Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Het monster, deel 1.

Ik kijk naar het monster. Het slaapt. Een uur geleden is het vanuit de keuken naar mijn slaapkamer gekropen. Daarna heeft het al zijn tentakels opgevouwen en is het gewriemel van zijn geschubde lijf overgegaan in een rustige, regelmatige ademhaling. Nietsvermoedend ligt het nu voor mijn bed te ronken, vlak onder het zilveren mes dat ik omklemd houd. Een paar uithalen naar de vormeloze kop zijn al voldoende. Waar wacht ik eigenlijk nog op? Heeft dat kreng mij nog niet genoeg narigheid bezorgd? Peizend blijf ik een ogenblik staan, mijn greep om het lemmet verslapt. En als uit een diepe, oude zweer die opnieuw open gaat, komen alle herinneringen die ik geprobeerd heb te vergeten weer boven.

Sinds het monster in mijn leven kwam, is alles anders geworden. Door een spleet in de houten vloer is het bij me ingetrokken. Een klein, onschuldig slakje was het toen nog en het kwam me gezelschap houden in een periode waarin ik mij erg somber voelde. Slijmerig was het toen al, dat wel, en het stootte me af. Maar op een ondefiniëerbare manier wist het contact met mij te leggen. Al vanaf de eerste dagen dat het bij mij in huis rondkroop probeerde het mij op te beuren als ik weer eens een pestbui had. Dan ging ik op mijn bed liggen, schopte mijn schoenen uit en sloot mijn ogen. De slak, die zich voorstelde als Memo, kroop dan naar mij toe en begon te vertellen. Hij beweerde dat hij mij door en door kende en zei tegen me dat ik een ridderlijke inborst had. Niet van dat stripverhalenwerk, nee: een echte ridder, iemand met aristocratisch bloed, een Held. Hij sprak dat woord met een hoofdletter uit.

In het begin geloofde ik hem niet. Maar wat hij zei klonk aangenaam en zijn zoetgevooisde stem monterde mij op. Stel je toch eens voor: ik een ridder, met wuivende helmbos, een maliënkolder en een zwaard dat losjes aan een riem om mijn middel bengelt. Ergens smacht een jonkvrouw met halfontblote boezem en Jacoba van Beierenpuntmuts op naar mijn terugkeer. Ja, dat leek mij wel wat. Ga verder, zei ik dan tegen hem, waar haal je die wijsheid vandaan? Ach heer, antwoordde hij, al vanaf het eerste moment dat ik u zag had ik het in de gaten. Zulke vurige, onverschrokken ogen als u hebt, die zie je zelden meer. Uw fiere gebaren en vaste tred verraden uw adellijke natuur, dat ziet een kennersoog onmiddellijk. U moet gewoon naar uw ware aard gaan leven, dan lossen alle sores zich vanzelf wel op.
Die gedachte stond mij wel aan. Maar omdat ik hem niet helemaal vertrouwde, vroeg ik hem mij het bewijs te leveren voor zijn boude bewering. Die zal ik u geven, antwoordde hij, maar onder één voorwaarde: dat ik deze nacht naast u op uw kussen mag slapen. Na enige aarzeling stemde ik toe.

Toen ik de volgende ochtend wakker werd, was alle somberheid uit mij verdwenen. Energiek stapte ik uit bed en bekeek mijzelf eens voor de spiegel. Dat rondsoppen in mijn eigen ellende moest maar ‘es afgelopen zijn, besloot ik. Mijn houding moest veranderen. Ook letterlijk. Fier stak ik de borst vooruit en kantelde mijn bekken iets naar achteren. Mijn handen plantte ik losjes in de zij en mijn hoofd hield ik schuin achterover. Zo, dat gaf meteen al een heel andere aanblik. Als ik mij straks in deze houding op straat zou begeven, zou niemand mij meer herkennen. Ik nam een koude douche en bezag vol walging het slappe, halfslachtige leven dat ik tot nog toe had geleid. Waarom was ik na het V.W.O. niet gaan studeren? En waarom had ik nog steeds geen vriendin? Het was allemaal gewoon een kwestie van dóórzetten. Nadat ik mij had aangekleed en wat had gegeten, fietste ik naar de universiteit om een inschrijvingsformulier op te halen. Theologie, dat leek mij wel wat. Dat verdiepte je levensinzicht. Doorstoten naar de top, naar het allerdiepste en het allerhoogste, waarom had ik dat nooit eerder geprobeerd?

Sinds die dag is de omgang met mijn slak vertrouwelijker geworden. Voortaan vlijde hij zich elke nacht naast mij op het kussen en voorzag mij tijdens mijn slaap van nieuwe levenskrachten. onafgebroken lag ‘ie dan te murmelen over mijn goede eigenschappen en mijn ridderlijke natuur. En het werkte. Ik ging vooruit, dat kon je aan alles merken. Met tegenstanders veegde ik de vloer aan en schone jonkvrouwen maakte ik regelmatig het hof. Eentje meer of minder deerde niet, dat hoorde er gewoon bij. Mijn studie liep op rolletjes.
Ondertussen begon de slak te groeien. Elke morgen was ‘ie weer een beetje groter geworden. Eerst kon mij dat niet zo veel schelen, want dankzij hem beschikte ik over een schier onuitputtelijke dosis energie. Maar toen hij zo groot was geworden als een mannenvuist, begon de aanwezigheid van zijn weke, lillende massa op mijn hoofdkussen mij fysiek zó tegen te staan, dat ik van hem eiste dat ‘ie ergens anders ging slapen. Mokkend ging hij daarmee akkoord. Voortaan zou hij de nacht wel onder mijn bed doorbrengen.

Vreemd genoeg namen mijn krachten daarop af. De slak groeide ook niet meer. Toen ik hem weer ‘es om raad vroeg, vertelde hij mij dat dat kwam doordat de energie die van hem uitging alleen effectief op mij kon overgaan wanneer hij zich zo dicht mogelijk bij mij bevond. Eigenlijk zou hij het best met mij kunnen samenwerken als hij ’s nachts tegen mij aankroop. Hoewel ik dat een walgelijke gedachte vond, ging ik er na lang wikken en wegen mee akkoord. En ook nu weer bleek de slak gelijk te hebben. Mijn ridderidealen indachtig werd ik in mijn houding nog kloeker dan eerst. Elke sneer van het grauw pareerde ik ogenblikkelijk en klunzige brieven van bedrijven en instanties werden door mij met gepaste minachting beantwoord. Een ridder laat zich immers niet koeioneren. Noblesse oblige! Mijn minnaressen behandelde ik evenzo.

(wordt vervolgd)

Schrijver: Hendrik Klaassens, 8 augustus 2006


Geplaatst in de categorie: psychologie

4.7 met 3 stemmen 472



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Neeltje Diepeveen
Datum:
12 augustus 2006
Email:
neeltjediepeveenhetnet.nl
Kostelijk verhaal, mooi beeldend geschreven.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)