Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Het is kanker!

‘Het is kanker. In zeer agressieve vorm. Met een beetje meeval kan hij dit nog een jaar overleven. Genezing is uitgesloten, daar ben ik zeker van! Enkel de pijn kunnen we bestrijden om zijn resterende maanden draaglijk te maken. Ook bestraling van de al aanwezige tumor kan nog wat uitstel brengen, maar is lang niet zeker.’

Deze woorden waren niets minder dan het doodvonnis voor mijn vader. De twaalf maanden die de dokters verhoopten, heeft hij niet kunnen halen. Hij vocht dan ook een strijd die nooit te winnen viel, daarvoor was de tegenstander te machtig.
Toch doorstond hij deze beproeving veel moediger dan wij, want niemand van ons durfde te zeggen tegen welke ziekte hij aan het vechten was. Maar hij wist het, zeker op het laatst! Dat merkte ik aan de gelatenheid en berusting die zijn ogen mij toespraken. Er waren toen geen woorden meer nodig.

Je kunt je niet voorstellen hoe onschuldig zoiets begint. Mijn vader sukkelde met een verkoudheid die maar niet wou verdwijnen. Liters hoestsiroop werden ingenomen, maar toen de symptomen bleven aanhouden besloot hij toch maar een grondiger onderzoek te doorlopen. Het werd een dagje ziekenhuis voor uiteenlopende testen en algemeen bloedonderzoek. Na een paar dagen bleek er heel wat meer dan een onschuldig hoestje aan de hand te zijn. Op één van de longfoto’s was een tumor ontdekt. Ei-groot en naar verluidt uitermate agressief. Er was ook al een vermoeden dat er uitzaaiingen waren.

Iedereen was aangedaan, ook de gewone huisarts. Twee maanden eerder waren al eens longfoto’s genomen en op deze beelden was toen niets merkbaar. De combinatie van die gegevens met de meest recente spraken de vrees uit dat het één van de agressiefste vormen van kanker moest zijn. De ziekte woekerde in alle hevigheid en zou niet meer te stoppen zijn!

Er werd bestraald, dat wel. Een eerste reeks van zes weken leek de ziekte tijdelijk wat onder controle te houden. Het bracht ons weer wat hoop, tegen beter weten in. ‘Artsen kunnen zich ook wel een beetje vergissen', was onze stelling.

We namen hem vaker dan vroeger mee om ergens een tas koffie te drinken. Daar genoot hij van, temeer, omdat mijn vriendin zich in de korte periode dat zij hem kende, ontpopte tot zijn steun en toeverlaat. Hij had haar graag. Al van dag één dat ik haar voorstelde. Hij zag dat het heel goed tussen ons zat en dat schonk hem een vorm van berusting. Elke keer dat we op bezoek gingen merkte je dan ook het oplichten van zijn ogen. Dit zelfs in zijn laatste dagen.

De eerste drie maanden leek het dus de goede kant op te gaan, maar dan begon die pijn in de nekstreek. Hij voelde er een knobbel die dagelijks in omvang toenam. Na weer een hele reeks onderzoeken bleek het een nieuwe haard te zijn. Uitzaaiingen, en ditmaal op een uiterst gevaarlijke plaats. Als het gezwel bleef groeien kon dit zijn luchtpijp toedrukken, met verstikking tot gevolg.

Na even die betere periode kwam dit slechte nieuws keihard aan. Weghalen bleek weer niet mogelijk, dus, op naar meer bestraling. Nog eens zes weken lang.
Van toen af begon het vlug te gaan. Ik zag mijn vader elke dag meer aftakelen en dit deed pijn. Dit verdiende hij niet en niemand was bij machte om hulp te bieden. Langzaam was er ook de berusting bij hemzelf. Die laatste chemokuur wou hij niet meer afmaken. Naar het ziekenhuis keerde hij niet meer terug. Hij wou thuis worden verzorgd en dat hebben mijn moeder en mijn twee zussen voor het volle honderd percent gedaan. Door complicaties, vanwege een dubbele blindedarmoperatie bij mij, was ik heel wat minder in staat om behulpzaam te zijn. Mijn vriendin kweet zich van die taak, zodat het voor haar een extra drukke periode was.

Toen ging het snel. Dagelijks verslechterde zijn toestand tot een punt dat hij nog amper reageren kon. Het kon niet lang meer duren en die nacht kregen we dan ook een telefoontje dat hij overleden was.

Een mengelmoes van droefheid en opluchting ging er door mij heen. Droefenis om zijn heengaan, veel te vroeg want hij genoot van elke dag! Opluchting, door het feit dat hij eindelijk van die helse pijnen was verlost. Hij vocht moedig, maar de strijd was ongelijk. Winnen kon hij dit gevecht nooit. Ik ben trots dat ik zijn zoon ben, en er gaat geen dag zonder aan hem te denken voorbij. Ik hoef enkel maar de ogen te sluiten en haal hem zo voor de geest. Hij was er altijd voor ons. Ook nu heb ik nog dat gevoel.

Ik weet het, het is geen verhaal waar je vrolijk van wordt. Net zoals emo-gedichten zijn er ook van die verhalen! Je staat er even bij stil, beseft de nietigheid van het leven en je gaat door. Niks hoogstaand, gewoon de realiteit. Maar één ding is zeker.
De woorden: ‘het is kanker’ zijn allesvernietigend.

Schrijver: danny cant., 1 februari 2006


Geplaatst in de categorie: ziekte

3.3 met 17 stemmen 2.307



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Natasja
Datum:
30 augustus 2007
Email:
ratelaartjehotmail.com
Voor wat het je waard is, zolang na datum: ik vond het een 'mooi' verhaal.
En wens je sterkte, alsnog!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)