Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Stoffig maanlicht

Het is onvoorstelbaar, hoe groot de keuze over het onderwerp ''maan'' op het internet is. Men vindt er duizenden titels van boeken en artikels met aan de maan gerelateerde wetenschappelijke, religieuze, muzikale, literaire en algemene beschrijvingen. Daarbij heeft men weer de keuze uit exacte, filosofische, speculatieve en humoristische benaderingen en wellicht nog meer variaties. Als onverwacht intermezzo las ik tijdens het spitten naar informatie terloops, dat in bepaalde streken van het Nederlandse taalgebied met de benaming ''maanbloem'' de klaproos wordt bedoeld, hetgeen later een onterechte benaming zou blijken. ''Maanzaad van de slaapbol, behorend tot de papaverfamilie'' stichtten bij mij de verwarring. - Nog maar kort daarvoor las ik het gedicht ''De maan in mij'' van de dichteres Iris Van de Casteele. Autobiografisch schrijft zij op de eerste bladzijde van haar website o.a. ook: ''Langs klaprozenrood en distelpluizen voltrekt zich mijn bestaan'' en ''Een soort klaproosmens ben ik…''. Meteen begreep ik beter de achterliggende gedachte van haar gedicht. Ofschoon ik eerst op het verkeerde spoor zat, kan zoeken onverwacht verhelderende gegevens opleveren, al zocht ik eigenlijk de betekenis van het begrip ''maanziek''.

Zo bleek mij dat men dit woord in de meeste culturen wel kent. Het belichaamt in veel talen een uitgebreid scala van lichamelijke en psychische klachten en uitingen van b.v. gekte, manische depressiviteit tot aan epilepsie toe. In sommige streken wordt een 'volle maan' als de oorzaak gezien dat mensen een vreemd gedrag vertonen. Zo kende ik iemand, die normaal weinig alcohol tot zich nam, maar zich bij volle maan steevast bezatte. Werd iemand tijdens zijn slaap door het licht van de volle maan beschenen, dan resulteerde dat in slaapwandelen, zo werd het in de volksmond altijd stellig beweerd.

Wildplassen was ook in mijn jeugd ongepast en strikt genomen niet toegestaan. Veel mensen, vooral van de mannelijke kunne, deden het toch, vooral na een kroegentocht. De meeste jongetjes deden dat eveneens, maar dan meer uit gemakzucht. Een boom of een regenpijp waren altijd dichterbij dan het toilet van het ouderlijk huis. Flauw excuus, maar zo dacht men erover. Ik vormde daarbij geen uitzondering, tot die ene nacht in oktober 1948…

…Het drong langzaam tot me door, dat ik het koud had, ontzettend koud! Terwijl ik klappertandend met beide handen de regenpijp van ons oude herenhuis omklemde overviel me een panische angst. Ik was gedesoriënteerd, hoewel ik alles om me heen tot in het kleinste detail kon waarnemen en ook herkende. Ons huis, de straat, de hele omgeving baadde in een vaal grijsachtig licht. Rillend keek ik naar boven en zag de sterrenhemel met een fel schijnende volle maan. De straat was uitgestorven en behalve de vertrouwde geluiden van de naburige ijzerwarenfabriek, was het alom doodstil. Inmiddels beefde ik over mijn hele lichaam. ''Dat moet een boze droom zijn, zo meteen word ik wakker'' dacht ik. De aandrang om mijn blaas te ledigen werd steeds heviger. Ik besloot dit niet tegen de regenpijp te doen, want gekleed in een pyjama… dat kon niet in mijn vertroebelde beleving. Toen ik richting huisdeur liep, die gelukkig nog op een kier stond, voelde ik het ruwe oppervlak van de stoeptegels onder mijn ijskoude voeten. Een merkwaardige, realistische en beklemmende droom; ik wilde maar één ding en dat was: zo snel mogelijk weer naar mijn warme bed.

Op de weg naar onze woning op de vierde verdieping, zag ik duidelijk de glimmende messingstrippen op de hoeken van de hardhouten traptreden en ook de tegels met het Griekse motief boven de lambrisering aan de linker zijkanten. Boven aangekomen bleek, tot mijn opluchting, dat ook de toegangsdeur tot onze woning nog open stond. Ik sloot deze uiterst omzichtig, omdat ik wist, dat enkele van de geribbelde matglazen ruitjes los in de omlijsting zaten en overdag steeds een rammelend kabaal maakten. Na de alsnog gemaakte sanitaire stop sloop ik zachtjes naar bed. Het duurde nog even, voordat het klappertanden en het bibberen ophield en ik weer in slaap viel. Ik was er nog niet uit, of het nu een droom was of niet.

