Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Kroniek van een paradijsje

Rond het middaguur kreeg Gino weer een aanval van genialiteit. Hij liet zijn pasta voor wat het was, repte zich naar z’n bureau en schreef zijn spitsvondige gedachte op. Daarna gooide hij het schrift met de hardkartonnen kaft achteloos op de enorme stapel andere schriften die bulkten van de vruchten van zijn rusteloze brein. Tegen dat hij terug aan tafel zat was hij de gedachte al vergeten, maar dat was juist een teken van zijn genialiteit…

De winter kwam en duurde erg lang. Tegen de tijd dat de merel een schuchtere poging deed om de eerste warme zonnestralen te verwelkomen, had Gino al zijn schriften door de schouw gejaagd. Hij kon enkel, met een snik, zijn laatste geniale gedachte herhalen:

Papier, oh wat hou ik van jou,
Vooral als ik verrek van de kou.

Nu gaat er in ieder goed huishouden niets verloren en in het allesomvattende huishouden van ons aller moeder natuur is dat niet anders. Daar wordt zelfs iedere gedachte gerecycleerd…

De lente brak dus aan en Gino merkte dat er een nieuwe, inspirerende wind door het dorp woei. Hij merkte dat de smid iets aan zijn smidsvuur had gedaan. Meestal verdween de verstikkende rook over de daken naar het open veld, maar als de wind verkeerd stond, zorgde de stinkende walm voor veel gemopper in het dorp. Nu had de smid enkele takken rozenhout mee in de vuurhaard gegooid. Er was dan wel een walm, maar het stonk niet meer zo erg….
Hij zag dat de moeder van Luigi, die haar zoon sinds de dood van haar man niet echt de aandacht schonk die ie verdiende en die een oogje had op de leraar van het klasje waar haar zoon les volgde, iets had gevonden om de leraars aandacht te trekken. De jongen had geen goede cijfers net vanwege het gemis aan aandacht. Nu hielp ze hem met zijn huiswerk. Zijn cijfers gingen spectaculair de hoogte in, de meester was verwonderd en wou wel eens praten met zijn moeder om die ommezwaai…

Gino zag dat de pastoor en de stationschef, een overtuigd communist, samen hout gingen kappen en voor het vervoer de kar van de weduwe Ricardo gebruikten. Voor de winter nog had de stationschef vervaarlijk met zijn vuist onder de neus van de pastoor staan zwaaien. Hij had geroepen dat Christus misschien wel water in wijn kon veranderen, maar dat hij, de stationschef, met evenveel gemak de groene ogen van de pastoor in het blauw kon transformeren. Ze hadden telkens ruzie om de kar van de weduwe, omdat ze steeds rond dezelfde tijd hout gingen kappen. Nu gingen ze samen, konden de grote kar dubbel zo vol laden én nog een vracht erop doen voor de weduwe. Iedereen gelukkig….

Gino begreep er niets van, want alles wat hij zag gebeuren, had hij ooit allemaal eens opgeschreven. Allemaal kleine dingen die het leven veraangenaamden. Hij merkte dat het dorpje stilaan transformeerde naar zijn eigen, persoonlijk paradijs. Langzaamaan begon zijn lire te vallen. Terwijl hij om zich heen de mensen zag veranderen, begreep hij dat gedurende de hele winter de lucht bezwangerd was geweest met de genialiteit die hij opstookte. Hij had geen behoefte de mensen duidelijk te maken dat het eigenlijk zijn ideeën waren. Integendeel. Hij zocht ze allemaal een voor een op, begon over het weer, stuurde het gesprek over naar de kleine veranderingen en vroeg ze hoe ze op dat geniale idee waren gekomen. Sommigen wisten het niet, anderen klopten zichzelf op de borst. Nog anderen dankten god en er waren er ook die niet eens merkten dat er iets veranderd was. Gino schreef het allemaal op in een groot, nieuw schrift. Later heeft hij het netjes uitgetypt en bij de drukker laten kopiëren. Het was een kroniek van een generatie. Zowat iedere inwoner kocht een exemplaar en ook buiten het dorp was er interesse.

Het klinkt misschien allemaal wat vergezocht, maar ik was enkele jaren geleden op vakantie in dat dorp. Op een van mijn wandelingen vond ik een half verkoold stukje papier. Er stond op:

Papier, oh wat hou ik van jou,
Vooral als ik verrek van de kou.

In het café ’s avonds debiteerde ik die zin voor de grap en toen werd ik aan mijn mouw getrokken door een oud, krom mannetje.
“Ik ben Gino”, kraste hij, “en ik wil u iets vertellen…”

Schrijver: Marc Kerkhofs, 15 januari 2006


Geplaatst in de categorie: filosofie

4.0 met 2 stemmen 854



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Iris
Datum:
28 augustus 2008
Email:
iris.aguirretigo.com.py
Een ware (literaire) vondst!
Naam:
Rina
Datum:
16 januari 2006
Schitterend verhaal. Jammer van de drie laatste alinea's. Helemaal niet nodig volgens mij.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)