Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Het leven in een bos.

Over bomen en struiken, over alles wat er maar in een woud voor kan komen.
Vooral veel magie.

Op een dag fietste ik een stuk buiten Antwerpen toen ik ineens oeroude bomen zag staan.
Vervuld van hun grootte en vorm zette ik mijn fiets neer en wandelde dat ongeloofwaardige bos in.
Rondom mij heen kijkend voelde ik de aanwezigheid van het onbeschrijfelijke gevoel van magische wezentjes.
Gelijk als kabouters in paddestoelen, elfjes op boterbloemen, boomwortels zo groot dat ik dacht dat er ook trollen zouden huizen.
En natuurlijk ook de open plek waar een kring van paddestoelen stond.
De beruchte heksenkring met prachtige zwammen mooi rood vol witte stippen.
Al deze dingen voelden zo vertrouwd aan, dat ik er niet bang voor was.

Ze zijn één met mijn gevoel. Vol ongeloof wandelde ik dit prachtige woud in. En knielde neer bij een prachtige mooie boom. Ze was niet zo groot als de woudreuzen, maar haar vorm en haar takken vertelden mij dat zij iets speciaals was.
Ik ging zitten op het zachte groene mos en zette mij zo neer dat ik met mijn rug tegen de stam aan zat.
Zachtjes ritselden haar bladeren op de wind en zo hier en daar kwam er toch een zonnestraal naar beneden en ik kreeg het gevoel van een heel speciaal iets.
Ik spreidde mijn armen om alles wat in de lucht hing te kunnen voelen.
Ik haalde diep adem om alles te kunnen ruiken en proeven.
Die grote eenheid van Moeder Natuur.

Ik sloot mijn ogen en begon zachtjes weg te dommelen en viel ten slotte in een diepe slaap.
Ik wandelde en huppelde door dit prachtige woud en voelde mij licht en vrolijk, helemaal vertrouwd, net of dat het de gewoonste zaak van de wereld was.
Ik hoorde hier thuis en was op weg al pratend tegen de bomen en dieren die ik tegen kwam.
Ook luisterde ik naar wat zij mij te vertellen hadden en dat was een heel verhaal.
Ik voelde mij gelukkig en leefde wel met de bomen en dieren mee.
Want wat zij mij vertelden was niet zomaar iets, er was iets verstoord in het bos en er dreigde gevaar voor alle levende wezens daar.

De woudreuzen hadden te veel zaden op de grond laten vallen zodat er nu te veel waren. Zodat er helemaal geen licht meer in het woud kwam: het werd een spookachtig tafereel.
Toen kwam de bosnimf die over het woud waakte en riep de begrenzer op.
De begrenzer van de bomen is de voor ons wel bekende klimop.
Ze wikkelde zich om de stammen van de bomen zodat er niet te veel takken uit konden komen.
En zo kwam er weer lucht en licht in het woud, zodat het ook weer toegankelijk was voor de struiken.
De bosnimf riep de rododendron op met haar prachtige bloemen zodat er weer ruimte kwam voor de bijen en vogels en het bos fleurde op.
Ze bracht schaduw op plaatsen voor prachtige soorten van mos en daar liepen de lieveheerbeestjes en torretjes weer rond.

Na een tijdje was het bos weer gevormd met in het midden een heel speciale boom, die haar takken tot op de grond liet hangen.
De takken wortelden zich daar weer en vormden struiken, zo kreeg je een heel mooi rond geheel.
En in het midden tegen de stam van de boom lag te slapen.
Was dit alles nu echt of was het een droom?

Schrijver: E van Dam, 21 april 2008


Geplaatst in de categorie: natuur

4.1 met 7 stemmen 994



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)