Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Het andere kerstverhaal

Tijdens mijn werk wierp ik nogal eens een blik op wijlen Bugs Bunny, ons konijn. Door het kroost tot Bugsy gedoopt bij de adoptie. En omdat deze afleiding soms een dankbare afwisseling was in het schrijversbestaan, heb ik een eervol stukje aan hem besteed.

We kregen hem van een Griekse kennis, ons aangesmeerd tegen sluitingstijd na een avondje stappen in ons stamcafé. Dat hij -het konijn wel te verstaan- van het mannelijk geslacht was, weten we van de Esther, een vriendin van mijn broer en konijnenkenner bij uitstek.

‘Hij behoort tot het ras der 'hangoren,’ constateerde ze resoluut na hem tussen de poten te hebben gekeken. Persoonlijk vond ik deze benaming niet geheel terecht want hij liet altijd maar één oor tegelijk hangen. Daar was hij overigens wel zéér vasthoudend in, dus wat mij betreft…

Voorheen huisde Bugsy bij een werkend jong stel en vertoonde een nogal bijterig karakter. Dit was voor onze kinderen echter geen reden om hem niet in ons midden op te nemen. En aldus stond onze bekende op een avond met hem voor de deur, volledig bepakt met het toebehoren dat voor de verzorging van zo'n knaagdier noodzakelijk is. Dit tot groot ongenoegen van de hond die de vreemde indringer met argusogen bekeek.

Bugsy kreeg een plaatsje onder de trap, naast de muziekkoffers van vrouwlief.

Dat hij aan achtervolgingswaanzin leed, was al snel duidelijk; het pakken van zijn etensbak dus een hachelijke onderneming. Maar toen had hij ook nog geen kennis gemaakt met mijn eega die hem daarop drie weken lang -tot groot genoegen van de hond- opvoedkundig heeft behandeld. Een behandeling die hoofdzakelijk bestond uit het breken van zijn dwangmatig bijtgedrag door hem eerst bij zijn nekvel te pakken alvorens de etensbak uit het hok te nemen. Zijn grommen en aanvalspogingen ten spijt, een schudtherapie doet wonderen. Uiteindelijk gaf hij het dan ook op en mijn partner kon ongestraft haar hand in de kooi steken.

En u begrijpt het natuurlijk al. Voor de rest van de familie bleef het een gewaagde bedoening.

Dit was tot het einde van zijn levensdagen -in elk geval tot de voorlaatste kerst- zo gebleven, als ik niet had bemerkt dat hij geregeld zijn kop stootte tegen het rooster dat de kooi afsloot. Redelijkerwijs een nogal zinloze actie, zeker in aanmerking genomen dat een ezel zich geen drie keer aan dezelfde steen stoot.

Echter, snuffelend in één van de vele boeken die een schrijver rijk is, kwam ik er achter dat dit dwangmatig gedrag 'zekeren' wordt genoemd; hij moest als het ware aanhoudend bevestigd worden in het feit dat zijn omgeving veilig is. En dat bood perspectief voor de gehele familie. Om deze natuurlijke drang niet langer te onderdrukken, hebben we daarop dan ook besloten het schuifrooster zover open te zetten, dat hij rechtopstaand een ruime blik over zijn omgeving had. Dat daarbij een vriendelijk bedoelde aai over zijn kop niet direct meer werd gezien als een aanval was mooi meegenomen. Het andere gevolg? Bugs had de behoefte meer van zijn omgeving te ontdekken.

De eerste stappen op de plavuizen bevielen niet echt. Hij had verbluffend veel weg van een schaatser die zijn debuut op het ijs maakt. Dit alles tot genoegen van de hond die daarmee ongegeneerd aan zijn achterste kon snuffelen zonder het risico te lopen gebeten te worden.

Het vloerkleed leek er meer op en ook voedsel -waaronder hangplanten- was er buiten zijn kooi voldoende, vond hij. De hondenbak werd door de eigenares echter tot verboden gebied verklaard, maar dat is een kwestie van leven-en-laten-leven ontdekte Bugsy al snel. Respecteer die regel en je kunt je vrijelijk bewegen.

De kooi had als woon- en slaapkamer annex toilet -dat kon ook buiten in de tuin- dan ook voorgoed tot het verleden kunnen behoren. Tenminste, als de kinderen er niet waren geweest. In hun niet aflatende drang om met Bugsy te spelen, koos hij er uiteindelijk voor om deze toch maar als een veilig hol te beschouwen. Een rustige haven waarin hij zich kon terugtrekken als al die goed bedoelde aandacht -inclusief snuffelen aan zijn achterste, hem teveel werd.

Overdag zag je hem dus zelden rondhuppelen. 's-Avonds of ’s-nachts, als ook de hond inmiddels in de gang lag, wilde hij nog wel eens toenadering zoeken. Ik voelde dan, aandachtig verzonken in een moeilijke zinsnede, iets krabben aan mijn been. Na een aai over zijn kop -hij wist inmiddels dat ook ik geen roofvogel was- sprong hij dan na een tijdje terug in zijn kooi en nestelde zich geduldig in het stro, wachtend tot óók ik besloot het licht in de kamer te doven.

In de herfst was hij pas echt betoverend. In een niet aflatend enthousiasme verscheurde hij dan de krant tot stroken die hij om zich heen schikte als de bouwer van een fort. Nutteloos, want eens in de week verdween het bouwsel -mijn vrouw is zeer strikt- in de vuilniston.

Aan een echte winterslaap is hij dan ook nooit toegekomen; de kerstdagen had hij in elk geval overleefd.

Inmiddels, overleden aan ouderdom, ligt hij zestig centimeter diep begraven in een schoenendoos in de achtertuin. De hond wil er nog wel eens snuffelen.

Uit: Zangzaad van Adriaan Hoefs

Schrijver: Adriaan Hoefs, 29 september 2005


Geplaatst in de categorie: kerstmis

3.5 met 2 stemmen 1.674



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)