Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

a piece of cake....dacht ik zo (1/2)

Zeer geachte heer Charles Dickens,

Naar aanleiding van uw schrijven van 25 december 1843 onder de titel “A Christmas Carol” moet mij toch het een en ander van het hart. Reeds eerder noemde ik in ons kantoorblad uw boek als de klassieker die ik nog altijd eens moest lezen. Een facsimile van een vroege engelse editie was toen onderweg, maar het verhaal was mij al genoegzaam bekend van diverse geslaagde verfilmingen. Het lezen van de Carol in het 19e eeuwse engels mocht dus geen enkel probleem meer zijn....dacht ik zo.

Wie schetst mijn verbazing toen ik een pocket binnenkreeg van amper 138 bladzijden. Moest dat nou een echte Dickens voorstellen? Neemt u mij effe niet kwalijk, want het zal nog knap tegenvallen om daar goeie sier mee te maken. Zo’n flutboekje vind je nooit meer terug in je boekenkast en ik was ook eerder geneigd om het maar naast Winnie The Pooh weg te zetten. Pakweg drie avondjes lezen en het werd weer tijd voor de olifant met die lange snuit....dacht ik zo.

Met een glimlach toog ik aan het lezen en boven het eerste hoofdstuk had u geschreven “Stave I - Marley’s Ghost”. Touché!, al was het wel even wennen om meteen te struikelen over het allereerste woord van een boek. Een “stave” als synoniem voor “chapter” kende ik niet, maar gezien de plaats van het woord achtte ik het aannemelijk dat u toch gewoon “hoofdstuk” bedoelde. Misschien een tip om dat voortaan dan ook gewoon te zeggen. Nu ben ik gewend om bij onbekende woorden stug door te lezen en in de regel lukt het ook heel goed om het verhaal dan op te pikken. Geen enkele reden dus om bij dit niemendalletje van uw hand een andere techniek te gaan volgen....dacht ik zo.

Al snel ontdekte ik dat u, fijntjes uitgedrukt, een wel zeer compacte stijl van schrijven hebt. U presteert het om een compleet verhaal weer te geven in slechts drie zinnetjes. En dan ook nog eens met zulk een geraffineerd taalgebruik en een bijna filmisch gevoel voor detail, dat ik vroegtijdig moest concluderen dat de Carol voor mij niet te lezen was zonder woordenboek. Ook de glimlach der onderschatting was inmiddels bevroren en de nu te hanteren leestechniek werd: in de ene hand een Dickens van een ons en in de andere hand een woordenboek van een kilo. De lezer in onbalans is nog tot daar aan toe, maar waar had u eigenlijk zijn sigaret gedacht? U had u in deze best wat mogen verdiepen in de anatomie van uw gemiddelde slachtoffer. Maar goed, drie avondjes nicotine-arm moest te doen zijn....dacht ik zo.

Toch eerst nog maar even het woordje “stave” opgezocht. Heeft dus niets te maken met een hoofdstuk, maar betekent duig of couplet. Hoe verzin je zoiets. Voor een “duig” had ik ook nog de Van Dale nodig, waarmee mijn woordenboekenhand definitief in de RSI is geschoten. Ik nam overigens aan dat u het verhaaltje niet wilde verpakken in een ton met duigen. Dus heb ik “carol” ook maar even opgezocht en toen werd duidelijk dat uw vertelling juist als een kerstliedje was opgemaakt met coupletten. Wat een aardige verwijzing naar de liedjes, die in uw contreien door de kinderen op straat werden gezongen met Kerst. Deze folklore kennen wij trouwens ook nog, zij het dan op de 11e november. En net als in de Carol is het op die dag ook bij ons steevast van dat pokkeweer voor die zingende koters, maar we dwalen af....dacht ik zo.

Het boekje is mijn eigendom en dus schrijf ik zonder gêne de vertalingen in de kantlijn. Nu had ik hierboven al te kennen gegeven niet te zijn geïmponeerd door de omvang van het exemplaar en de marges zijn helaas ook navenant. Inlegvellen waren nog net niet nodig, maar naar mijn gevoel heb ik het halve woordenboek in die krappe marges weggeschreven. Misschien kan u daar bij een volgende druk een beetje rekening mee houden. En dat terwijl ik voor de engelse taal onderhand toch een aardige woordenschat had opgebouwd....dacht ik zo.

Het lezen van de Carol bleek dus een verhaal op zich. Het voerde mij terug naar de schoolbanken met vertalingen en hier en daar zelfs grammatica. De rekenkundige zinsontleding, beheerst u die eigenlijk zelf nog wel? Met onderwerp, gezegde en de hele santenkraam, waarbij ik uitgerekend mijzelf steeds meer zag verworden tot het lijdend voorwerp. Ik moet het u nageven; u weet het wel te brengen. Of sprak in uw tijd het klootjesvolk ook al zo ingewikkeld? Als dat zo is hebt u in mij helaas een echte dégéneré getroffen, een exponent van de moderne taalarmoede. Dankzij de inburgeringscursus, aangeboden door onze akela Jan Peter B., kan ik mij gelukkig nog net handhaven vlak onder het maaiveld....dacht ik zo.

Mijn bewondering wil ik uitspreken voor de moed die u toont in de Carol. Het verhaaltje is van een ongekende schoonheid, overgoten met de voor uw landgenoten zo kenmerkende soort van onderkoelde humor. De werkelijke boodschap echter is een regelrechte aanklacht tegen het opkomend kapitalisme van de industriële revolutie. Als een echte kunstenaar voorvoelde u het ontstaan van een ieder-voor-zich maatschappij met Scrooge-figuren als de happy-few. De gevolgen voor de have-nots onderaan de ladder vormen het centrale thema, hetgeen niet door eenieder in dank zal zijn afgenomen. Men hoorde bij een kerstvertelling toch liever andere geluiden....dacht ik zo.

Schrijver: Max R. Hubeek, 28 januari 2009


Geplaatst in de categorie: literatuur

4.9 met 8 stemmen 205



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
max hubeek
Datum:
5 september 2010
Email:
max_hubeekyahoo.com
Dit is deel 1 van 2.
Het verhaal was te groot voor plaatsing in één stuk.
Het vervolg staat als 2/2. Klik boven maar op Volgende verhaal.
Naam:
J.de Groot
Datum:
4 september 2010
Email:
joke190411telfort.nl
MAX
Kan je dit verhaal ook uitbreiden,
naar 138 bladzijden, ik hoor het geluid
van de onvoltooide?
Maar een vraag hoor.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)