Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De pendule XIII

Eva had alles gevonden zoals Liesbeth het haar gezegd had maar vond toch dat het maar behelpen was, ja als je alle comfort gewend bent en dan een stapje terug zetten moet is dat een hele teleurstelling. Toen ze klaar was en aangekleed kwam Liesbeth naar beneden. Ze gaapte en zat met haar handen door de haren te strijken en zei iets wat Eva met de beste wil van de wereld niet verstaan kon.

“Zeg dat nog eens, want ik versta niets van al wat je zegt” bromde Eva die nog niet goed was van dit kampeerleven. Hier moest men zijn plan trekken, en leven als een zigeuner. Nee, zo zou ze nooit willen wonen zomaar zonder enig comfort, dat wist ze nu wel zeker. Hoewel het een mooi huisje was en op een prachtige plaats gelegen zou ze toch niet ruilen met haar flatje en het drukke verkeer. Haar maag knorde verschrikkelijk, ze wist dat na een zo lange afwezigheid niets eetbaars hier in huis te vinden zou zijn. Dit gevoel van onbehagelijkheid maakte haar humeur er niet beter op.

“Verzorg je en kleed jij je maar aan want ik rammel van de honger, mijn maag protesteert in volle hevigheid, je weet dat ik 's morgens moet kunnen ontbijten.

Een uurtje later zaten de twee vouwen in de auto met achterop de achterbank een grote weekendtas gevuld met prullaria die misschien nog wel eens nodig konden zijn. Liesbeth chauffeerde maar was niet helemaal met haar gedachten bij het verkeer waardoor Eva een harde schreeuw gaf. Toen Liesbeth weer bij positieven kwam en een ruk aan het stuur gaf en zich verontschuldigd had, bereikten ze Eva’s flat.

De brievenbus was berstens vol reclame waaronder een brief van iemand die ze niet kende. De naam zei haar niets en de briefomslag vermeldde dat deze van een of andere medewerker van een universiteit moest zijn. De man stelde zich hierin voor als professor van de faculteit voor parapsychologie. Hij had langs omwegen van dit bizarre verhaal gehoord en vroeg om een gesprek met de vriendin, dit om het slachtoffer zelf niet nog meer te belasten. Hij zou maandagmiddag komen.

“Goh meid, dat is vandaag, geloof me, daar wist ik echt niets van, ben dan ook benieuwd wat deze man me zoal vragen zal.” Liesbeth, die zich terecht voorbijgestoken voelde, meende bij dit gesprek aanwezig te willen zijn maar dan zou zij zich uitgeven voor iemand anders. Eva vond dit geen slecht idee, waarmee ze dan ook aantonen kon dat ze tot op heden nog nooit iets van deze persoon gehoord had.

Het aangegeven uur in de brief werd al ruim overschreden en Liesbeth wilde zo graag nog naar de winkel voordat deze sloot. Dus liet ze Eva beteuterd achter wetend dat ze nu meer dan ooit gezelschap nodig had
maar deze gang naar de winkel kon ze onmogelijk uitstellen. Er waren nu eenmaal zaken die geen uitstel mogelijk maakten.

Liesbeth voelde zich bespied maar kon niet achterhalen wie dit zou zijn. Ze draaide zich soms geheel zonder reden helemaal om haar as. Ze besefte ook wel dat ze daardoor eigenlijk eerst recht in de kijker liep, maar dat kon haar ook al geen sikkepit schelen. Het donkerde buiten al vooraleer ze de tweede winkel verliet; nu moest ze maken dat ze thuis kwam want Eva wist niet waar dat ze uithing en maakte zich waarschijnlijk zorgen. Het was ongeveer een kwartier lopen door de door lantarens verlichte straten voordat ze bij de flat van Eva stil hield en op de bel drukte. Heel de weg vanaf de laatste winkel had ze het gevoel door iemand of iets bespied te worden. Om zichzelf moed in te spreken floot ze een deuntje van een overbekend reclamespotje maar in het echt ze liep op eieren.

De deur ging na een zoemend geluid open en Liesbeth sprong als het ware naar binnen toe; nu eerst voelde ze zich op haar gemak.
“Waar bleef je zolang, die man van in de brief, je weet wel, die is hier geweest. Goh Liesbeth, die had je moeten zien.” Eva’s ogen spraken boekdelen, wat zeg ik een hele encyclopedie.

“Je had die ogen moeten zien, meid, om te stelen zeg ik je. En dan zijn spraak, je hoorde meteen dat het een geleerde bol was maar niet zo een bekakte als dat je ze wel eens op de TV ziet, nee! Toen hij hier binnengewandeld kwam, rook je zijn discrete aftershave en hij begroette me met een handkus, moet jij je voorstellen: een handkus”. Ze kwam er maar niet over uit gesproken.

“Zijn ogen die waren blauwgrijs, meid, je had ze moeten zien” kirde Eva.
Heel ontnuchterend vroeg Liesbeth: “Wat had die man te vertellen en waar hebben jullie over gepraat. Werd er over mijn verhaal en Franck gepraat of ben je meteen voor zijn ogen in zwijm gevallen.

Schrijver: Wilhelm Janssen, 5 juni 2007


Geplaatst in de categorie: emoties

2.0 met 3 stemmen 516



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)