De volgende ochtend vertelde ik het verhaal aan mijn moeder, die nogal lacherig reageerde: ''ja, ja… weer een van jouw verzinsels zeker. Je bent en blijft nu eenmaal een kleine fantast. Daar trapt je moeder niet meer in''. - Inderdaad had ik als kind en als beginnende puber de reputatie om met mijn fantasie zo maar uit het niets een ongeloofwaardig verhaaltje te kunnen verzinnen - Net op het moment, dat ik de badkamer wilde ingaan hoorde ik moeder met stemverheffing mijn naam roepen. ''Kom hier, onmiddellijk!'' Ik liep meteen naar onze jongensslaapkamer en staarde naar de donkerkleurig besmeurde onderkanten van mijn dekbed en van het onderlaken. ''Laat jouw voeten eens zien'' commandeerde moeder. Met verbazing zag ik, dat beide voetzolen antracietkleurig waren. Dat was een kleine ramp maar gelukkig ook het bewijs, dat ik mijn nachtelijk uitstapje werkelijk had gemaakt.

De verklaring was even simpel als logisch: de vorige dag was op de stoep voor ons huis een hoeveelheid cokes gestort, bestemd voor de stokoude centrale verwarming, en door een rooster naar de kelder afgevoerd. Ik was ’s nachts, slaapwandelend en later wakker, over de achterbleven dikke laag gruis gelopen.

Het beddengoed werd na één wasbewerking weer stralend wit. Mijn reputatie als jeugdige fantast in de familie was echter volledig ''naar de maan''. Vanaf die tijd tot op de huidige dag zorg ik, deels uit bijgeloof, dat bij volle maan het licht nooit in mijn gelaat kan schijnen, ook al worden tegenwoordig de moderne centrale verwarmingen níét meer met cokes gestookt…

Tot een volgende keer.

Schrijver: Günter Schulz, 25 juni 2007


Geplaatst in de categorie: natuur

3.2 met 19 stemmen 2.352



Er zijn 7 reacties op deze inzending:

Naam:
Iris
Datum:
18 december 2008
Ik was net 'Stoffig maanlicht' aan het herlezen en zag nu pas de opbouwende reactie van Henk Posthouwer van 15-12-2007. Het werd me week om het hart denkend hoe mijn vader als jonge man op die slachtvelden gevochten heeft. Daarom voor Henk, en tegelijk voor Günter, dit laatste vers uit het gedicht 'Een veld vol papavers'.

Papavers. Zoveel papavers.
Mijn ogen verkennen de Westhoek
met de angst om mijn vader
in elk beetje rood.
Naam:
henk posthouwer
Datum:
15 december 2007
Email:
h.posthouwerupcmail.nl
Dit is een heel mooi verhaal. Mijn oudste maakte iets dergelijks mee; die werd wakker op de stoep van de buren! Als ouders heb je dan wel een schuldgevoel.
Hoewel ik eigenlijk wel wist dat de papaver ook wel slaapbol wordt genoemd, denk maar aan de opiumvelden in Afghanistan, moet ik bij papavers, klaprozen, altijd denken aan de eindeloze begraafplaatsen van de doden van Wereldoorlog I. Ook een symbool van korststondigheid dus.
Het verhaal is echt heel boeiend, met vaart geschreven. Nog even over slaapwandelen: mijn bewuste dochter, inmiddels 36 jaar, slaapwandelt af en toe nog wel eens!
Naam:
Carlos
Datum:
8 juli 2007
Email:
aguirre65hotmail.com
Mooi verhaal !
Naam:
Theo
Datum:
28 juni 2007
Goed geschreven Günther, dat zegt niet zo veel
met mijn bescheiden kennis van schrijven.
Naam:
Iris Van de Casteele
Datum:
25 juni 2007
Na het lezen van STOFFIG MAANLICHT waarin je verwijst naar 'De maan in mij' dacht ik dat jouw boeiend verhaal, gaande over vroegere tijden, een mens tot inspiratie en heldere gedachten kan aanzetten, of, om het te zeggen met een paar woorden uit bovenstaand gedicht: 'de nacht met zijn geur van genezend kruid / met zijn voedzame wortels/ met zijn klarend water...'

Laat bij volle maan het licht maar in je gelaat schijnen, beste Günter, het kolenstof heb je er door jouw helder schrijven al lang uit verbannen!

P.s. Boeiende reactie van Jorrit.
Naam:
Rina van Dijk
Datum:
25 juni 2007
Subliem opgebouwd verhaal.
Naam:
jorrit
Datum:
25 juni 2007
Email:
jorrit3hotmail.com
zo'n grote ketel, met kolen gestookt, dat was in 1948 toch niet al stokoud maar juist hypermodern? zelfs ik herinner me er nog een, en ik ben toch alweer van een aardig tijdje na die datum. beetje fantasie kan nooit kwaad vind je niet? helpt in het leven en met het schrijven..mooi en warm geschreven.
(ps: en natuurlijk bedankt voor je lovende commentaar)

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)