Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Van een sterretje dat naar de Aarde kwam

Er was eens een kleine ster, die zijn uiterste best deed om te schitteren aan de nachtelijke hemel. Een paar grotere sterren, die al duizenden jaren lang aan de hemel stonden, vonden zo’n kleine ster maar niks. Zij probeerden hem te overbluffen door zó hard te stralen dat het sterretje bijna niet meer te zien was!
Het sterretje knipoogde echter naar de engelen en verspreidde daardoor een heel mooi licht. Dat bleef niet onopgemerkt. God riep het sterretje bij zich.
“Jij bent heel bijzonder, kleine ster!”, sprak God, “Weet je wat? Ik geef jou een opdracht! Ga naar de Aarde en breng daar licht onder de mensen!”
“Dat zal ik doen, God, met alle plezier en speciaal voor u!”, antwoordde de kleine ster en hij vertrok. Hij flonkerde van blijdschap en zette er zo’n vaart in dat hij er een heuse staart van kreeg. Zo werd hij opeens een heuse staartster!
Op zijn vlucht langs planeten en andere sterren deed hij heel de nachtelijke hemel twinkelen!
Omdat hij nog maar een jonge ster was hij echter ook een beetje roekeloos. Zo merkte hij veel te laat een oudere ster op en hij botste er tegenop. Plotseling vloog de kleine staartster uit zijn baan en viel naar beneden.
In duizelingwekkende vaart naderde hij de Aarde!
“Oei! Oei!”, jammerde hij, “Als dit maar goed afloopt! Wat nu?”
Het sterretje herinnerde zich ineens dat zijn voorvaderen ooit eens verteld hadden over vallende sterren. Die waren heel bijzonder. Weet je waarom? De mensen mochten altijd een wens doen, wanneer zij een vallende ster zagen!
Was hij nu ook zo’n vallende ster? Hij spitste zijn oren, maar hoorde niet één mensenwens! De blauwe planeet Aarde zag hij ginds, in de verte al liggen! Hij had maar enkele lichtjaren meer te vliegen! Toen werd de kleine ster bang. Stel je voor dat er op Aarde niemand meer iets te wensen had! Wie moest hij dan nog licht brengen? Hij weende zoveel vuurvonkjes dat zijn staart ervan gloeide!
Zoef! Met een vaart van jewelste landde hij in de takken van een verweerde kerstboom. Die stond vlakbij een armetierige stal.
Au! Dat kwam hard aan! De kleine ster begon te huilen van schrik. Hij glinsterde nog maar erg zwak en zijn vijf puntjes en z’n mooie staart hadden deuken opgelopen.
“Ik ben een knoei- ster! Straks kan ik niet eens meer de opdracht uitvoeren die God mij gegeven heeft!”, begon hij klaaglijk te jammeren. Toen hoorde hij opeens een zachte kinderstem tot hem spreken!
“Vrees niet, kleine ster! Ik zal je helpen!”
De kleine ster keek verbaasd vanaf de kerstboom, door de kieren in het dak, naar beneden in de stal. Daar zag hij tot zijn verbazing een mensenkind in een kribbe liggen. Een os en een ezel stonden aan het voeteneind diens voetjes warm te blazen. Had hij het goed gehoord? Kon zo’n klein mensenkind al praten? Toch maar even testen, dacht de kleine ster.
“Dag jongetje, heb jij soms een wens voor mij?”, vroeg hij met bevende stem aan het kind. Hoopvol begon hij weer wat sterker te glanzen.
“Dat heb ik zeker!”, sprak het kind, “Wil jij mij verwarmen met je stralen? De os en de ezel zijn al een beetje moe, weet je. Dan kunnen zij even uitrusten!”
“Dat doe ik graag!”, antwoordde de kleine ster en hij straalde meteen daarna wel zoveel warmte uit dat de hele stal erdoor verlicht werd.
“Dat doe jij heel goed, kleine ster!”, sprak het kind, “Ik krijg het al lekker warm en zo te zien, mijn ouders ook!” Nu pas merkte de kleine ster dat er nog meer mensen in de stal waren. Aan het hoofdeinde van de kribbe zaten aan weerszijden een oude man en een jonge vrouw geknield naast het kind!
“Wie ben jij feitelijk?”, vroeg de ster aan het kind.
“Ik ben maar een eenvoudig mensenkind, maar ik ben door God naar de Aarde gezonden met een taak!”, zei het kind nederig. Zijn ouders keken blij, maar hoorden zwijgzaam toe.
“Hé, dat treft!”, glimlachte de kleine ster, “Ik ben ook naar de Aarde gestuurd om hier een taak voor God uit te voeren! Ik moet licht brengen onder de mensen!”
“Ik ook”, sprak het kind, “maar ik breng hen een ander soort licht dan jij! Wil jij mij helpen? Wil jij de hele wijde omgeving van deze stal verlichten, zodat de mensen zien waar ik te vinden ben? Zij wachten al zó lang op mijn komst!”
“Graag!”, zei de kleine ster en hij begon plotseling ontzettend hard te groeien!
Hij had niet één deuk meer in zijn vijf punten, noch in zijn staart! Hij zweefde een stukje omhoog, tot vlak boven de stal. Daar straalde hij zo hevig en met zulk een prachtige schittering als nooit eerder één ster voor hem gedaan had! De mensen stroomden weldra van heinde en verre, aangetrokken door het prachtige lichtschijnsel, naar de stal om er het Kerstkind te begroeten. Zij noemden de staartster boven de stal voortaan: “De ster van Bethlehem”. Zo had de ster zijn taak voor God op Aarde volbracht! Van die dag af vierden de mensen op Aarde op 25 december elk jaar Kerstmis, het feest van de terugkeer van het Licht op Aarde!

http://laurinevdpitte.spaces.live.com

Schrijver: Laurine Vandepitte, 16 december 2009


Geplaatst in de categorie: kerstmis

3.6 met 9 stemmen 636



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)