Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Rimpelterrorisme

Ben op weg naar de drogist. 3.07 grijze haren. Bij mijn linkerslaap. Daar werd misprijzend op gewezen door mijn vriendin. Zij laat geen ogenblik onbenut om mij op mijn tekortkomingen te wijzen. En dat zijn er nogal wat, heb ik begrepen. Mij op de kast jagen heeft zij tot kunst verheven. Of het komt, omdat zij mij achteraf toch eigenlijk niet goed genoeg vindt, of uit frustratie dat zij het product is van een avondje stappen van haar moeder met een aan lagerwal geraakte one night standup-comedian, is mij nog niet helemaal duidelijk
Wat wel duidelijk is, is dat ze mij soms het bloed onder de nagels vandaan kan halen.

En nu heeft ze het weer voor elkaar. Ik zit boven op de kast. Die grijze haren zitten mij niet lekker. De spiegel is voor een ijdel iemand zoals ik als een banaan voor een gorilla.
Onmisbaar dus. Na een kwartiertje loeren ontdek ik inderdaad een licht grijs waasje op drie van mijn haren. Jessus. Hier moet worden ingegrepen.

En nu sluip ik dus de drogist binnen. Afdeling “hairstyling.” In het Engels uiteraard. Dat klinkt wat minder bedreigend. Het heeft zelfs iets positiefs. Zoals 'blind date'. Klinkt ook geruststellender. Alsof je een afspraakje hebt met iemand die je niet kent en dat die dan blind blijkt te zijn. Dat je je dus voor niets bezorgd hebt gemaakt over het aankomend grijs bij de linkerslaap. Je ademhaling gaat dan meteen wat rustiger, hoewel een blinde wel beter kan ruiken zodat je je dan weer zorgen moet gaan maken over het stinken uit je bek. Maar alles heeft nu eenmaal zijn keerzijde.

Omzichtig sluip ik tussen de schappen erop hopend dat er hier geen loslopende kennissen zijn, die mij kunnen betrappen. Kijk aan. Daar liggen de tubes. Ik zoek een tube voor donkerblond haar. Nou, die zijn er genoeg. Een hele wand zelfs. Genoeg om heel Afrika te blonderen.
Snel pak ik een tube en wacht tot alle klanten de deur uit zijn. Na een uurtje is dat eindelijk zover. Ik overhandig de tube aan de caissière en begin ongedwongen een deuntje te fluiten.
Het fluiten gaat enigszins schel klinken wanneer ik vier klanten zie binnenkomen, waarvan ik er één ken..”WEET U ZEKER DAT U DEZE HAARSPOELING MOET HEBBEN, MENEER?”, vraagt of liever gezegd roept, de caissière. Ik krijg daar een beklemd gevoel op de borst van. Hetzelfde gevoel bekruipt mij wanneer je een pakje condooms op de toonbank legt en de caissière dan aan haar collega aan de andere kant van de winkel de vraag toeschreeuwt hoeveel ‘deze condooms’ kosten. En dat ze dan de condooms voor iedereen zichtbaar omhoog houdt. Dat gevoel dus. Mijn kennis die net voorbij loopt draait zich grijnzend om en stoot zijn vrouw aan..Ze fluisteren iets en lopen door. Gadverdamme.

De caissière wijst mij erop dat de tube een asblonde haarspoeling bevat. Zij kijkt schattend naar mijn hoofd.. ‘Sorry’, zeg ik. ‘Komt door mijn kleurenblindheid. Ik heb donkerblond nodig. Gelukkig gaat zij zelf de juiste tube pakken.
Dat is dan dertig Euro’s, zegt ze als ze terug is. ‘Wat??? Zoveel voor zo’n lullig tubetje?’
‘Graag of niet’. Zij kijkt afkeurend naar mijn haar.

Ik heb de tube niet gekocht. Wat ik wel heb gedaan is de 3.07 grijze haren weggeknipt.
Niets meer van te zien. Scheelt toch even dertig Euro’s. Van dat geld trakteer ik mijn vriendin op een biertje. Dat heeft ze wel verdiend na al haar gezeik. Het is prachtig weer. Volle zon en twaalf graden uit de wind. Wij gaan op een half overdekt en verwarmd terras zitten en ik denk intussen aan de miljarden die worden uitgegeven aan pilletjes, zalfjes en drankjes om de naderende ouderdom te bestrijden.

Miljarden worden verdiend aan het rimpelterrorisme. En als de zalfjes niet helpen kun je nog naar een plastisch chirurg gaan. Dat het dan net lijkt of je een nylonkous over je hoofd hebt getrokken, mag de pret niet drukken.
Nog erger wordt het als je bij windkracht 12 op je fiets door de polder rijdt. Je komt net terug van de plastisch chirurg. Plotseling schieten de hechtingen door een rukwind achter je oren vandaan. Dan heb je pas echt een probleem.
Hangen onder het fietsen je wangen ineens onder je oksels. Leg dat je tropische goudvis maar uit, als je thuis komt. Die denkt dat er een walvis in verregaande staat van ontbinding boven zijn kom opduikt.

Wij zitten in de volle zon en hoewel die nog niet echt heet is, gaat mijn vriendin er met haar rug naartoe zitten. Ik niet. Laat de rimpels maar komen. Met gesloten ogen geniet ik van de zon op mijn gezicht. Uit een ooghoek zie ik mijn vriendin jaloers naar mij kijken terwijl zij een spiegeltje pakt. O jee, een kraaienpootje erbij, zie ik haar denken. Ik geniet nog meer.
Ik hef mijn gezicht naar de zon. Vriendin vraagt aan de ober of de zonwering naar beneden kan. De zonwering naar beneden. Het is 12 graden, twee dagen geleden vroor het nog, de kachel houdt het terras warm en dan vragen of de zonwering naar beneden kan. Ik hoor hier niet bij. Kan niet!, zegt de ober bij wie ik een redelijk goed verzorgd kapsel uit het oor zie groeien. Het begint al wat te grijzen ter hoogte van de oorlel. Ik vraag me af of hij het 's morgens wel goed borstelt.
Vriendin smeert zuchtend iets ranzigs uit een potje op haar gezicht en werpt mij nog steeds jaloerse blikken toe. De zon begint nu een beetje te branden op mijn gezicht. Slecht!, slecht!

Maar o, wat kan het leven heerlijk zijn als het rimpelterrorisme geen vat op je heeft.

Schrijver: Paco, 21 februari 2006


Geplaatst in de categorie: welzijn

3.5 met 4 stemmen 714



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)