Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Ralfje 9

De winden

De winden fluisterden hun boodschap langs de slapende stenen en struiken die er roerloos tegenaan leunden schudden plotseling hun gebladerte wanneer ze de boodschap hoorden. fluisterde langs murmelende beekjes. Brulden de boodschap over randen van diepe ravijnen en de luie heuvels hoorden de vier winden zwijgend aan.

Als een lopend vuurtje kwam het bericht in China aan. De machtige grote draak wachtte hen op.
- Jullie had jezelf de moeite kunnen besparen, riep hij vanaf zijn hoge post.
Het was mij reeds bekend welk lot de wereld wacht. De kristallen zijn al te duister om in te zien. Daarom heb ik mijn dochter haar lot reeds tegemoet gestuurd. Wat gebeuren moet gebeurt. Toen joeg hij de winden terug.

Mopperend suisden de winden terug joegen bomen en struiken schrik aan door hun onbesuisdheid en het water in rivieren en zee kolkte daardoor.

De grote Chinese draak zweeg over de verblijfplaats van zijn drakendochter.
De draak die haar zou huwen moest haar wel verdienen door haar te vinden.

Albi de draak sleepte zich voort in het duister van de nacht.
Hij zocht hij de hemel af om een glimp van de maan op te vangen. Ook hij hoorde het gefluister van de wind, En treurde omdat het lot zo onvriendelijk was voor zijn bruidje en hemzelf.
Al dagen wachtte hij op het medicijn. De drakengrotmuis had om de pijn te verzachten wat heelkruid gebracht om op zijn gewonde vleugel te leggen.
Albi had Flora los gemaakt, tenslotte kon ze het eiland niet zonder hulp verlaten.

Flora had medelijden met de draak en zocht het eiland af naar kruiden die de draak tot voedsel konden dienen.
De draak gloeide weer even op toen op een morgen Benny de albatros terugkeerde met het bericht dat Leda met het medicijn onderweg was.
Het vuur in de droeve drakenogen doofde echter weer even snel uit.
Flora durfde nu wel dichter bij de draak in de buurt te komen. Voorzichtig probeerde ze erachter te komen hoe de vloek weer ongedaan gemaakt kon worden.

Flora droomde over de groene kabouter. Ze zag hem samen met haar broers. De draak had haar over hem verteld. Nu hoopte ze dat deze onbekende haar zou komen redden van het eiland. De kabouter die zo hard kon lopen om de vloek ongedaan te maken.

Als Albi maar op tijd genezen zou zijn. Ook hij moest de zevende dag na de vloek bij de steen aanwezig zijn. O wat waren ze allemaal dom geweest.

'Vriend, vijand verenigd rond de steen.' Zo luidden de regels.
Wanneer Albi niet meer instaat zou zijn erheen te vliegen dan werd de vloek niet ongedaan gemaakt.
Flora had moeite haar tranen in te houden.

Benny wilde niet met Flora praten en ook niet terugbrengen naar het vaste land. Dat maakte haar verdrietig.
Af en toe waagde ze zich in de nog steeds vallende regen, om uit te kijken over de zee of de redding al nabij was.
Zo trof Leda Flora aan, in de regen zittend op de rotsen.

Flora fleurde op toen ze het vermoeide gegroefde gezicht van de enorme schildpad zag. Als een oude vriendin begroette ze haar.

Leda rustte uit en at wat alvorens ze het medicijn bij Albi afleverde.
Ze had daarbij de hulp van Flora en de drakengrotmuis hard nodig.

Zij durfde de warme grot van haar neef niet binnen te gaan. Door de jaren heen waren de twee families een beetje uit elkaar gegroeid. Zo kon Albi niet tegen water en Leda kon er niet buiten. Leda verafschuwde vuur en Albi voedde zich met datzelfde vuur. Vreemd toch hoe verschillend schepsels kunnen zijn en tegelijkertijd tot een familie kunnen behoren.

Het postpakket werd door Flora naar ingang van de grot gesleept en uitgepakt door de drakengrotmuis.
De drakengrotmuis klom voorzichtig op de schouder van de draak en liet zich aan zijn lange staart zakken. Hij hing onderste boven bungelend naast de vleugel van de draak.
Flora reikte hem de met de stinkende zalf ingewreven vuurvogelveer aan.

Er stond in de bijsluiter van het medicijn beschrijving dat vuur en vooral zonlicht erg belangrijk waren voor het herstel van de vlerk. Voor vuur kon Flora nu wel zorgen, de zon liet zich echter nog niet zien. De vuurvogelveren werden in het vuur gloeiend heet gestookt en op zijn vleugel gelegd. Dat vond Albi wel prettig. Stukje voor stukje werd de vleugel van Albi weer stevig en gezond.


De hele vleugel werd ingesmeerd en tegen het nog warme lijf van de draak gevouwen.
Over een paar uur zou de zalf zijn werk hebben gedaan. Er was nog een probleem…
Hoe geef je een uitgebluste draak zijn vuur terug?


Flora haalde Albi over van het door haar gemaakte vuur te eten en hem zijn geheim te verklappen waar hij zijn drakenvuur bewaarde.

Albi verklapte het tenslotte toch.

De geheime bewaarplaats voor drakenvuur bevond zich in het hart van de grot. De put was zo diep dat de bodem in het hart van de aarde uitkwam. Het vuur was daar zo heet dat zelfs stenen verbranden. Soms kwam het vuur even omhoog op bepaalde dagen van de maand, dan vulde Albi zijn vuurvoorraad aan. Diep in de buik van Albi gloeide dat vuur verder zodat hij als een echte vuurspugende draak kon leven. De zon hielp hem het vuur brandend te houden. Door kruiden te eten bleef hij lekker op temperatuur.

Zo leefde een draak tegenwoordig. Er waren bijna geen vijanden meer zoals vroeger toen je nog moest vechten met ridders, prinsen en helden. Nu kwam er af en toe eens een avonturier die niet veel van draken af wist.
Drakenmeisjes waren echter zeldzaam. Een drakenei werd eens in de honderd jaar gelegd en soms kwam dat niet eens uit. Dat was de reden dat er zo weinig draken waren.

Albi leefde een vrij rustig bestaan, waar nu plotseling een wind van verandering doorheen waaide.

Wordt vervolgd

Schrijver: Willy Vittali, 18 november 2008


Geplaatst in de categorie: kinderen

3.0 met 1 stemmen 277



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)