Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Als je het warm-nest-gevoel niet kent... (1)

Dit is het verhaal over iemand die het warm-nest-gevoel niet kent en voor wie het brood overal hetzelfde smaakt. Maar het is ook het verhaal over iemand die het warm-nest-gevoel zoekt en deel wil zijn van een warm nest. Een verhaal geschreven onder een anonieme naam, omdat het mijn eigen verhaal is. Mensen zouden kunnen worden herkend door dit verhaal en dat wil ik voorkomen door anoniem te blijven.
Als je het warm-nest-gevoel niet kent, dan smaakt het brood overal hetzelfde. Mijn vriendin sprak deze zin ooit eens uit waarop ik dacht: Hoe gelijk je hebt.
Ze kent het warm-nest-gevoel als geen ander, terwijl ik overal brood kan eten zonder veel verschil te proeven.
Het warm-nest-gevoel valt te omschrijven als "het gevolg van een ideale jeugd". Mijn vriendin is een geweldig goed voorbeeld. Haar ouders zijn haar grote voorbeeld en het zijn de mensen die ze meer als ieder ander persoon in haar omgeving respecteert. Ze heeft een band met hen die zo sterk is dat ze nooit zal verhuizen uit haar geboorteplaats. Ook niet als ik het zou willen. Toen wij besloten om te gaan samenwonen stond voor mijn vriendin vast dat ik naar haar woonplaats zou moeten verhuizen. Een andere keuze gaf ze me niet. Daarentegen heb ik de nodige woonplaatsen al gehad. Ik ben in mijn leven zo´n tien keer verhuisd en heb dus geen band met een woonplaats of geboorteplaats. Als ik het warm-nest-gevoel in mijn vriendin bekijk denk ik: Had ik maar zo'n sterke band met mijn omgeving.

Ik groeide op in een gezin dat uiteen viel toen ik negen was, in 1984. Mijn vader was een man met bont verleden aan criminele activiteiten en bovendien had hij een dubbelleven. Hij was nooit thuis maar als zijn geld op was kwam hij even om onder bedreiging de portemonnee van mijn moeder in beslag te nemen. Ik zat dan doodsbang op de bank terwijl het lawaai van geruzie en vallend servies vanuit de keuken klonk. Als het stil werd kwam mijn vader de woonkamer binnen en gaf me een knuffel, alsof ik dáárop zat te wachten. Als hij daarna weer weg ging trok ik me terug op m’n slaapkamer om me te verstoppen in m’n eigen wereldje. Ik las strips en verplaatste me naar de vrolijke wereld van Donald Duck. Ik keek eenzaam toe hoe in mijn omgeving kinderen in een warm nest opgroeiden. Vaak dacht ik: Ik ben anders omdat mijn thuis anders is als jullie thuis.
Nadat mijn ouders zijn gescheiden ontmoette mijn moeder een andere man. Hij had een drankprobleem, geen werk en een soort oorlogstrauma. Mijn moeder en ik waren in het weekend in zijn flatje. Als hij het warm eten op tafel zette zei hij: "Je eet eerst aardappels met groente en dan pas krijg je vlees. Ik ken dat wel", sprak hij streng, "Als je eenmaal het lekkere eten op hebt zeg je dat je geen honger meer hebt en dan laat je de aardappels met groente liggen". Op allerlei manieren wilde hij me duidelijk maken hoe erg het in de oorlogstijd was en dat mensen toen niets te eten hadden. Met andere woorden: heb respect voor wat je opgeschept krijgt.
Ik was het helemaal niet met deze relatie eens. Ik was tien jaar oud en kreeg door deze ongewilde situatie geen warm-nest-gevoel. Maar als ik tegen mijn moeder zei hoe ik erover dacht antwoordde ze egoïstisch: "Mag ik misschien ook een keer gelukkig zijn?"
Gelukkig kwam er na een jaar een einde aan de verkering van mijn moeder.
We waren ondertussen verhuisd binnen onze woonplaats en woonden nu in de wijk waar ik veel vrienden van school had. Mijn beste vriend heette Gerard. We waren al jaren vrienden en zaten bij elkaar in de klas op de basisschool. Ik was blij toen ik hoorde dat Gerard ook naar de zelfde brugklas zou gaan als ik. Maar in de brugklas veranderde alles. Gerard sloot namelijk vriendschap met Arlain. Uitgerekend die persoon die mij altijd zat te pesten.
Vlak voor de pauze werd me door een klasgenootje in het oor gefluisterd dat Arlain me op het schoolplein op zou wachten omdat hij met me wou vechten. Ik was bang voor hem en toen de bel ging liep ik snel naar Gerard. “Heb jij dat ook gehoord?”, vroeg ik bevreesd. Hij keek me ongeïnteresseerd aan en zei: “Weet ik toch niet!”, waarna hij snel wegliep en in de menigte scholieren verdween. Ik moest me wel vaker verstoppen voor Arlain en sloot me dan ook regelmatig zelf op, op de WC.
Als je zoals Gerard twee vrienden hebt die vijanden van elkaar zijn, ben je al gauw geneigd om tussen beide te kiezen. Het duurde dus niet lang tot het met onze vriendschap gedaan was. Ik was enorm teleurgesteld en trok me meer en meer terug in mijn eigen wereldje, alsof ik dacht: ik wacht gewoon af of er iets positiefs gaat gebeuren.
Tijdens mijn brugklasjaar ontmoette mijn moeder de man met wie ze uiteindelijk is getrouwd.
Hij woonde in een huis op het platteland. Ik kon het goed met hem vinden en was blij verrast toen mijn moeder zei dat we bij hem in zouden gaan wonen. We verhuisden naar het platteland, vijftig kilometer bij mijn geboorteplaats vandaan. Ik vond het prachtig! Nadat we in de zomer van 1988 waren verhuisd begon ik het nieuwe schooljaar op de MAVO. Ik maakte vrienden en wende gemakkelijk aan mijn omgeving. Met een kleine groep medepubers sloten we een bond genaamd “The Gang”. De naam laat meer vermoeden als dat het in werkelijkheid was. The Gang was voornamelijk bijeen in de schoolpauzes, wanneer ze samen naar de bakker liepen om een puddingbroodje of een croissant te kopen. We waren een onschuldige “Gang”, althans in de pauzes. In de klas ging het er ruiger aan toe…

(wordt vervolgd)

Schrijver: Collin J. Lena, 2 februari 2009


Geplaatst in de categorie: emoties

3.0 met 3 stemmen aantal keer bekeken 336

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)