Elke dag leer je bij
Elke dag leer je bij is de slogan van het ministerie om potentiële leerkrachten te werven voor het onderwijs.
Al 20 jaar sta ik inmiddels voor de klas, en ik heb zeker al een hoop geleerd. Deze week heb ik zelfs heel veel geleerd.
De moeder van Erik is al 3 jaar ziek. Ze heeft kanker al vanaf dat Erik in groep 5 zat. Nu zit hij bij mij in groep 8. Ze vecht al drie jaar tegen deze ziekte. Vanuit haar borst is het uitgezaaid naar haar lever en kuur na kuur heeft ze ondergaan. Een vrouw voor wie je gelijk bewondering kreeg als je haar zag. Zo’n opmerkelijke grote vechtlust, zo sterk, zo krachtig, en zo vol humor.
Afgelopen dinsdag kreeg ik een berichtje. Het zou heel slecht gaan met de moeder van Erik. Ik heb Erik zijn vader gebeld. De berichten klopten. Na het afgelopen weekend was het ineens bergafwaarts gegaan, de laatste kuur was niet aangeslagen. Ze zou niet meer beter worden.
Woensdag heb ik met Erik gesproken in de klas, met zijn tweetjes. De rest was buiten aan het spelen. Hij vertelde dat hij niet meer met mama kon praten, omdat hij haar niet meer kon verstaan. Papa sliep beneden in de woonkamer bij mama. Ik vertelde hem dat ik de klas op de hoogte wilde stellen, omdat ze/we er dan konden zijn voor hem. Hem konden helpen. Dat de rekenlessen echt niet belangrijk waren, dat hij best iets anders mocht doen, als zijn hoofd vol zou zitten. Of gewoon even niks. Ik vroeg hem of hij het goed vond als ik de volgende dag met de klas zou praten en of hij daarbij aanwezig wilde zijn. Daar wilde hij over nadenken.
De volgende dag zei hij mij dat hij er niet bij wilde zijn.
’s Middags ben ik in de kring gaan zitten met de groep. Erik ging even naar een andere klas. Ik heb de klas verteld dat de moeder van Erik heel, heel erg ziek is, en dat ze niet meer beter zou worden. De kinderen reageerden geschrokken. Sommigen begonnen gelijk te huilen. Ze hebben allemaal hun eigen ervaringen verteld over een oma, een opa of een huisdier waar ze verdrietig van waren. Zelfs Jeroen, die érg boos werd op zichzelf omdat hij verdrietig was geweest omdat zijn konijn overleden was, en hij vergeleek het nu met het verdriet van Erik. Ik heb hem uitgelegd dat iedereen recht heeft op zijn eigen verdrietjes, ook hij. Veel kinderen vertelden ook ineens over hun angsten, vooral als ouders ruzie hebben, zijn kinderen ongelooflijk bang voor een scheiding (ouders, hou op met ruzie maken waar kinderen bij zijn!!!). Ook ging het over hoop. Annemieke vond het zo vreselijk zielig voor Erik dat hij aan de ene kant zegt dat hij hoopt dat zijn moeder zo snel mogelijk dood gaat, maar aan de andere kant hoopt hij nog dat ze beter zal worden.
Kinderen huilden, en kinderen troostten elkaar. We gaven elkaar een hand, en we zeiden dat we er zouden zijn, voor Erik. En ze beloofden mij er ’s avonds thuis met hun ouders over te praten.
Vandaag: ik haal mijn klas op van het schoolplein en als ik iets tegen Erik wil zeggen, besef ik dat ie er niet is. Ik schrik, en zie de schrik ook op de gezichten van de kinderen. De kinderen gaan de klas in en ik ren naar de directeur en vraag of hij even kan bellen….er kan een andere reden zijn, waarom Erik er niet is.
Als ik weer in mijn klas ben, komt de directeur de deur open doen. Ik zie al aan zijn gezicht dat het mis is. In de gang staan we, we zijn beiden geschrokken. Ik moet de klas weer in. Ik slik mijn tranen in en besef dat ik sterk moet zijn voor de klas. Ik zeg: ”we gaan in de kring zitten”. Ze doen het. Nog nooit hebben ze het zo snel en zo stil gedaan. Ik vertel dat de moeder van Erik vannacht overleden is. Weer huilen. Weer praten. We troostten elkaar. Het gaat vanzelf. De een huilt, en de nader slaat een arm eromheen. Zo hoort het. Het voelt alsof we een verbond hebben. We praten maar door. En soms zijn we stil. Eigenlijk willen we niet uit die kring. Die kring schept een band. We willen die band niet verbreken. Uiteindelijk, als iedereen zijn/haar verdriet heeft kunnen uiten gaan we dan toch de kring uit.
We maken een boek met briefjes en tekeningen, om Erik te tonen dat we er zijn en met hem meeleven.
De kinderen, zo jong als ze zijn, zijn in staat om over hun gevoelens te praten en deze naar elkaar toe te tonen. Ik weet zeker dat we Erik er de komende tijd doorheen kunnen slepen door hem veel gevoel te geven. Het kan zijn verdriet niet wegnemen, dat zal hij zelf een plekje moeten geven.
Ik denk dat ik woensdag naar de crematie of begrafenis kan gaan met heel groep 8. En dat zou ik grandioos vinden: zo jong, en zo sterk!
Ik ben trots op mijn klasje. Ze doen het goed! Zij leren van mij, en ik leer van hen.
Geplaatst in de categorie: emoties