Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Over de moeite van het opruimen en het gemak van schrijven

Om maar met de deur in huis te vallen: ik kom niet verder dan opruimen. Dat is ook wel nodig want mijn bureau verdwijnt steeds meer onder almaar groter wordende stapels papier. Oude kranten, uitgeknipte artikelen die ik wil bewaren, Vrij Nederland van drie maanden geleden, waar dat artikel in staat wat ik nog steeds moet lezen, de krant met het overlijdensbericht van Heer Bommel, belangrijke brieven van mijn werkgever die ik nog moet archiveren, oude Vegter Kronieken - dat is ons familieblad, adressen van mensen die ik ooit ontmoette, kaartjes en brieven die ik kreeg, adreslijsten van cursussen waar ik aan meedeed, verzekeringspapieren, heel veel verhalen van anderen en van mijzelf, die ik steeds weer print om ze toch nog eens te lezen, kopij voor de komende Kroniek - die moet ik wel bewaren, rekeningen, nee geen rekeningen, die gaan op de een of andere manier toch steeds ordelijk naar mijn giromap afdeling te betalen, wel veel notities over te lezen boeken en CD’s die ik nog wil kopen, verder heel veel lijstjes, boodschappen, verlanglijstjes, ideeën voor verhalen, lijstjes met mensen die ik hoognodig moet bellen, belastingpapieren, internetaanbiedingen, afgedrukte foto’s van de auto’s die ik misschien had willen kopen en foto’s van de Volvo 240 die ik net gekocht heb, een enkel overlijdensbericht - ik maak daar lijstjes van, recensies van films die ik nog wil zien en veel, heel veel reclame, met name van de Postbank, alhoewel ik toch een duidelijk leesbare NEE-NEEsticker op mijn brievenbus heb geplakt. Dat alles op drie torenhoge stapels, formaat A4 en een wankel stapeltje, formaat briefkaart.

Ik ga alles opruimen. Kom vergeten foto’s tegen, de tekst van dat liedje dat ik ooit heb opgeschreven. Ik ben streng en selecteer onverbiddelijk. Alles moet naar het oud papier, behalve dat wat echt niet weg kan. Ik kom erachter dat ik heel veel bewaar in doorzichtige plastic mapjes. Ik heb er nu 36 en die zijn allemaal leeg. Ik vrees dat ik mezelf in de komende weken regelmatig zal afvragen, waar heb ik dat artikel, die notitie toch gelaten, ik kan het nergens vinden, o ja, ik heb alles weggegooid, dat is waar ook. Dan ga ik waarschijnlijk nieuwe stapels maken. Nu is alles geslonken tot een bescheiden stapeltje van zeg maar vier centimeter met zaken die echt niet weg kunnen. Nu alles is opgeruimd zou ik kunnen beginnen met schrijven, maar er dient zich nog geen onderwerp aan. Dat is al weken zo en ik mijd het witte papier als de zwarte pest. Ik kan nog wel even de andere troep op mijn bureau opruimen: pennen, vulpennen, vulpotloden, een schoenlepel, een schaar, een briefopener, aanstekers, een haarborstel, nagelgarnituurtje, veel brillen: lees- zonne- en gewone, brillendoekjes, brillenkokers, lenzendoosjes, een spiegeltje, lenzenvloeistof, luciferdoosjes, een zakmes, een kettinkje, stiften, visitekaartjes, een mp3-spelertje, waar ik na aankoop maar zelden naar geluisterd heb, een papiermesje, een telefoonhouder, een klein gipsen beeldje, een heel klein knuffelhondje, een asbak, een pakje sigaretten, een doosje smint, een lineaal, wel drie muismatjes, een oud kopje waar ik de echt kleine dingetjes in bewaar, een paar manchetknopen en een kopje dat ik uit de Volkskrant geknipt heb: je moet minimaal een keer per week je moeder bellen. Morgen is het een week geleden dat ik haar sprak, dus dat kan nog net. Nu niet want nu ben ik me aan het voorbereiden op het schrijven. Het opruimen van alle troep op m’n bureau heeft ook een schaduwzijde bedenk ik: waarschijnlijk kan ik straks niks meer vinden en met een wijds gebaar schuif ik alles naar één kant. Nu blijft er alleen nog een dun laagje stof over. Ik neem het af. Mijn bureau is nu schoon! Hé, wel drie zwarte plekjes van ingebrande sigaretten, die ik nooit eerder zag. En waar zijn deze sleutels eigenlijk van, o ja van de vestiging waar ik tot juli werkte. Moet ik nog inleveren. Op mijn bureau staat een zwart gelakt doosje. Ik noem het mijn doosje met alles: pennen, knopen, van die knopen die je als reserve krijgt als je een nieuw pak koopt, een stroomzoekertje, visitekaartjes, ho, mijn sigaret valt van de asbak, schroeven, schroefjes, klemmetjes en het geld voor de werkster natuurlijk, deze week een tientje extra omdat ze allerlei schoonmaakmiddelen heeft gekocht. Heerlijk dat ik daar zelf niet aan hoef te denken.

Om het beeld van mijn bureau compleet te maken: op elf uur staat een hele rij gelezen en te lezen boeken. Ik ben nu ongeveer in vier boeken tegelijk bezig, Houellebecq, Wolkers, Agota Kristof - Het dikke schrift (prachtig!), Philip Roth, Rob van Scheers en Jonathan Safran Foer (prachtig!). Het zijn er zes. Op één uur staat de printer en op drie uur de telefoon, het antwoordapparaat, een fotolijstje, een brievenstandaard, een spaarpot voor parkeergeld, wat ik meestal voor de sigarettenautomaat gebruik en een usb-kabeltje voor de computer. Op het hoekje is een plekje vrij voor het klavertje vier dat straks, als het gaat vriezen, weer naar binnen mag. Vlak naast mij liggen de autosleutels, de autopapieren en pillen om de herfst door te komen, ook dat nog - en mijn agenda. Vlak naast mijn bureau staat een emmer omdat het lekt sinds ze een nieuw dak op het huis hebben gemaakt… Het lekt alleen als het regent gelukkig. En zo’n reparateur komt natuurlijk uitgerekend als het niet regent, maar goed, ik dwaal af. Ik zou gaan schrijven. Alles is nu opgeruimd of aan de kant geschoven. Ik heb alle ruimte en ben er klaar voor. Nu alleen mijn hoofd nog opschonen, zodat er ruimte is voor een nieuwe inval. Ik ben er klaar voor.

Schrijver: Ate, 12 november 2005


Geplaatst in de categorie: algemeen

2.0 met 1 stemmen 783



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)