Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Echte Liefde

We wandelden langs de Vinkeveense plassen. Waar? Ik zou bij god niet weten waar. Het was een heel mooie tweede pinksterdag. We waren met zijn twee, Acacia en ik.
Genoten van dalende de zon. Gedicht werd ooit:
“De zon gaat onder
Wat voel ik me bijzonder” *

Dat stond in een studentenblaadje, herinnerde ik mij. Van allemaal studenten die op den uitvreeter wilden lijken, schrijven als Nescio en ook een overbetaalde baan waarin je kon flierefluiten.
We liepen op zo’n meter of twintig van het water met een prachtig ver gezicht. Met van die zeiltjes op het water. Zwoel de avondzon. We gingen over een ophaalbruggetje dat twee plassen met elkander bond.
Wij voelden ons dichter, ik speciaal. Acacia was meer schilderes, daarom pasten wij ook zo bij elkaar – die dag. Mooie avond was het, hoe vroeg nog ook. Een avond die vroeg om wat? Ik wist het toen nog niet.

De vogels floten dat het een lust was. “Af en toe een huis of een kombuis. Het leven wil wat, de plas geeft dat”. Zo dichtte ik voor Acacia en zij was vol begenadigdheid. Zich zo met den dichter die nog nooit gedicht had te vertreden.
Ineens veranderde het panorama. Er kwam een uitspanning in het zicht. Met vele keuvelende lieden, deftig aangekleed, de glazen in de hand. Ik sprak:
“De dichter is
Waar fuif is”
Wij gingen op het lome pad dat leidde naar de glazen die grote geesten vullen met vloeiend de substantie. Wij zeiden nog
“Als dat maar niet openbaar is
Want er zit geen money
In onze portemonnee.”

En het was niet openbaar. Het was een bruiloft.
De bruid was een prinses, de bruidegom een aankomende prins. Wij vulden onze ballonglazen met champagne en daarna Médoc, meedogenloos qua passie.
Moeiteloos pasten wij ons aan. Ieder vroeg ‘wie bent jullie?’ Ze kenden ons dus niet. Waarop ik antwoordde ‘ik ben de dichter’ en Acacia zei ‘ik ben zijn penseel.’

De prinses echter, die nam er geen genoegen mee. Zij verschoof haar sluier en zei: ‘dicht dan eens voor mij.’
Ik zei ‘u brengt mij in verlegenheid wonderschone dame.’ Toen dichtte ik:
“Wij deden het in passie
Gekeken onderwijl naar Lassie
Die nog niet gerezen was.”

‘Oh wat ben je mooi’ zei de prinses die ook nog bruid was. Ze was verrukt en hief met mij het glas terwijl Acacia zich beeldend met de bruidegom onderhield.
De schone bruid vroeg glimmend met haar liefste lach: ‘weet je er nog meer zo uit je hoofd?’
‘Niet zo van mezelf’ zei ik ‘het echte werk schuif ik voor me uit.’
‘Kom mee’ zei ze in verrukking en ze nam me mee naar een geheime kamer vol met bloemen en een bruidsboeket.
Ze zei smachtend: ‘kom op, ik wil je horen’.
Ik zei ‘Goed dan, een waarschouwend dicht. Heel oud.’

En ik declameerde:

“EEN VAERSJE IN EEN VOORREEDE TE PAS GEBRACHT
’t Onnozel volkje houdt poëeten
Voor dwaazen, hoofden dol van waan.
Maar wilt gy de oorzaak daar van weeten?
’t Ziet gekken voor poëeten aan.” **

Hare ogen waren betraand van al het schone hier ten gehore. Haar wangen glunderden van kunstzinnigheid en artisticiteit in haar genot.
Nu stond zij volstrekt in lichterlaaie en zij stortte zich boven op mij.
En ik, ik stortte mee. Met het glas nog in de hand. Daar komen scherven van, ik herinner mij nog die gedachte.

Zestien minuten later, toen wij enigszins aan het bedaren waren van ongekend die heftigheid ging de deur open. Daar stond de vader van de bruidegom: ‘Wat mot dat?’
Alsof-ie zelf geen kijkers had, deze onnozele. De waard, hij kwam er bij, hij kent z’n gasten. En toen vier stevige kerels met handen als kolenschoppen.
Door hen werd ik naar het water gedragen. Op handen gedragen. Ik dichtte:
“Ondeugd
Geeft geneugt”
Terwijl Acacia naar mij wuifde.
Het werd helemaal nat en koud om mij heen, dat weet ik nog.

* Rudi ter Haar uit Propria Cures (1968?), uit mijn hoofd, dus ik ben niet zeker.
** Pieter Langendyk 1683—1756 in: 17/18 – Gerrit Komrij, Bert Bakker 1996

Schrijver: jos zuijderwijk, 5 mei 2005


Geplaatst in de categorie: liefde

3.1 met 14 stemmen 2.048



Er zijn 3 reacties op deze inzending:

Naam:
an
Datum:
26 mei 2005
Email:
an.terlouwhetnet.nl
En ik maar hopen (voor jou), dat het over jezelf ging, tot het moment dat je te water werd gedragen dan, toen hoopte ik alleen nog maar dat... Heel goed.
Naam:
Jos Zuijderwijk
Datum:
24 mei 2005
Email:
zuyde038planet.nl
Ben buitengewoon verguld met jouw reactie Femmy. Eigenzinnige humoristische vrouw, wat leuk dat je langs gekomen bent. Neen fluisteraars ik was niet degene die haar..... Ik wist tot haar Zevenblad zelfs niet dat...
jeschrijf toch wel lekker door he Femmy....
Naam:
Femmy
Datum:
23 mei 2005
Email:
femmyhotmail.com
Een speels, geestig stukje, jos, met veel genoegen gelezen, vandaar een lieflijk cijfertje van mijn kant - PLUS een heuse reactie - enkel dat 'correct emailadres', verwacht door Nederlands.nl bevalt me niet bar.
Rond deze tijd las ik een mailtje van hen, luidende:
<i>Beste bezoeker van nederlands.nl,
Op www.nederlands.nl is een reactie op 1 van jouw inzendingen geplaatst.
Je kunt de reactie bekijken door te klikken op de volgende link: www.nederlands.nl/nedermap/proza/proza/87005.html
Vind je de kritiek onterecht?
Mail dan naar ... (enzovoort)</i>

Welnee, onzin, een mens moet een gegeven paard nooit in de bek kijken ;)

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)