijn niet de ware. Mochten er personen rondlopen die heten zoals er hier geheten wordt dan berust dat op toeval. Bij voorbeeld de rijke voorzitter met de vauxhall kreeg een gepaste andere naam. Ik heb namen gebruikt die de authenticiteit zo min mogelijk schaden.
Johnnie Zwartman heet natuurlijk anders. Wellicht is de achtergrond van zijn pseudoniem wat hij noemde de ‘black shadow in my mind’. Er waren dingen die hij niet wilde zeggen. Hoe dan ook hij leed persoonlijk onder de decembermoorden, ook al omdat een slachtoffer door hem persoonlijk gecoacht was en werd. Ik weet wie maar dit viel onder informaties die hij ‘classified’ noemde. ‘Net Nixon’ lachte hij dan een beetje vuig.
De terughoudendheid die hij mij vroeg had te maken met zijn karakterisering van de Surinaamse samenleving: ‘In Suriname loopt de geschiedenis gewoon altijd door. Iedereeen verdwijnt wel eens een tijdje en komt dan als nieuw terug’. En: ‘Paramaribo is een verzameling troggen, en de pigs communiceren wel met elkaar maar er is geen baas. De varkenshouder zit in Rio de Janeiro of op Curacao, achter een goed glas wijn met een mooie vrouw’. Het verleden is volgens hem nooit afgesloten. Ik denk dat hij gelijk had.

Schrijver: jos zuijderwijk, 13 april 2005


Geplaatst in de categorie: discriminatie

2.9 met 7 stemmen 1.020



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
jos zuijderwijk
Datum:
14 april 2005
Email:
Excuus: Varkensmarkt moet zijn Varkenmarkt.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)