Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Steen, Water en Wijn

Een reiziger op de weg, kwam op een dag aan in de vallei der dwazen.
Hij wandelde met gezwinde tred voort, want hij wilde zich niet al te lang in dat oord ophouden. Toen hoorde hij een schrapend geluid. Nieuwsgierig ging hij op onderzoek uit.
Hij vond een asceet, leunend tegen een boom, die twee stenen tegen elkaar wreef.
“Wat ben je aan het doen?” vroeg de reiziger.
“De dichter zegt, dat God muskus uit de steen kan halen. Dus zoek ik in de steen naar muskus”, antwoordde de man.
“En hoelang ben je daar al mee bezig?” wou de reiziger weten.
“Al van voor jij op handen en voeten rondkroop in de kribbe van de min” zei de man met een zweem van spot in zijn stem.
Verwonderd vervolgde de reiziger zijn weg. Toen hoorde hij in de verte gejammer. Hij haastte zich naar de plaats waar het geluid vandaan kwam. Hij kwam uit op een open plek aan de oever van een rivier. Hij zag een oude man, die enkel gekleed was in een lendendoek. Hij had net een grote beker met water gevuld en gooide die omhoog, zodat hij zichzelf besprenkelde. Hij bleef enige seconden afwachtend staan, en stiet dan weer een jammerende kreet uit.
“Als het dan toch zoveel pijn doet, waarom hou je er dan niet mee op?!” kreet de reiziger bezorgd en een beetje boos.
“De dichter zegt dat duizend bomen opspringen bij een druppel van Hem, maar telkens ik een druppel voel, voel ik geen vreugde; enkel nattigheid...” jammerde de man.
“Misschien bedoelt de dichter dat je het water moet drinken” opperde de reiziger.
“Heb jij ooit een boom gezien met een mond?” sneerde de man, en boos wendde hij zich af.
De reiziger haalde zijn schouders op en vervolgde zijn weg. Na enige tijd struikelde hij over iets. Hij keek en zag dat hij over een paar benen was gevallen van een man die bijna midden op de weg lag. Hij porde de man tot ontwaken om hem te vragen van de weg af te gaan. De man schrok wakker, pakte een karaf beet die naast hem lag en dronk er met gulzige teugen uit.
“Wat doe je toch”, riep de reiziger, “je bent zo dronken dat je midden op de weg in slaap valt en nog drink je van de wijn?!”
“De dichter zegt: niet voordat je tweemaal wijn drinkt en hoofdpijn krijgt van de droesem zal ik van je zeggen: daar gaat een Mens!”
“En?” vroeg de reiziger
“Ach ach, ik word er slaperig van en loom, en hoe meer ik drink, hoe lomer ik word, en hoofdpijn krijg ik niet, alleen maar meer dorst...”.
Toen werd het de reiziger teveel en hij vluchtte de vallei der dwazen uit. Eenmaal de vallei achter zich gelaten hebbende zocht hij wat twijgen van aloë-hout bijeen, nam twee stenen en ketste ze tegen elkaar teneinde een vuurtje te maken. Daarop kookte hij water voor een beker versterkende thee. Daarna sprak hij een dankzegging uit, spoelde de beker en deed hem vol goede wijn. Hij dronk de beker in één teug uit, sprak terug een dankzegging uit en vervolgde zijn weg. Hij ging niet slapen.
Hij had genoeg slaap gehad in de vallei der dwazen... .

Schrijver: Marc Kerkhofs, 27 juli 2006


Geplaatst in de categorie: filosofie

2.3 met 3 stemmen 708



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)