Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Het gezicht van...

Er werd gebeld en er stond een erg boze man voor de deur. Ik hoorde iets over Bouw- en Woningtoezicht, en zonder mijn reactie af te wachten stampte hij mijn huis binnen. 'Eens kijken wat hier allemaal gaande is,' bromde hij. En nog iets over buren die hem hadden gebeld. Ik schrok me wild. 'Wilt u misschien een kopje koffie?' hoorde ik mezelf vragen, maar hij liep me straal voorbij en stommelde voor me uit de trap op.

Hij stapte de zolderkamer binnen en sprakeloos bekeek hij het gevaarte. 'Mooi hè?' vroeg ik liefjes, maar de man was woest en hij blafte: 'Weet u dan niet dat je dat niet op eigen houtje mag doen? Daar moet eerst een aanvraag voor worden ingediend en dan moet u wachten tot u daar toestemming voor krijgt!' Hij deed een paar passen de kamer in en ik hoorde hem mompelen: 'Dit hou je niet voor mógelijk.'

We kochten voor het eerst een huis, en zonder ons op de hoogte te stellen van regels waar huizenbezitters aan moeten voldoen, besloten we op de zolder een dakkapel te laten plaatsen. Het was een mooie, grote kamer, maar aardedonker. Aan de kopse kant zat slechts één klein, smal raampje. We kozen voor een flink exemplaar, met prachtige hardhouten kozijnen. Er kwam een hoogwerker, in gezelschap van een paar stevige knapen, en met elkaar hapten ze in korte tijd een weg naar het zo verlangde licht.

Ik zag hem kijken richting nieuw uitzicht. 'Je kan zo het zoutvaatje bij de buren van tafel halen,' fluisterde hij ontzet. 'Daar eten ze niet, zei ik, 'daar slapen ze.' Ik keek hem aan alsof dat probleem nu in elk geval de wereld uit was. Vertwijfeld keek hij terug. 'En wat dacht u van een tekening?' probeerde hij opnieuw. 'Een tekening?' vroeg ik voorzichtig. 'Ja, voor het kadaster natuurlijk. Waar dacht u anders voor? Als er brand uitbreekt moet toch iemand weten waar de uitgangen zich bevinden!'
'Iemand die kan tekenen,' peinsde ik hardop. Mijn dochter, dacht ik nog leuk, de Vrije School doet veel in die richting. 'Nee,' zei ik tam, 'ik zou zo gauw niemand weten. Maar misschien kunt u tekenen?' Hij keek me aan alsof hij in staat was een of andere inrichting voor me te bellen. 'Natúúrlijk kan ik tekenen!' snauwde hij, terwijl hij op me neerkeek. 'Maar daar kan ik natuurlijk niet aan beginnen!'

Het was erop of eronder, en ik besloot nog iets vertrouwelijker te worden. Ik legde mijn hand zacht op de mouw van zijn colbertje en ik zei: 'Maar u hoeft het niet voor niets te doen.' Het was mijn laatste troef; of de hel brak los, of hij gaf het op. In dat stadium zaten we ongeveer. Ik had hem nog steeds in een milde greep en ik keek vriendelijk naar hem op, maar hij keek terug alsof hij er nu zeker van was dat hij met een diep-gestoorde te maken had. En op dat moment voelde ik zijn weerstand breken. Ik hoorde hem nog net denken: Wat is dat sóórt toch stóm.

Zwijgend kloste hij voor me uit de trap weer af. Bij de voordeur draaide hij zich nog even om en baste op brute toon: 'Zorg nou maar dat het met die tekening in orde komt. U hoort nog van me!' Uitgeput stond ik tegen de gesloten deur en gniffelde.

Een paar weken later werd mijn dochter vijf. Het huis krioelde van de koters en het stond bol van de pannenkoeken met stroop, toen er werd gebeld. Ik probeerde me aan de kleverige massa te ontworstelen en opende de voordeur.
Waar Had Ik Dat Gezicht Eerder Gezien..? En opeens wist ik het. Het was het gezicht van Bouw- en Woningtoezicht. Ik stond als aan de grond genageld. Ik was de goede man al lang en breed vergeten. Ik had ook nooit meer aan die tekening gedacht, zo overtuigd was ik geweest dat-ie het had opgegeven.

'Ik heb nog niets van die tekening gehoord,' begon hij. De radertjes draaiden koortsachtig en met een stemmetje, alsof we al jaren samenwerkten voor een of andere veiligheidsdienst, fluisterde ik terug: 'Wij gelukkig ook niet..!' Gespannen wachtte ik op wat er komen ging. Vertwijfeld staarde hij me aan, terwijl de wanhoop zich langzaam van hem meester maakte. Hij deed een wankele stap terug en zonder er nog één woord aan vuil te maken trok hij de voordeur zachtjes in het slot. Om nooit meer terug te keren.

Die avond stond het huis bol van familie en vrienden, want mijn kind was nog steeds jarig. En na dit verhaal heb ik velen van hen kreunend onder de tafel teruggevonden.

Schrijver: Areth, 24 juni 2008


Geplaatst in de categorie: mannen

4.2 met 19 stemmen 1.031



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Günter Schulz
Datum:
24 juni 2008
Email:
ag.schulztiscali.nl
Humoristisch en amusant geschreven. Met een 'big smile' lezend zag ik als het ware het "verbouwereerde" gezicht van de man van Bouw- en Woningtoezicht voor me. Gaaf verhaal!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)